Direct naar artikelinhoud
Profiel

Wie is Micha Kat, de bekendste complotdenker van Nederland? En hoe kon hij zo radicaliseren?

Wie is Micha Kat, de bekendste complotdenker van Nederland? En hoe kon hij zo radicaliseren?
Beeld Laurens van Gurp (origineel portret: Paul Levitton)

Van een talentvolle, volhardende journalist ontpopte Micha Kat zich tot een berucht complotdenker en stalker, die onder meer terechtstaat voor bedreiging. Hoe kon het zover komen? En hoe kijken zijn naasten tegen hem aan? ‘Hij is van de weg geraakt.’

Met een rood vest om de schouders komt ’s lands bekendste complotdenker zaal E1 van de Haagse rechtbank binnen. Hij kijkt naar de aanwezige journalisten en naar de publieke tribune, zwaait even en neemt dan plaats in de verdachtenbank.

‘Ik ben trouwens Micha Kat’, zegt hij even later tegen de voorzitter van de rechtbank, kort nadat die op 13 december 2022 de regiezitting geopend heeft. ‘Mag ik ook uw naam weten?’

De rechter weigert. Zijn naam komt later onder het proces-verbaal van de zitting te staan, zegt hij.

Kat, fel: ‘U moet volgens mij nu zeggen wie u bent!’

De rechter: ‘Ik moet niks.’

Even later begint Kat een lang verhaal af te steken, waarbij de rechter zijn microfoon uitzet. Als hij ondanks meerdere waarschuwingen blijft doorpraten, vraagt de rechter de parketpolitie om hem mee de zaal uit te nemen. Tegen de advocaat zegt de rechter: ‘Meneer Stapel, we gaan het zonder uw cliënt doen.’

Eloquente pestkop

De scène is typerend. Waar de 59-jarige Kat komt, volgt theater. Hij is een volhardende stoorzender, een clowneske ontregelaar, een eloquente pestkop. En dat is hij altijd geweest. Maar waar zijn strapatsen aanvankelijk onschuldig waren, is hij de laatste twee decennia geradicaliseerd. Van een talentvolle journalist veranderde Kat in een invloedrijke complotdenker.

Kat verspreidde niet alleen de theorie dat een geheim genootschap over de wereldbevolking probeert te heersen, maar hij gelooft ook dat burgers via vliegtuigstrepen vergiftigd worden, dat de aanslagen van 11 september 2001 in scène zijn gezet, dat het coronavirus bewust is verspreid en dat de elite baby’s offert in satanische pedofielennetwerken.

Weer een celstraf
Beeld Laurens van Gurp

Ondertussen maakte hij menig leven tot een hel. Kat werd de afgelopen jaren veroordeeld voor onder meer smaad, laster, stalking, vernieling, bedreiging, opruiing en het doen van valse bommeldingen. Ook wist hij anderen in beweging te krijgen. Tijdens de coronapandemie bedreigden zijn volgers politici, bestuurders en wetenschappers. Twee mannen gooiden een molotovcocktail naar binnen bij een kritische Groningse journalist.

Mede daarom waarschuwde de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid in november voor complotdenkers: ‘De verspreiding en normalisering van dergelijke theorieën kan aanleiding vormen voor het plegen van extremistische en zelfs terroristische handelingen’, schreef de NCTV in het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland.

‘Complotdenken is niet zonder risico’, zei de officier van justitie tijdens de regiezitting in december, waarbij hij verwees naar de analyse van de NCTV. Het OM heeft dan ook een stevige zaak voorbereid tegen Kat. Hij wordt onder meer verdacht van opruiing, omdat hij op YouTube het volgende zei: ‘Mensen, we moeten ze kapotmaken. Kapotmaken! Alle rechters zijn nu free targets!’ Daarnaast staat hij terecht voor het bedreigen van onder meer RIVM-topman Jaap van Dissel. Op 28 maart wordt de zaak inhoudelijk behandeld.

