Direct naar artikelinhoud
Paul van Tongeren: de ethiek veranderen bij de overheid is een zaak van lange adem
Beeld Mart Veldhuis
InterviewDenker des Vaderlands

Paul van Tongeren: de ethiek veranderen bij de overheid is een zaak van lange adem

Worden de miljoenen aan ethische programma’s binnen de overheid goed genoeg besteed? Bij zijn afscheid als Denker des Vaderlands is filosoof Paul van Tongeren niet pessimistisch, maar wel bezorgd.

In zijn laatste dagen als Denker des Vaderlands wachtte hem de lang uitgestelde uitvoering van een van zijn belangrijkste opdrachten: een toespraak houden voor de minister van binnenlandse zaken en ambtenaren van de Rijksoverheid. Je kunt van het fenomeen ‘Denker des Vaderlands’ vinden wat je wilt, maar op zo’n moment moet een ambassadeur van de filosofie zijn titel waarmaken.

“Toen ik een paar maanden Denker des Vaderlands was, werd ik hierover benaderd. Het was niet lang nadat het kabinet begin 2021 ontslag had genomen wegens de toeslagenaffaire,” zegt Paul van Tongeren in zijn Nijmeegse woning, met rondom zicht op de goed onderhouden en vogelrijke tuin.

Er was een gevoel van urgentie. Ongekend onrecht, het eindrapport over de toeslagenaffaire, bood een ontluisterend beeld van een onmenselijk optredende overheidsmachine die duizenden levens verwoestte onder het mom van fraudebestrijding. De regering had in reactie hierop maar liefst 25 miljoen euro vrijgemaakt voor ethische reflectie, waarvan 10 miljoen voor het programma ‘Dialoog en ethiek’ onder leiding van Erik Pool, dat vijf jaar moest gaan duren. “‘We moeten bij zestigduizend ambtenaren het moreel besef versterken,’ verzuchtte Pool tegen mij toen hij me erbij betrok. Dat is inderdaad geen geringe opgave. En als je er directe, meetbare resultaten van verwacht, dan bouw je de teleurstelling eigenlijk al in.”

Er was – en is – hoe dan ook werk aan de winkel. Van Tongeren: “Ik heb bijdragen geleverd aan een meerdaagse start-conferentie van het programma. Daarna heb ik voor verschillende groepen, online en fysiek, seminars over ethiek verzorgd, en steeds weer zag ik naast de goede wil ook dingen die me verbaasden.”

Wat gaat er zoal verkeerd in uw ogen?

“Een van de eerste werksessies waar ik bij ingeschakeld werd, vond plaats op een conferentieoord op een landgoed in de omgeving van Den Bosch. Het was een meerdaagse dialoogsessie, en alles was tamelijk luxe. Dat was wel het eerste dat vragen bij mij opriep: het hoeft niet op droog brood, maar moet het echt zo overdadig? Het antwoord luidt dan dat dit zou helpen om mensen erin mee te krijgen. Maar als dat ervoor nodig is, wekt dat bij mij de indruk dat er iets fout zit in de basis.”

De overdadigheid van dergelijke bijeenkomsten werd onlangs in NRC Handelsblad ook beschreven. Net als het opmerkelijke karakter van sommige activiteiten, zoals blootsvoets schilderen of dansend het onzegbare uitdrukken. En problematischer: kritische ethische reflectie – dat waar dit programma toch om begonnen is – werd gefnuikt. Ambtenaren mochten in podcast-opnames vrijuit spreken over hun morele problemen in de praktijk. Maar vervolgens werd publicatie maandenlang opgehouden, pas deze week verscheen de eerste online. “De inhoud ligt gevoelig”, zegt Van Tongeren. “Maar de suggestieve toon van het NRC-artikel, dat het uiteindelijk allemaal duurbetaalde onzin is, getuigt van cynisme.”

Maar u deelt wel iets van de kritiek?

