Beginnen met wielrennen is niet zo moeilijk, toch? Je hebt immers alleen een fiets en een helm nodig en je kunt al op pad. Toch komt er meer bij kijken als je het enigzins serieus aan wilt pakken.

1. Een racefiets

Inkoppertje natuurlijk, deze had je zelf ook wel kunnen verzinnen. Toch zijn er een aantal dingen om goed op te letten. Allereerst is het belangrijk dat je nieuwe racefiets de goede maat heeft. Het zou zonde zijn als je deze mooie sport al snel weer gedag zegt vanwege blessures of pijn omdat de maat van je fiets niet goed is.

Daarnaast is het belangrijk om niet al je budget op te maken aan de racefiets, omdat er nog meer dingen heel belangrijk zijn. Kosten besparen? Denk dan ook eens aan een tweedehands racefiets. Zo kun je laagdrempeliger beginnen met wielrennen.

2. Een fietshelm

Fietsen zonder helm is niet meer van deze tijd. Veiligheid boven alles, dus draag je gewoon een helm als je op pad gaat. Helmen zijn er in allerlei soorten en maten. Om bij dat laatste te beginnen: pas een helm altijd voordat je hem koopt. Je hoofdomtrek bepaalt of je een maat S, M of L nodig hebt. Koop je een te kleine helm, dan zit-ie logischerwijs niet lekker. Koop je ’m te groot, dan gaat de helm schuiven en beschermt hij je bij een eventuele val minder goed.

Helmen zijn er van betaalbaar tot behoorlijk duur, maar qua veiligheid hoeft een duurdere helm niet per se veel beter te zijn. Het verschil zit hem vooral in comfort, gewicht en aerodynamica. Kies een bekend merk en koop hem bij voorkeur bij een (race)fietswinkel of specialist. Wat wel een fijne toevoeging is voor de veiligheid is een helm met MIPS, KinetiCore, Wavecell of een ander soort systeem. Dat geeft de helm iets ruimte geeft om te draaien bij een val, waardoor de impact van de val wordt verminderd wat de kans op hersenletsel kleiner maakt.

Koop altijd een nieuwe helm en geen tweedehands. Soms kan een helm door een val onzichtbaar beschadigd zijn. Hij lijkt van buiten misschien nieuw, maar de beschermende schuimlaag kan kapot zijn. Dat brengt extra kans op letsel met zich mee. Gewoon nieuw kopen dus!

3. Fietskleding

Fietskleding is een nogal breed begrip, maar los van de schoenen die we hieronder apart behandelen bestaat een (zomer)outfit uit drie belangrijke items: een fietsbroek, een fietsshirt (ook wel jersey genoemd) en handschoenen.

De fietsbroek

Onderbroeken zijn een geweldige uitvinding, maar niet als je langere tijd op de fiets zit. Dan gaan ze schuren en irriteren. Daarom dragen we bij het wielrennen een fietsbroek (dus zonder onderbroek!) met een zeem erin. Vroeger was dat een lap van echt zeemleer -vandaar de naam-, maar tegenwoordig zijn het een soort in de broek ingebouwde zadels. Deze geven extra comfort, zodat je zonder schuurplekken en andere ongemakken kunt fietsen.

Net als gewone broeken zijn ze er met korte en lange pijpen, maar een ander belangrijk verschil is de keuze voor een fietsbroek met of zonder schouderbanden. Het grote voordeel van een fietsbroek mét zulke schouderbanden is dat hij goed blijft zitten en niet gaat zakken. Omdat je de banden onder je fietsshirt draagt, is het vooral bij een sanitaire stop soms iets lastiger.

Het fietsshirt

Je kan met een gewoon (sport)shirt op de fiets gaan zitten, maar een speciaal fietsshirt heeft een aantal voordelen. Zo is de stof vaak lekker luchtig, valt hij mooi strak zodat hij niet gaat klapperen in de wind, is hij van achteren iets langer (aangezien je voorovergebogen op je fiets zit) en zitten er meestal drie vakken op de achterkant. Daar kun je vaak alles in kwijt wat je onderweg mee wil nemen, zoals wat te eten, een bandenplakset, een fietspompje en je telefoon. Je hebt dus niet per se een zadeltasje nodig, al is het wel veiliger om geen harde dingen in die zakjes te stoppen. Als je daar op valt kun je je rug juist extra bezeren.