Een driedimensionaal portret

Wie is deze man, die in complotkringen door velen op handen gedragen wordt? En op welke momenten in het leven nam hij de verkeerde afslag? Familieleden, vrienden en collega’s staan niet in de rij om over hem te praten. Omdat het te pijnlijk is. Omdat ze niet met hem geassocieerd willen worden. Of omdat ze bang zijn.

‘Citeer me maar niet met naam’, zegt een dispuutgenoot van het Amsterdams Studenten Corps. ‘Ik wil Kat niet in mijn straat.’ Kat stond geregeld bij mensen voor de deur door een megafoon te schreeuwen. ‘Hij is heel onvoorspelbaar’, zegt een ander die niet met naam genoemd wil worden. ‘Ik wil geen mikpunt worden.’

Een driedimensionaal portret
Beeld Laurens van Gurp

Toch juichen veel mensen die hem kennen het toe dat er een driedimensionaal portret van Kat wordt geschetst. ‘Ik wil laten zien dat hij een aardig persoon was’, zegt iemand, ‘maar dat hij niet genoeg hulp kreeg, hulp weigerde en daardoor van de weg is geraakt.’

Altijd goed voor spektakel

Micha Kat, geboren in Amsterdam maar opgegroeid in Eindhoven, was altijd al goed voor spektakel. Zo herinnert jeugdvriend Jeroen Buren zich hoe hun vriendengroep na het eindexamen op Interrail ging naar Griekenland en Italië. Ze daagden elkaar uit stunts te doen, waarmee ze geld konden verdienen.

Buren: ‘Op het San Marcoplein in Venetië moest Micha naar het toilet. ‘Kakstress Kat’ zei hij op zulke momenten. We boden hem een paar duizend lire als hij dat midden op het plein zou doen. Hij trok zijn broek al naar beneden, maar bedacht zich toen. Typerend voor hem: eerst doen en dan pas nadenken over de gevolgen.’

Ook in Amsterdam, waar Kat in 1981 klassieke taal- en letterkunde ging studeren, herinneren ze zich hem als een kleurrijke figuur. Hij werd lid van het Amsterdams Studenten Corps en belandde bij Osiris, dat volgens dispuutgenoot Joep Buijs bekendstond als het ‘mooiejongensdispuut’, waar vooral veel gefeest werd.

Buijs leerde Kat kennen als een uitgelaten, geestige en intelligente jongen, die graag het woord nam tijdens diners of vergaderingen. ‘Micha wilde een groter podium in het leven’, zegt hij. ‘En gezien zijn talent was dat terecht.’

Volgens een andere dispuutgenoot was Kat ‘onnavolgbaar, ongelooflijk grappig en heel dapper’. Hij herinnert zich dat Kat graag een keer beroofd wilde worden. ‘Vervolgens is hij een hele nacht op de Wallen gaan rondlopen, tot zijn portemonnee inderdaad werd gejat. Hij was euforisch dat het gelukt was.’

‘Een neus voor stront’

Na zijn afstuderen in 1987 werkte Kat korte tijd als docent klassieke talen. Dat beviel hem matig, schrijft hij in zijn memoires. Al snel raakte hij in ‘een loodzware depressie, die zes maanden zou duren’. Kat zocht zijn heil in de journalistiek en kon in 1990 bij NRC Handelsblad aan de slag, eerst als stagiair, later als freelancer.

In 1993 werd hij vader van een zoon. Een paar maanden later besloot hij ‘het echtscheidingskanon’ af te schieten, zoals hij het zelf noemt. Hij liet bloemen met een kaartje achter. ‘Je bent een geweldige vrouw’, stond daarop, ‘maar ik heb besloten weg te gaan en nooit meer terug te komen.’

‘Een neus voor stront’
Beeld Laurens van Gurp (origineel portret: Paul Levitton)

Kat koos voor het avontuur. Hij maakte reizen naar alle uithoeken van de wereld en richtte eind jaren negentig met advocaat Matthijs Kaaks het tijdschrift Amice op, een juridische glossy die al na twaalf nummers ophield te bestaan. Volgens Kat werd het tijdschrift door een concurrerende uitgever ‘met grof geweld’ uit de markt gedrukt.

