Direct naar artikelinhoud
ProfielRinus Otte

De een loopt met hem weg, de ander verguist hem – inkomend OM-baas Rinus Otte laat niemand onberoerd

De een loopt met hem weg, de ander verguist hem – inkomend OM-baas Rinus Otte laat niemand onberoerd
Beeld Jiri Büller

Rinus Otte is vanaf juni de nieuwe baas van het Openbaar Ministerie. Zijn benoeming wekt verbazing. ‘Het kan een tien worden, of een nul.’ Wie is deze hardliner die graag vasthoudt aan de letter van de wet?

en

Het moet in de winter van 2010 geweest zijn. In een grote vergaderzaal van het gerechtshof in Arnhem hebben tientallen rechters en andere medewerkers zich verzameld. Ze zijn ontstemd. Want kort daarvoor is een boek verschenen van hun collega Rinus Otte. De nieuwe kleren van de rechter gaat niet over hun gerechtshof, maar over dat van Amsterdam – de plek waar Otte tot 2008 werkte.

In het boek noemt Otte zijn voormalige Amsterdamse collega’s lui, lijdend aan zelfoverschatting en wereldvreemd. Eén van hen omschrijft hij als een rechter met een ‘pathetische uitstraling’, een ander noemt hij ‘een van de grootste lastpakken die er ooit heeft gewerkt’. En een jonge medewerkster betitelt hij als ‘klaagster’, iemand om een ‘punthoofd’ van te krijgen.

Over de auteurs
Menno van Dongen is verslaggever van de Volkskrant op het terrein van criminaliteit, politie en justitie. Elsbeth Stoker verslaat als regioverslaggever van de Volkskrant ontwikkelingen in Amsterdam en omstreken. Eerder schreef ze veel over politie, justitie en criminaliteit. Ze maakte onder meer de prijswinnende podcast Grijs Gebied over een omstreden undercovermethode. 

En hoewel Otte voor alle personen in zijn boek andere namen heeft bedacht, weet iedereen binnen de rechtspraak over wie hij het heeft. Sinds de boekpresentatie hebben sommige Arnhemse rechters Otte gemeden, ze zijn geschokt dat iemand zó over zijn collega’s kan schrijven.

Maar tijdens die bijeenkomst lopen de emoties hoog op. ‘Ga je straks ook zo’n boek over ons schrijven?’, vragen de Arnhemse raadsheren zich verbolgen af. ‘Iedereen kon zijn gal spuwen’, vertelt Yvo van Kuijck, gepensioneerd raadsheer en destijds Ottes collega. En Otte? ‘Die zat erbij als een schaap dat geschoren werd. Het was heel ongemakkelijk, een publieke bestraffing. Binnen de rechtspraak is Ottes boek nooit vergeten.’

Verbazing

Rinus Otte deinst er niet voor terug mensen tegen de haren in te strijken. Vanaf 1 juni is hij de nieuwe topman van het Openbaar Ministerie (OM), de organisatie die onder meer verantwoordelijk is voor het opsporen en vervolgen van criminelen. Zijn benoeming wekt verbazing, zowel binnen als buiten het OM. En dat terwijl Otte jaren ervaring heeft binnen de rechterlijke macht. Eerst als rechter en hoogleraar, en sinds 2016 als lid van het dagelijks bestuur van het OM. Want Otte is een man over wie de meningen diametraal uiteenlopen: je houdt van hem of verguist hem.

Zo laat een officier van justitie telefonisch weten: ‘Verbazing? Dat is nog zacht uitgedrukt.’ Hij zegt niemand – ‘Maar dan ook echt niemand’ – gesproken te hebben die Otte als ‘nieuw boegbeeld van het OM’ een goed idee vindt.

Datzelfde zegt een oud-hoofdofficier. ‘Ik denk dat de minister van Justitie en Veiligheid, Dilan Yesilgöz, spijt krijgt van deze benoeming.’

Ook (oud-)rechters met wie Otte vroeger samenwerkte zeggen verbaasd te zijn dat Yesilgöz (VVD) hem heeft uitgekozen. ‘Toen ik dat hoorde, dacht ik: is dit wel de man met het beste karakter om leiding te geven aan het OM?’, zegt Huub Willems, gepensioneerd rechter. Een ander stelt dat de benoeming kan uitlopen op een groot succes óf een drama. ‘Het wordt een tien of een nul.’