Tip: draag een adamend sportshirt of -als het iets kouder is- een thermo onder je fietsshirt. Heb je een fietsbroek met schouderbanden, draag dat ondershirt dan onder die banden.

De meeste fietsshirts hebben achterop drie vakken om wat proviand en bandenplaksetje mee te nemen

Fietshandschoenen

Wie een lekkere fietstocht gaat maken houdt zo een uur of meerdere uren het stuur vast. Daar kun je behoorlijk rode handen of zelfs blaren van krijgen als je geen fietshandschoenen draagt. Een fietshandschoen is daarom voorzien van wat extra bescherming op de plekken waar je je stuur vast hebt.

Een andere belangrijke reden om fietshandschoenen te dragen is voor het geval je valt. Je hebt namelijk instinctief de neiging om jezelf op te vangen met je handen en dat kan lelijke schaafwonden op leveren. De meeste fietshandschoenen bedekken niet je vingers, zodat ze ook in warm weer niet te klam worden, al zijn er voor kouder weer ook dikkere, volledig bedekkende handschoenen.

Winterkleding

Bovenstaande info is vooral van toepassing op fietskleding voor lekker weer. Er is ook allerhande kleding voor andere weersomstandigheden. Denk aan regenjasjes, windjacks, lange broeken en shirts, arm- en beenstukken en zelfs mutsen of balaclava’s. De meeste beginnende wielrenners zullen vooral fietsen bij lekker weer, je merkt snel genoeg of je fanatiek genoeg bent om ook als het kouder of natter is op de fiets te springen.

4. Fietsschoenen en klikpedalen

Iets waar bijna iedereen die gaat beginnen met wielrennen tegenop ziet is het gebruik van klikpedalen. Dat zijn speciale pedalen waar je met zogenaamde schoenplaatjes onder je fietsschoenen kunt inklikken. Het lijkt een heel eng idee om met je voeten aan je pedalen vast te zitten, zeker wanneer je even snel wil afstappen. Toch willen we je graag adviseren om meteen met klikpedalen te beginnen.

Het vergt een klein beetje gewenning, maar het went ook heel snel. Op een klikpedaal kun je met een schroefje instellen met hoeveel kracht je kunt in en uitklikken, dus begin vooral met een lichte instelling. Meer weten? Met deze tips ben je binnen de kortste keren een pro in het in- en uitklikken van je fietsschoenen!

schoenen

Schoenplaatjes

De fietsschoen is een speciale schoen met een harde onderkant en speciale bevestigingspunten voor schoenplaatjes. In het geval van wielrenschoenen zijn dat drie bevestigingsgaatjes. Er zijn verschillende kliksystemen op de markt, voor racefietsen is Shimano SPD-SL een bekende en voordelige optie.

Mountainbikeschoenen hebben een tweepuntsbevestiging en kleinere plaatjes die tussen de noppen passen. Door die noppen kun je veel beter lopen met je fietsschoenen, wat sommige wielrenners ook fijn vinden. Let er in ieder geval op dat de schoenen geschikt zijn voor hetzelfde kliksysteem als je pedalen of vice versa.

Tip: SPD-SL-schoenplaatjes zijn er in verschillende soorten, herkenbaar aan hun kleur. Met de gele plaatjes kun je je voeten nog wat draaien, bij de blauwe is er minder draairuimte en bij de rode plaatjes is er geen zijdelings draaien mogelijk. Profrijders vinden dat fijn, maar voor beginnende wielrenners zijn die rode plaatjes af te raden. Staat je schoenplaatje namelijk een beetje scheef, dan kan je dat niet meer corrigeren en loop je kans op knieletsel.

5. Onmisbare dingen voor onderweg

Het klinkt wat cryptisch, maar er zijn een paar dingen die je eigenlijk altijd bij je moet hebben tijdens het fietsen. Ga daarom niet de deur uit voor je onderstaande dingen bij elkaar hebt gesprokkeld.