Hij bleef schrijven, vooral over de wereld van advocaten en accountants. En dat deed hij goed. ‘Hij wilde tegels lichten’, zegt iemand. ‘Dat accountants niet alleen de financiën van een bedrijf controleerden, maar ook andere diensten aanboden, vond hij bijvoorbeeld onacceptabel. Zo werden bureaus als KPMG toch afhankelijk van een klant? Hoe konden ze dan nog de jaarrekening controleren?’

‘Hij heeft een neus voor stront’, zegt Tom Nierop, die tegelijk met Kat stage liep bij NRC Handelsblad en later ook veel met hem werkte. ‘Als iets niet deugde, er werd gelogen of ergens sprake was van belangenverstrengeling, dan had hij dat feilloos in de gaten. Een goede eigenschap voor een journalist.’

‘Ik bewonderde hem’, zegt Bart Mos, die rond de eeuwwisseling met Kat samenwerkte, toen hij als freelancer bij De Telegraaf aan de slag ging. ‘Hij had een extreem goed netwerk en was voor de duvel niet bang. Ook zijn gedrevenheid vond ik inspirerend. Misstanden die hij tegenkwam moest en zou hij openbaren.’

Kat leverde altijd gedegen werk af, zegt Mos. ‘Dat moest ook wel. We onthulden misstanden bij grote advocatenkantoren. Als we dingen hadden beweerd die bezijden de waarheid waren, zouden we een schoolbus vol advocaten achter ons aan hebben gekregen.’

Toch kwam er een einde aan zijn werk voor De Telegraaf. Op 16 oktober 2002 viel het kabinet-Balkenende I na maandenlange perikelen in de LPF. Kat besloot poolshoogte te nemen in de Haagse sociëteit Nieuwspoort, waar hij Kees Lunshof aan de bar trof, de toenmalige adjunct-hoofdredacteur van de krant. Kat wilde in beschonken toestand een praatje met hem maken, maar dat liep om onduidelijke redenen op ruzie uit.

Toen Kat vervolgens moest plassen, kon hij het toilet niet vinden. ‘De hoge nood dwong mij onderweg te urineren tegen een muur’, schrijft hij in zijn memoires. Kat werd uit Nieuwspoort gezet en ontving een paar dagen later een brief dat De Telegraaf niet met hem verder wilde.

Het zijn zulke incidenten die een dispuutgenoot doen verzuchten dat Kat ‘het talent heeft zichzelf in de nesten te werken’.

Roddel en achterklap

Datzelfde jaar stopte ook zijn werk voor NRC Handelsblad. De exacte reden daarvoor is onduidelijk, maar feit is dat er rond de moord op Pim Fortuyn iets knapte bij Kat.

De krant publiceerde op 6 mei 2002 een commentaar waarin hoofdredacteur Folkert Jensma stevig uithaalde naar de politicus. Diezelfde dag werd Fortuyn neergeschoten, waarna critici de krant ervan beschuldigden te hebben aangezet tot haat. Op de opiniepagina’s nam advocaat Egbert Dommering het vervolgens voor de krant op. Hij ondertekende het stuk als hoogleraar van de Universiteit van Amsterdam. Onvermeld bleef dat hij een van de huisadvocaten van de krant was.

Roddel en achterklap
Beeld Laurens van Gurp

Kat maakte zich daar woest over. In zijn memoires noemt hij het, met de voor hem typerende hyperbolische stijl, ‘een ongekend smerige manipulatie, omdat hij hiermee niet alleen claimde dat zijn stuk wetenschappelijk was, maar ook onafhankelijk’.

Het was de tijd dat online-journalistiek en opiniërende blogs in zwang raakten. Overal ontstonden vrijplaatsen waar de klassieke journalistieke codes niet meer boven het bureau hingen. Een zo’n vrijplaats was De Gezonde Roker, de website van columnist en filmmaker Theo van Gogh. Daar publiceerde Kat een ronkend artikel over de kwestie-Dommering. Het was het begin van een vaste rubriek op de site, waarin Kat als zelfbenoemde NRC-ombudsman redelijke kritiek op de krant afwisselde met roddel en achterklap.