Anderen daarentegen roemen Ottes intelligentie, scherpe analyses en directe aanpak. ‘Ik vind hem een verademing’, zegt Miranda de Meijer, hoogleraar Openbaar Ministerie (Universiteit van Amsterdam). ‘Hij kan feilloos de vinger op de zere plek leggen, is een autonoom denker en heeft lef.’ Wat haar betreft is Otte wél de juiste man om het Openbaar Ministerie te bestieren. ‘Zijn profiel past in dit tijdsgewricht, met de huidige uitdagingen.’

Huub Willems, gepensioneerd rechter en Fred van de Winkel president, president rechtbank Noord-Nederland.Beeld Raymond Rutting, ANP

Wie is Rinus Otte?

Wie is Rinus Otte? Waarom wordt er zo wisselend over hem gedacht? En welke invloed zal hij als nieuwe topman hebben op het OM? Een organisatie die al jaren gebukt gaat onder een te hoge werkdruk, voortdurend in de spotlight staat en er geregeld van langs krijgt in kritische rapporten. Zo oordeelde de Onderzoeksraad voor de Veiligheid in maart dat het OM cruciale fouten maakte in de periode voor de moorden op advocaat Derk Wiersum, Peter R. de Vries en een broer van de kroongetuige in het Marengo-proces.

Met de pers praten doet Otte voorafgaand aan zijn benoeming niet, laat hij weten. Ook niet voor een profiel. Daarom maakte de Volkskrant een rondgang langs dertig rechters, officieren van justitie, hoofdofficieren en anderen uit de sector. Sommigen zijn nog in functie, anderen zijn gepensioneerd of om andere redenen vertrokken. Het merendeel, vooral bij het Openbaar Ministerie, wil alleen anoniem praten. Want, zegt een van hen: ‘Als je loyaal bent aan Otte, is hij ook loyaal aan jou. Als je kritisch bent, kun je je afvragen in hoeverre je daar last van gaat krijgen.’

Door sommigen wordt Otte omschreven als een empathische, warme man, iemand die zijn medewerkers hartelijk op zijn kamer ontvangt met een pot thee, het liefst vanille. ‘Heel huiselijk’, zegt de Amsterdamse hoofdofficier René de Beukelaer. ‘Hij is een uitgesproken man die graag met je spart. En – je verwacht het misschien niet – hij is iemand met veel humor en zelfspot.’

Anderen schetsen een tegenovergesteld beeld: zij vinden Otte conservatief, rechtlijnig en dominant. Ze omschrijven hem als een man die graag anderen de les leest en toehoorders soms het gevoel geeft dat ze kleine kinderen zijn. Over dit laatste verwijt zal de Nationale Ombudsman komende maand een oordeel vellen. In 2019 zou Otte een groep medewerkers, die zijn beklag deed over misdragingen van een hoofdofficier, de mond hebben gesnoerd.

Wie is Rinus Otte?
Beeld Jiri Büller

De niet-rijdende rechter

Veel persoonlijke verhalen over Otte levert de rondgang niet op. Want de 62-jarige Zeeuw is iemand die bij voorkeur werkt. Heel veel werkt. ‘Naast Rinus voel je je al snel lui’, zegt Rosa Jansen, voorzitter van Slachtofferhulp Nederland en oud-rechter. ‘Hij is echt een wetenschapper, altijd aan het denken over morele en organisatorische dilemma’s in de rechtspraak’, aldus Fred van der Winkel, momenteel president van de rechtbank Noord-Nederland en voorheen president, en Ottes leidinggevende, bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

In de weinige interviews waarin Otte wel persoonlijk wordt, vertelt hij dat hij niet van vakanties houdt. Waarom zou je reizen? Je werkt immers hard om een huis te kunnen kopen, stelt hij in 2016 in Opportuun, het tijdschrift van het OM. ‘Als ik dan vrij ben, wil ik van dat huis genieten. Met mijn krantje in mijn leunstoel. Naar de bakker. Vers brood halen. Roomboter erop – dan ben ik als een kind zo gelukkig.’

Otte groeit op in Zierikzee, en komt uit een streng gereformeerd nest. Als kind droomt hij ervan om leraar te worden, tot hij ziet hoe moeilijk docenten het hebben in de klas. Daarna zet hij zijn zinnen op een hoogleraarschap. Dat lukt hem op zijn 38ste. Hoewel hij niets met auto’s heeft, wordt hij in Groningen professor in het verkeersrecht. ‘Ik had niet eens een rijbewijs. Toen ik dat eindelijk had, heb ik twee of drie keer een auto gehuurd. Ik vond het zo onveilig op de wegen dat ik daarna nooit meer gereden heb.’

