Direct naar artikelinhoud
Waardering mbo’ers

Gemeente Utrecht doet de termen ‘hoger’en ‘lager’ opgeleid in de ban

Mbo-studenten namen afgelopen zomer voor het eerst deel aan de introductieweken in Utrecht.Beeld Werry Crone

De gemeente Utrecht spreekt voortaan niet meer over ‘hoger en lager opgeleid’. Deze en andere maatregelen moeten de waardering voor mbo’ers vergroten.

Als het aan de gemeente Utrecht ligt, kent de stad voortaan geen hoger- en lageropgeleiden meer. In haar eigen communicatie schrapt de gemeente voortaan dit soort ‘waardegeladen terminologie’, staat te lezen in het nieuwe Mbo-uitvoeringsplan dat vrijdagavond werd overhandigd aan minister Robbert Dijkgraaf (Onderwijs).

In officiële brieven of enquêtes van de gemeente zullen de verschillende opleidingsniveau’s voortaan bij naam worden genoemd. Ook hanteert de gemeente niet meer het veelgemaakte onderscheid tussen mbo en ‘hoger onderwijs’ (lees: hbo en universiteiten), maar spreekt ze voortaan enkel van ‘vervolgonderwijs’, waarmee alle drie de niveaus worden aangeduid.

Mbo’ers moeten volop kunnen deelnemen

Opvallend genoeg kiest de gemeente bewust niet voor de alternatieve termen ‘praktisch en theoretisch opgeleid’. Die zouden volgens de gemeente niet aansluiten bij de realiteit, bijvoorbeeld omdat een universitaire geneeskundestudie uiteindelijk ook opleidt tot een praktisch beroep.

De gemeente hoopt dat ook samenwerkingspartners het taalgebruik overnemen. “Als we neerbuigend of vernederend taalgebruik tegenkomen, gaan we het gesprek aan,” valt te lezen.

De aanpassing is er een in een reeks maatregelen om de waardering voor het mbo te vergroten. In het nieuwe mbo-uitvoeringsplan staat daarnaast dat mbo-studenten voortaan volop moeten kunnen deelnemen aan het studentenleven in de Domstad.

‘We moeten van ver komen’

De eerste veranderingen zijn al ingezet. Het afgelopen jaar konden mbo-studenten bijvoorbeeld voor het eerst deelnemen aan de introductieweken voor eerstejaarsstudenten. Maar studentenverenigingen, -kroegen en -huisvesting zijn nog vooral gericht op studenten van de hogeschool en universiteiten, met uitsluiting van mbo’ers tot gevolg. Ook dat moet anders, zegt de gemeente nu.

“We moeten van heel ver komen”, zegt wethouder Dennis de Vries, die zelf ook aan het mbo studeerde. “We zijn succes de afgelopen decennia steeds meer gelijk gaan stellen aan het bezitten van cognitief talent. Dat is heel hardnekkig, en verandering gaat tijd kosten. Maar wat we hier lokaal doen, heeft hopelijk een weerslag in de hele samenleving.”

De presentatie van het plan vond vrijdagmiddag plaats op een symbolische locatie: café De Kneus. Deze bekende studentenkroeg kwam vorig jaar in opspraak omdat mbo-studenten er aan de deur werden geweigerd. Het café wil daarmee laten zien dat het voortaan anders moet.

Lees ook:

Mbo’ers gaan graag het gevecht aan voor erkenning

Hoger opleiden is een maatschappelijke norm geworden. Mbo’ers, de grootste groep studenten, voelen dat. Het is soms knokken om gezien te worden.