‘Kat schreef dingen die beschadigend waren voor mensen’, zegt Folkert Jensma. Zelf werd hij door Kat consequent Volkert genoemd, net als de moordenaar van Fortuyn. ‘We waren behoorlijk aangeslagen.’

Een verstandige zet van Kat was het ook niet. Door wilde verhalen te verspreiden gooide hij zijn naam als serieuze journalist te grabbel, zegt Tom Nierop. ‘Micha heeft geen goede antenne voor wat je wel en niet kunt combineren. Dat heeft hem uiteindelijk opgebroken.’

Na verloop van tijd begon Kat de krant ook te stalken, zegt Jensma. Dan belde hij onder een andere naam en probeerde zo door te dringen tot de redactie. ‘Het was vermoedelijk een wraakoefening voor het feit dat hij nooit een vaste baan bij ons heeft gekregen. Op een gegeven moment werd het een running gag. Heb jij Kat al aan de lijn gehad vandaag?’

Juridisch gevecht

Een dikke envelop bracht het vertrouwen van Kat in de instituties verder aan het wankelen. Het was 2004 en zijn boek Topadvocatuur was juist verschenen. Voor dat boek had hij bekende advocaten geïnterviewd.

Zo sprak hij met Hugo Smit over de Chipshol-zaak, waarin vader Jan en zoon Peter Poot een complexe juridische strijd voerden over de ontwikkeling van grond rondom Schiphol. Smit vertelde tijdens het gesprek dat Nederlandse rechters soms uitvoerig met advocaten belden, wat verboden is. ‘In de Chipshol-zaak is dat ook gebeurd met mr. Westenberg van de Haagse rechtbank’, zei Smit in het boek.

Dit ene citaatje leverde Kat een brief van de landsadvocaat op, waarin hij werd gesommeerd bewijzen te overleggen van de smadelijke bewering dat Hans Westenberg gebeld zou hebben. In zijn memoires schrijft Kat dat ‘de toon van de brief zo demonisch was, zo agressief, dat direct alle vechtlust en al het verzet in mij werd aangewakkerd’.

En dat was nodig ook, want Kat kwam terecht in een eindeloos juridisch gevecht met Westenberg, die financieel gesteund werd door de Raad voor de rechtspraak. ‘Die zaak heeft veel indruk op hem gemaakt’, zegt iemand uit zijn directe omgeving. ‘Stond hij daar als eenling tegenover zo’n machtig bolwerk.’

Hierdoor liep de reputatie van Kat een nieuwe deuk op. Volgens advocaat Thijs Stapel, die hem inmiddels al bijna tien jaar juridisch bijstaat, wilden opdrachtgevers geen zaken meer met Kat doen. ‘Door deze kwestie is het misgegaan met Micha.’

Tom Nierop, destijds hoofdredacteur van Accountant, betwijfelt dat. ‘Voor mij speelde de zaak-Westenberg in ieder geval geen rol. Ik heb de samenwerking opgeschort omdat hij op andere podia steeds gekkere dingen begon te roepen. Dat was moeilijk te combineren met het werk voor ons tijdschrift.’

Afgewezen door De Telegraaf

Een nieuwe klap volgde in 2008. Kat stond op het punt naar Zuidoost-Azië te verhuizen en informeerde bij Bart Mos of De Telegraaf daar geen freelancecorrespondent kon gebruiken. Mos kaartte dit aan bij de chef buitenland, die het een goed idee vond. Toen de visitekaartjes al waren gedrukt, haalde de hoofdredactie een streep door de plannen.

‘Ik begreep de ophef niet zo’, zegt Bart Mos daar nu over. ‘Misschien speelde mee dat Lunshof toen net overleden was. Ze wilden Kat niet aanstellen terwijl hij net ter aarde besteld was.’

Het besluit maakte Kat woest. Van de ene op de andere dag was de krant waarvoor hij zo graag wilde werken verworden tot een misdadig instituut. Een reactie die typerend is voor Kat.