“Helaas wel. Bij een van de sessies die ik begeleidde kwamen veel minder mensen opdagen dan aanvankelijk berekend was. We waren met een handvol mensen, maar de flessen en schalen vol exclusieve hapjes na afloop waren genoeg geweest voor een massa. Het deed mij denken aan een eerdere zaak, waarin een ambtenaar vertelde over een dag die ze organiseerde in het kader van het programma Loyale Tegenspraak, dat speciaal daarop gericht is: morele pijn naar boven halen en bespreekbaar maken tegenover superieuren in de organisatie. Op het laatste moment had haar leidinggevende het complete programma vol activiteiten teruggesnoeid tot een korte lezing en daarna: een ‘uitgebreide borrel’. Dit heb ik vaker gehoord en gezien: goede pogingen worden vroegtijdig gesmoord, weggemasseerd, de ‘borrel’ helpt daarbij.”

Er zijn of waren naast ‘Dialoog en ethiek’ al aardig wat programma’s, vat de Denker in zijn lezing samen, die allemaal proberen om de werkwijze van de overheid te verbeteren: ‘Ambtelijk vakmanschap’, ‘Grenzeloos samenwerken’, ‘Werk aan uitvoering’, ‘Loyale tegenspraak’, enzovoorts. Dan zijn er nog speciale programma’s rond het 175-jarig bestaan van de Grondwet, en er is een ‘Huis voor Klokkenluiders’, dat volgens Van Tongeren momenteel bedreigd wordt door ‘een twist tussen juristen en ethici’.

Hebben al die initiatieven iets geholpen?

“Een terechte vraag. Je zou er cynisch van worden. Toch is dat in mijn ogen nog wel het allergrootste gevaar. Dat we zeggen: ach, laat ook maar zitten die ethiek. In mijn lezing wil ik juist tegen dat cynisme ingaan.”

U pleit voor geduld. Is dat niet wat makkelijk?

“Dat is een stuk minder makkelijk dan het lijkt. Als eerste moet ik zeggen dat mijn pleidooi voor geduld niet slaat op de behandeling van de slachtoffers van de toeslagenaffaire, de gaswinning in Groningen, de overstromingen in Limburg en ga zo maar door. Waar schade geleden is moet die onverwijld gecompenseerd worden en onderschrijf ik de stelling van de ombudsman: ‘De burger kan niet wachten’. Maar in een ander opzicht is geduld precies wat we missen, zowel burgers, politiek als ambtenaren.”

Waarom zou geduld kunnen helpen?

“Geduld is de deugd die ons kan beschermen tegen het cynisme dat de moed opgeeft, dat niet meer meedoet, dat alleen nog meewarig hoofdschuddend kijkt naar al die pogingen om te werken aan een rechtvaardige overheid, en dat meent dat ethiek niet meer is dan ‘gevoelens en ervaringen met elkaar delen’, ‘zinloos gepraat’ dus. Maar let op: het geduld dat ik daar tegenover plaats is geen passief afwachten.

“Wanneer je geduld beschouwt als een deugd, en dus een virtuositeit, dan is deze houding volgens de traditie van de deugdethiek het optimale midden tussen twee extremen. Het ene extreem is de lauwe onverschilligheid van het cynisme: degene die daaraan lijdt kan het allemaal niets meer schelen. Het andere extreem is blind fanatisme, dat daarmee slechts voorsorteert op mislukking en dus ook weer cynisme.”

Hoe vinden we het juiste midden tussen deze twee extremen?

“Daarvoor heb je volgens dezelfde traditie twee ondersteunende krachten nodig: woede en moed. Woede staat voor de blijvende verontwaardiging over het kwaad dat bestreden moet worden of de hartstocht waarmee het ideaal nagestreefd moet blijven worden. En moed staat voor de kracht om te verdragen, te dulden dat het doel nog niet bereikt is. Geduld is de deugd van degene die op een virtuoze manier kan volhouden, zoals de klokkenluider. Virtuositeit vraagt oefening en oefening vraagt tijd.”

Ziet u dit gebeuren in de genoemde ethische programma’s?