Zijn motto is ‘het menselijk tekort is de maat aller dingen’, en dat past hij ook op zichzelf toe. ‘Terugkijkend op de dag denk ik vaak: dat was niet zo geslaagd’, zegt hij in datzelfde Opportuun-interview. Hij ziet zichzelf wel als een goede docent, die eind jaren negentig te hard werkte en daardoor geregeld humeurig was. ‘Ik dronk tijdens colleges veel pakjes jus d’orange. Op een dag vertelden studenten dat ze een spandoek wilden ophangen, met de tekst: ‘Van veel pakjes sinaasappelsap word je kaal en chagrijnig.’ Daar moest ik hard om lachen, daarna heb ik meer dingen losgelaten, waardoor ik beter leiding gaf.’

Miranda de Meijer, hoogleraar Openbaar Ministerie en Herman Bolhaar, voormalig topman van het OM.Beeld ANP / Peter Hilz, Rebecca Fertinel

‘Niet gepruimd’

Juist over die leidinggevende capaciteiten wordt wisselend gedacht. Vooral binnen het Amsterdamse gerechtshof, waar Otte begin deze eeuw de scepter zwaait in de strafsector. Hij werd binnengehaald om de boel op orde te krijgen, vertelt een oud-collega. Dat was ook nodig. ‘Veel Amsterdamse raadsheren beschouwden hun manier van werken als het toppunt van kwaliteit, maar door vastgeroeste patronen en ideeën was het tempo waarin zaken behandeld werden te laag’, aldus deze oud-rechter. ‘Otte is iemand die buiten de gebaande paden denkt, efficiënt en praktisch. En hij had vaak een punt.’ Alleen: ‘De man werd gewoon niet gepruimd. Hij miste de antenne om anderen mee te krijgen.’

Huub Willems, destijds voorzitter van de Ondernemingskamer bij het gerechtshof, praatte Otte in het begin uitvoerig bij over wat er speelde. ‘Een half jaar na ons eerste gesprek kreeg ik een telefoontje. ‘Huub, ik heb een plan ontwikkeld, mag ik het aan je voorhouden?’

‘Hij kwam langs en heeft een uur lang uitgelegd wat zijn plannen waren. Daarna vroeg hij: wat vind je ervan? Ik antwoordde met één zin: ‘Rinus, ik zou het anders doen.’ Daarna stond hij op en liep hij weg. Ik geloof zelfs dat hij me niet eens heeft bedankt. Zijn verhaal klonk als een managementtheorie waarin personeelsleden te veel worden ingesnoerd.’

En dat, stelt Willems, werkt niet in een organisatie vol aardige, intelligente, zeer eigenzinnige karakters. ‘Je moet respect hebben voor hun autonomie. Ik wil ook niet door iemand worden aangesproken omdat hij mijn baas is.’

Uiteindelijk leiden Ottes plannen tot een verziekte werksfeer. ‘Mensen spraken niet meer met elkaar, de organisatie was beschadigd’, zegt een oud-collega. ‘Als hij meer tijd, geduld en tact had gehad, had het niet zo hoeven lopen.’ Het resulteert erin dat Otte in 2007 vertrekt, nadat een groep raadsheren in een boze brief het vertrouwen in hem heeft opgezegd.

Ophef

Al snel gaat Otte elders aan de slag, als hoogleraar ‘organisatie van de rechtspleging’ in Groningen. En in Arnhem wordt hij raadsheer, een rechter die zaken in hoger beroep behandelt. In 2010 publiceert hij De nieuwe kleren van de rechter, een boek over organisatorische en bureaucratische misstanden in de rechtspraak, aan de hand van persoonlijke ervaringen.

Het boek komt net op het moment dat de rust bij het Amsterdamse gerechtshof is teruggekeerd, herinnert de oud-collega zich. De reacties zijn furieus. ‘Hoewel Otte inhoudelijk een punt had, kon dat boek écht niet. Mensen waren herkenbaar, bovendien was hij hun leidinggevende geweest. Hij gebruikte informatie uit hun vertrouwelijke gesprekken.’