‘Micha is heel fel op wat hij beschouwt als onrecht’, zegt Tom Nierop. ‘Maar hij heeft geen gevoel voor proportie en nuance. Hij is heel rechtlijnig, het is goed of fout, er zit niets tussenin.’

De afwijzing maakte diepe indruk op Kat, zegt iemand uit zijn directe omgeving. ‘Hij kreeg het gevoel dat hij nergens meer welkom was, dat hij zich alleen nog tegen het systeem kon keren.’

Kat vertrok naar Laos, waar hij vanuit de hoofdstad Vientiane steeds minder regulier journalistiek werk deed. Hij besteedde zijn tijd vooral aan zijn eigen website, Klokkenluideronline, die als doel had ‘aan te tonen hoe verrot en mislukt de huidige samenleving is’, zoals Kat in zijn memoires schrijft.

‘Zijn toenmalige vriendin was vaak op reis en hij kende daar weinig mensen’, zegt iemand uit zijn directe omgeving. ‘De computer werd zijn leven. Daardoor gingen werkelijkheid en fictie door elkaar lopen. Hij werd extremistischer. En hij had weinig mensen om zich heen die hem corrigeerden.’

Bovendien kreeg hij in de complotwereld de erkenning die hij elders niet kreeg. ‘Online waren er veel mensen die hem adoreerden’, zegt jeugdvriend Jeroen Buren. ‘Dat kan verslavend werken en bijdragen aan de radicalisering. Op den duur zag Micha zichzelf als de profeet van de tribunalen waarmee ze de misdadigers aan de schandpaal zouden nagelen.’

Van journalist tot activist

Kat begon zich in die jaren ook te verdiepen in de vermeende misdaden van Joris Demmink, een hoge ambtenaar bij justitie. Die zou volgens hardnekkige, maar nooit door feiten gestaafde geruchten minderjarige jongens hebben verkracht. De overheid hield de bewijzen volgens Kat onder de pet.

Wanneer Kat in Nederland was, maakte hij filmpjes die hij via internet verspreidde. Zo wachtte hij Demmink in 2009 op bij zijn woning. ‘Meneer Demmink, misbruikt u nog steeds kinderen?’, vroeg Kat bij de voordeur aan de zwijgende topambtenaar. ‘Bent u een pedofiel, meneer Demmink?’ Het feit dat Demmink niet ontkende, was voor Kat een belangrijke aanwijzing dat hij gelijk had.

In zijn strijd tegen Demmink kreeg Kat steun van de familie Poot, die hij kende van de Chipshol-zaak. Jan en Peter Poot zagen Demmink als verpersoonlijking van het verrotte juridische systeem, zeiden ze in 2014 in een interview met de Volkskrant. ‘Hij dwarsboomt mijn plannen met de luchthaven’, zei Jan Poot. Ze betaalden Kat een maandelijkse bijdrage om zijn onderzoek naar Demmink voort te kunnen zetten.

Voor Kat, die in deze periode definitief transformeerde van journalist tot activist, draaide de kwestie vooral om pedofilie. Hij geloofde in de eeuwenoude complottheorie dat er een elitair netwerk van kindermisbruikers bestaat – een theorie die jaren later ook onder aanhangers van complotbeweging QAnon veel gehoor vindt. Volgens Kat vervulde Demmink een spilfunctie in zo’n netwerk. Bewijzen voor die stelling zijn nooit gevonden.

Stalken en dreigen

Kat draaide in 2010 verder door. Niet alleen bekladde hij het huis van Joris Demmink, hij verstoorde ook een hoorzitting van een parlementaire enquêtecommissie en hij begon journalist Bart Mos te bellen, toen die in De Telegraaf een stuk had geschreven over de zaak-Demmink.

‘Kat vond dat ik Demmink in bescherming nam’, zegt Mos. ‘Vervolgens hing hij dag en nacht krijsend aan de lijn. Soms deed hij zich voor als ‘Kees Lunshof vanuit de hel’. Het voelde alsof ik een soort gremlin in huis had gehaald. Eerst werkten we goed samen, later ontpopte hij zich tot een krankzinnige stalker.’