“Het kan, maar daartoe zal het wel een zaak van de lange adem moeten zijn. Wie denkt dat in dit verband snelle of definitieve oplossingen bestaan, vergist zich. Il faut cultiver son jardin, schreef Voltaire, je moet je tuin onderhouden. Dat is denk ik een goed beeld voor een gezonde ethische houding: een tuinier kan nooit definitief afrekenen met de problemen die zich in de tuin voordoen, zoals hardnekkig onkruid. Niet alleen herhalen de werkzaamheden zich elk jaar en moet er steeds opnieuw worden gesnoeid, gewied en gezaaid, maar ook doen zich steeds nieuwe verschijnselen voor die nieuwe reflectie en strategie vergen. Te vaak zie ik bovendien dat moreel beraad of andere ethiek-sessies worden gebruikt om ‘buikpijnmomenten’ uit te wisselen en tranen te plengen. Dat is zinnig, maar niet meer dan een begin. Vervolgens moet er met kennis van ethiek geoefend worden in manieren om aan die gevoelens kracht van argumenten te geven en met kennis van het recht aan manieren om veranderingen te realiseren.”

Tweejaarlijkse Balans-lezing van scheidend Denker des Vaderlands

Denker des Vaderlands Paul van Tongeren hield donderdag in Groningen de eerste Balans-lezing, georganiseerd door de Rijksoverheid. De Nationale Ombudsman en de minister van binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties reflecteerden op het verhaal. Hiermee sluit de Denker des Vaderlands zijn termijn af. De volgende Denker, Marjan Slob, zal over twee jaar hetzelfde doen.

De complete lezing is te vinden op trouw.nl/balanslezing

Podcast van ambtenaren over ethiek

Nederland telt 130.000 rijksambtenaren. In de podcast Hallo Hannah vertelt een aantal van hen over morele dilemma’s.

1. “Tijdens de eerste vluchtelingencrisis, uit Syrië, zei mijn afdelingshoofd: ‘Bedenk voor de bewindspersoon een regeling voor deze groep vluchtelingen, zo minimaal mogelijk’. Het is niet oké om iets te vragen voor een specifieke groep – dat mag al niet – en het gaat die groep niet helpen. Het kón ethisch niet. Toen ik mijn hand opstak en zei: ‘Gaan we niet de verkeerde kant uit?’, kreeg ik te horen: dat is je plicht als ambtenaar. Ik ben van de taak afgehaald.”

2. “Ik werkte aan projecten in ontwikkelingslanden, maar is Servië wel een ontwikkelingsland? Ik vond het lastig om het te verdedigen. Maar je hebt ook je contacten op de ambassade en dan wil je niet zomaar de stekker eruit trekken. Het zat me niet lekker.”

3. “Als ambtenaar kijk je toe, en je kunt ingrijpen. Je kunt kiezen en zeggen: dit kán niet. Of: ik doe de gordijntjes dicht, ik wil geen problemen. Het is mijn plicht om voor slachtoffers te kiezen. Anders denkt de dader: het is oké.”

4. “Ik krijg te horen: je bent niet politiek-bestuurlijk sensitief. Ik kom niet meer op de trajecten waar met de hogere lijn wordt geschakeld. Ik dacht dat je als ambtenaar de bestuurder moet helpen met te weten wat er speelt, maar je wordt beoordeeld of je levert wat gevraagd wordt. Dus schakel ik wel eens de buitenwereld in, zodat er Kamervragen gesteld worden. Maar dat is wel raar.”

5. “Binnen dit ministerie is een sterke cultuur van: tegenspraak en kritiek zijn welkom, maar volgzaamheid is gewenst. Dus hoor je ook: als je carrière wilt maken, moet je je principes opgeven. Daar word ik cynisch van.”

Lees ook:

Voor de nieuwe Denker des Vaderlands Paul van Tongeren (70) staat het wonder van betekenis centraal

Paul van Tongeren is de nieuwe Denker des Vaderlands. Trouw-journalist Marc van Dijk volgde hem in de aanloop naar zijn Denkerschap en reisde met hem mee naar Kreta, waar de filosoof een cursus gaf. Eén onderwerp stond onmiddellijk centraal: het wonder van betekenis.

Correctie

In een eerdere versie van dit artikel is door een redactionele inkorting de suggestie ontstaan dat Paul van Tongeren de poging tot ethische reflectie slechts ‘duurbetaalde onzin’ vindt. Dat is onjuist.