Ook in Arnhem zorgt het boek voor ophef, maar daar zijn de meningen over hem genuanceerder. Althans: ‘Je hebt de Otte-believers, die met hem weglopen, en mensen die zijn ideeën verschrikkelijk vinden’, zegt zijn voormalige baas Fred van de Winkel. Hij kent Ottes zwakke kanten, maar is vooral positief over deze ‘ongelooflijk efficiënte jurist’.

Otte leidde een project dat als doel had om de doorlooptijden te verkorten, legt hij uit. Dit zogenoemde A12-project hield in dat strafzaken van de rechtbank Utrecht snel in hoger beroep werden behandeld bij het Arnhemse hof. Om onnodige vertragingen te voorkomen, bijvoorbeeld als tijdens een zitting zou blijken dat nader onderzoek nodig is, moesten rechters voorafgaand met het OM en de advocaten overleggen over de onderzoekswensen. Hier werd dan, vooruitlopend op de zitting, voorlopig over beslist, en bijvoorbeeld getuigen werden vooraf gehoord.

Volgens Van de Winkel zat Ottes werkwijze heel slim in elkaar. ‘En de resultaten waren goed.’ Maar: ‘Als je je als raadsheer niet conformeerde aan de methode-Otte, werd je in een ander team gezet. Heel hard. Ik heb weleens tegen hem gezegd: je creëert een paradijs voor de raadsheren in je team. Maar ze moeten wel belijdenis bij je doen, en houdt iemand zich daarna niet aan jouw regels, dan kick je ze uit jouw paradijs.’

Spanning

Zijn eigengereidheid en ‘frisse blik’ zijn voor toenmalig OM-topman Herman Bolhaar in 2015 aanleiding om Otte uit te nodigen voor een gedachtenwisseling. Het is een tijd waarin het OM flink moet bezuinigen en werkprocessen moeten worden herzien. Bovendien ligt de organisatie – ook op dat moment – onder vuur. ‘Hij had een brede, kritische visie op de rechtspleging, en de mogelijkheden om organisaties beter te organiseren’, zegt Bolhaar. Na samen ‘enkele kopjes thee’ te hebben gedronken, gaat Otte aan de slag bij het OM. Aanvankelijk als adviseur en kritische luis in de pels.

Intern wekt zijn komst verbazing. ‘Rinus zat hier opeens op de gang van de procureurs-generaal’, herinnert een voormalig OM’er zich. ‘Dat riep vragen op. Er werd gezegd: hij weet veel van de rechtspraak en van processen.’ Een ander zegt: ‘Zijn komst was verfrissend, omdat hij niet met alle winden meewaait. Maar al snel bleek dat zijn visie heel ver staat van die van de gemiddelde OM’er.’ Een andere oud-officier hoort van rechters dat ze blij zijn dat Otte bij hen is vertrokken. ‘Ze zeiden: bij ons kan de vlag uit.’

Toenmalig topman Bolhaar weet dat Ottes visie ‘soms spanning oplevert’, maar, zegt hij, ‘Otte bracht diversiteit met zich mee. Op het oog is hij misschien een steile witte man, maar hij is een origineel en grensverleggend denker.’ En een jaar later, in 2016, treedt Otte toe tot het vijfkoppige college van procureurs-generaal, het landelijke bestuur van het OM.

Al snel wordt hij verantwoordelijk voor belangrijke portefeuilles. Zo gaan er binnen het OM al jaren verhalen over een omstreden relatie tussen de Rotterdamse hoofdofficier Marc van Nimwegen en die van het Functioneel Parket, Marianne Bloos. In 2018 stappen gefrustreerde OM’ers daarom naar NRC, waar ze een beeld schetsen van een verziekte werksfeer en vriendjespolitiek, als gevolg van die verhouding.

Regie

Volgens een voormalig OM’er die het van dichtbij heeft meegemaakt, waren andere leden van de OM-top ‘vooral aan het praten, in een poging de gemoederen te sussen’. ‘Rinus trok de regie naar zich toe, en kwam met het voorstel een externe commissie de klachten te laten onderzoeken.’

Als in 2019 de onderzoekscommissie haar conclusies presenteert, blijkt dat er bij het OM een cultuur heerst waarin pijnlijke zaken onbespreekbaar zijn en het ontbreekt aan leiderschap. Het leidt uiteindelijk tot het ontslag van Bloos en Van Nimwegen. Ook andere (hoofd)officieren vertrekken in die periode, al dan niet vrijwillig. En de top van het OM belooft zijn best te doen om een veilige werksfeer te creëren, waarbinnen kritiek welkom is.