Bidon met drinken

Zorg dat je altijd één bidon met water bij je hebt, als je lang gaat fietsen neem je een tweede mee. Naast water kun je ook kiezen voor isotone sportdrank of hete thee als het buiten kouder is. Die is na een tijdje fietsen dan nog net warm genoeg om een beetje verlichting te geven.

Trek Checkpoint SL 6
Ruimte voor een bidon.

Eten

Zelfs als je een klein blokje gaat fietsen, neem even iets te eten mee. Elke ervaren wielrenner heeft wel eens een hongerklop gehad, maar liever ben je die voor. Een banaantje, een stukje ontbijtkoek of een mueslireep zijn prima om de suikers weer even aan te vullen.

Voor langere of intensievere ritten heb je ook speciale sportvoeding, zoals energybars of gelletjes. Dit soort snelle suikers worden nog sneller door het lichaam opgenomen. Het standaard advies is gemiddeld zo’n 60 gram koolhydraatinname per uur.

Reparatie- en bandenplaksetje

Waarschijnlijk neem je het 99 van de 100 keer voor niks mee, maar eens ga je blij zijn dat je het bij je hebt: wat spullen om kleine reparaties aan je fiets direct uit te voeren. Denk aan een kleine multitool met veel gebruikte inbussleutels en schroevendraaiers (bijvoorbeeld om je zadel iets hoger of lager te zetten), een reserve binnenband (of pluggen als je tubeless rijdt), een setje bandenlichters en een fietspompje.

zadeltas inhoud

6. Niet nodig, wel fijn of leuk!

Tot zover alle dingen die we je aanraden om aan te schaffen of te lenen als je gaat beginnen met wielrennen. Dan zijn er ook nog wat dingen die het leven op de fiets net wat aangenamer of leuker maken.

Een fietsbril

Een bril is op de fiets niet alleen een fashion-item, maar ook buitengewoon nuttig. Bij zonnig weer houdt het schadelijke zonnestralen tegen en zorgt een bril ervoor dat je minder met je ogen hoeft te knijpen. Daarnaast krijg je niet om de haverklap vliegjes in je ogen en zorgt het er onder koele omstandigheden voor dat je geen last krijgt van traanogen.

De duurdere modellen hebben verwisselbare lenzen, voor alle omstandigheden. Denk bijvoorbeeld aan somber weer, een regenachtige of zonnige dag. Het is ook mogelijk om een bril op sterkte te laten maken. Een nadeel is dat je die bril niet even kunt afzetten als-ie beslaat of vies wordt.

Een fietscomputer (of telefoonhouder)

Wat is er leuker dan om na afloop van een rit te zien waar je gefietst hebt? Een fietscomputer geeft jouw fietsrit een extra dimensie. Hoe hard ga je? Hoe lang heb je gereden? Op elke simpele fietscomputer zitten die gegevens. Koop je een duurdere fietscomputer, dan kun je bijvoorbeeld routes volgen of tijdens het rijden maken.

Vroeger waren fietscomputers uitgerust met een kabeltje met aan het einde een wielsensor, tegenwoordig werkt alles op gps en is installatie een eitje. Een andere optie is een houder voor je smartphone op het stuur. Er zijn diverse apps (Komoot, Runkeeper en Strava zijn de bekendste voorbeelden) die je smartphone omtoveren in een fietscomputer.

Fitnessmeters

Tegenwoordig kun je alles meten: je hartslag, de kracht die je levert op je pedalen en de cadans (het aantal rondjes dat je met je benen draait per minuut). De hartslagmeter is de bekendste. Voorheen was dit een band die je om je middel heen doet, tegenwoordig hebben veel mensen een fitnesshorloge of smartwatch die ook uitstekend je hartslag kan meten. Vaak zijn dit soort meters en sensoren te koppelen aan slimme fietscomputers, zodat je je rit tot in detail kunt analyseren. Leuk, soms nuttig, maar ook iets waarin je je behoorlijk kunt verliezen…


Fiets Startersgids

Meer weten? Bestel dan nu de speciale uitgave van Fiets over beginnen met fietsen!