Regie
Beeld ANP

Persoonlijke opvattingen

Bij het grote publiek is Otte dan nog een onbekende. Dat verandert als Wim Faber, de vader van de vermoorde Anne, in 2018 een open brief naar hem stuurt. Daarin vraagt hij Otte af te treden als procureur-generaal. Want volgens Faber is de dood van zijn dochter het gevolg van ‘het falen van de rechtsgang’, en heeft Otte daarin een prominente rol gespeeld.

Otte was een van de drie raadsheren die de dader in 2012 voor een eerder delict, een brute verkrachting van twee meisjes, veroordeelde tot een celstraf. Wat Faber betreft hadden de raadsheren destijds al genoeg aanwijzingen dat deze Michael P. gedwongen moest worden behandeld in een tbs-kliniek. Het is kritiek die het Arnhemse gerechtshof later zal weerspreken.

Maar in de brief vraagt Faber zich nog iets af: hebben Ottes persoonlijke opvattingen over tbs meegespeeld bij het besluit om P. in 2012 een celstraf te geven? In meerdere interviews heeft Otte zich kritisch uitgelaten over tbs en gepleit voor een herwaardering van de klassieke celstraf. Otte vindt dat daders niet te snel een stoornis toegedicht moeten krijgen en dat rechters niet moeten denken dat ze maatschappelijk hulpverleners zijn.

Het is niet de enige kwestie waarover betrokkenen zich afvragen in hoeverre persoonlijke opvattingen meespelen bij zijn professionele keuzes. Zo besluit het OM, op initiatief van Otte, in 2018 een proefproces aan te spannen tegen een arts die een dementerende vrouw ‘onzorgvuldig’ zou hebben geëuthanaseerd.

Nadat de Hoge Raad deze arts in 2020 heeft vrijgesproken, zegt de arts in de Volkskrant dat ze zich gebruikt voelt door Otte. ‘Ik denk dat hij diep in zijn hart tegen deze vorm van euthanasie is. Het is zijn hobby die hier over mijn rug is uitgevochten.’

Maar volgens oud-rechter Van Kuijck, die nauw met Otte heeft samengewerkt, kun je die conclusie niet trekken. ‘Enerzijds kan je zeggen dat hij er inderdaad strak in zit. Otte was bang dat de euthanasiewetgeving te soepel zou worden toegepast. Maar de euthanasiewetgeving was destijds redelijk nieuw, en het onderwerp lag maatschappelijk heel gevoelig. Het is dan juist de taak van de OM-top zulke wetgeving te laten toetsen door een rechter.’

Otte zelf heeft hierover in de Volkskrant gezegd dat het euthanasieproces zeker niet moet worden gezien als een ‘kruistocht van het OM’. Volgens hem was het proces bedoeld om artsen te beschermen. ‘Als duidelijk is wat wel en niet mag, kunnen ze zich beter verweren tegen mensen die druk uitoefenen om euthanasie te plegen.’

Streng in de leer

Otte is een legalist. Als voormalige gereformeerde beschouwt hij de wet als ‘een soort Bijbel’. Waar sommige juristen vinden dat officieren en rechters moeten handelen in de ‘geest van de wet’, is Otte van mening dat deze ‘eigenwijsheid’ leidt tot willekeur. Hij presenteert zich als iemand die de letter van de wet volgt. Want het recht is ‘het enige dat ons onderscheidt van een bananenrepubliek’.

Volgens een oud-OM’er, die is vertrokken omdat het onder Ottes leiding ‘te benauwd werd’, betekent dit dat hij ‘gruwt van maatwerk’. ‘Otte staat er heel anders in dan zijn voorgangers. In de tijd van Herman Bolhaar en Marc van Nimwegen was het uitgangspunt dat het OM betekenisvol, zichtbaar en herkenbaar moest zijn.’ Oftewel: je moet niet alleen kijken naar de misdaad en de bijpassende straf, maar ook naar de vraag op welke andere manieren het OM kan bijdragen aan veiligheid, zoals preventie en reïntegratie na detentie. ‘Rinus heeft niks met betekenisvol zijn. Dat vindt hij vaag en soft.’

De oud-OM’er verwacht, net als veel anderen, dat onder Ottes leiding het OM terug zal gaan naar de basis en zich zal concentreren op de kerntaken. Oftewel: het opsporen en vervolgen van criminelen.

En daar, zeggen sommigen, is ook best wat voor te zeggen. ‘Het is een visie die duidelijkheid biedt’, vindt hoogleraar De Meijer. ‘Het OM staat al jaren onder druk, het is een organisatie die veel rollen en taken heeft gekregen. Er wordt veel verwacht. Maar er zijn te weinig mensen om al het werk te doen.’

Dat hoort ook Jeroen Recourt, PvdA-Eerste Kamerlid, uit de praktijk. ‘Er gaan veel verhalen over officieren die met onvoldoende voorbereide dossiers op zittingen aankomen. Zaken moeten uitgesteld worden omdat ze hun zaakjes niet op orde hebben.’

Terughoudender

Bovendien, voegt voormalig raadsheer Van Kuijck toe, ‘wordt in zaken waarin best wel wat bewijs is, soms toch gekozen voor een sepot (het besluit een strafbaar feit niet te vervolgen, red.) alleen vanwege capaciteitsgebrek bij het OM. Soms zelfs in grote zaken.’

Dat betekent, zegt Recourt, ‘dat er gekapt moet worden in de boom. Er zijn de afgelopen jaren allerlei trajecten met ketenpartners voor alternatieve sancties opgetuigd. Je hebt mediation, herstelrecht, Halt, de jongerenrechtbank, de samenwerking met de ggz. Ik verwacht dat het OM gaat zeggen: dit hoort niet meer bij onze taak.’

Sommigen vrezen dan ook dat justitie onder Ottes leiding terughoudender wordt om met organisaties in de strafrechtketen samen te werken. Het gevaar is, zegt Recourt, ‘dat het OM daarmee ook ontwikkelingen bij anderen blokkeert’.

‘Dat is een reëel risico’, denkt een insider. ‘In 2016 werden binnen het OM bijeenkomsten georganiseerd waarin werd nagedacht over nieuw beleid. Ik zat in de regiegroep die een nieuwe visie op papier zou zetten. Toen bleek dat alleen vergelding telt voor Otte. Hij zette een streep door alles wat te maken had met maatschappelijke relevantie en samenwerking met ketenpartners.’

Wat hoofdofficier De Beukelaer betreft zal het zo’n vaart niet lopen, al zal het OM wel vaker de vraag stellen: ‘Hoort dat wel bij ons? Maar als de wetgever zegt: het OM moet die taak uitvoeren, dan doen we dat.’

Mix

Volgens hem hoeven officieren niet te vrezen dat dat hun werk verandert. ‘Met wat er dagelijks in de rechtszaal gebeurt, bemoeit het college van procureurs-generaal zich echt niet. Bovendien is de organisatie een mix van allerlei mensen. Ik zeg weleens: het OM is een organisatie van godvrezenden en oud-militairen, die houden van wetten en regels, dan is het goed dat er ook wat rekkelijken, zoals ik bijvoorbeeld, doorheen lopen.’

Ook Rosa Jansen van Slachtofferhulp Nederland denkt dat de invloed van Otte niet zo ver zal reiken. Volgens haar is de tijd voorbij waarin je kan zeggen: we hebben een zaak voor de rechter gebracht, de wet toegepast en daarmee is het klaar. ‘Het draait niet alleen om het toepassen van het recht, je moet er ook voor zorgen dat er recht is gedaan. Zeker na de toeslagenaffaire.’

Jansen typeert Otte als een snelle denker, iemand die soms de neiging heeft te snel te gaan. En soms noemt ze hem de ‘levende klok’, want hij wil zijn tijd altijd nuttig besteden. ‘Met Rinus vergader je bijvoorbeeld nooit te lang. Als hij vindt dat alles gezegd is wat gezegd moest worden, of als de tijd erop zit, begint hij wat te schuifelen. Meteen erna pakt hij zijn spullen en loopt weg. Ik zei dan altijd: Rinus, prima als jij denkt dat we klaar zijn en weggaat. Maar volgens mij zijn we bij punt zeven, wij vergaderen nog even door.’ Ze hoopt dat hij die houding in zijn nieuwe functie zal laten varen, en meer tijd zal nemen. ‘Niet alleen om te luisteren, maar ook om echt te horen wat anderen hem vertellen.’