Toen Kat ook begon te dreigen – Mos zou een kogel door zijn kop krijgen – was de maat vol. De journalist deed aangifte en in oktober 2011 werd Kat veroordeeld tot zestig uur taakstraf, wat in hoger beroep werd omgezet in een celstraf van zeven dagen. De Nederlandse Vereniging van Journalisten royeerde Kat als lid.

Datzelfde jaar belde Kat vanuit Laos naar het ministerie van Veiligheid en Justitie. ‘Dit is een bommelding’, zei hij. ‘Als jullie binnen één uur niet Joris Demmink ontslaan en afleveren bij een politiebureau, gaat een bom tot ontploffing met honderden doden.’ Eerder had hij ook al valse bommeldingen gedaan bij de landsadvocaat.

In het voorjaar van 2012, toen Kat naar Nederland kwam, werd hij vanwege die valse bommeldingen en een aantal andere kwesties opgepakt. Hij kreeg een celstraf van bijna vier maanden opgelegd.

‘Op een bepaalde manier deed de gevangenis hem goed’, zegt iemand uit zijn directe omgeving. ‘Hij had geen internet, keek naar de Olympische Spelen en was minder bezig met de politiek.’

‘De liegende rechter’

Ondertussen liep ook de zaak van Hans Westenberg tegen Hugo Smit en Micha Kat nog. Ook onder ede bleef de rechter ontkennen dat hij Smit gebeld had.

Dat hield geen stand. In 2018 velde de Hoge Raad een definitief oordeel: Westenberg had dat telefoontje wel degelijk gepleegd en door daarover te procederen had hij het procesrecht misbruikt. Hij zou de geschiedenis ingaan als ‘de liegende rechter’.

Kat vond het buitengewoon onrechtvaardig dat de Raad voor de rechtspraak de juridische kosten van Westenberg betaalde, zegt iemand die Kat goed kent. ‘En dat die kosten later nooit op hem zijn verhaald, ook niet toen bleek dat hij glashard gelogen had. Daar was hij echt onthutst over.’

Smit kreeg in 2020 een schadevergoeding toegewezen van 1,4 miljoen euro vanwege reputatieschade en inkomstenderving, betaald door de staat. Kat hoorde afgelopen week in een vergelijkbare zaak dat ook hij nog recht heeft op een schadevergoeding. De hoogte daarvan moet nog bepaald worden, in een procedure die volgens zijn advocaat mogelijk dit jaar nog dient.

Weer een celstraf

Na zijn verblijf in de gevangenis bleef Kat de meest waanzinnige theorieën verspreiden via zijn eigen websites en via Twitter, waar hij in kapitalen iedereen voor rotte vis uitmaakte.

Zo beschuldigde hij NOS-hoofdredacteur Marcel Gelauff ervan via de NOS-berichtgeving een netwerk van pedofielen te beschermen. Hij belde Gelauff dag en nacht op. Gelauff, die Kat vooral ziet als ‘een verdrietige, zieke man’, deed meerdere malen aangifte van stalking en smaad. ‘Niet omdat ik niet over straat durfde’, zegt hij, ‘maar omdat ik vind dat ik grenzen moet stellen.’

In juni 2015 legde de rechtbank Kat een celstraf van tien maanden op. Hij had toen al de wijk genomen naar Ierland. In hoger beroep verlaagde het hof de straf in 2017 naar zes maanden cel. Hij heeft deze nog steeds niet uitgezeten.

Weer een celstraf
Beeld Laurens van Gurp

Zijn jeugdvrienden bezochten hem een paar jaar geleden in Dublin, vertelt Jeroen Buren. ‘We wilden oude tijden herbeleven en hem laten zien dat er ook een leven beyond conspiracy is.’ Het bleek een balanceeract. ‘Als we samen aan het bier zaten was het ouderwets gezellig. Maar het gesprek ontspoorde zodra we spraken over de dingen waarover hij zich druk maakte.’

Een flinke horde volgers

Tijdens de coronapandemie raakte Kat in de ban van het ongefundeerde verhaal dat er in de jaren tachtig in Bodegraven een satanisch pedonetwerk actief was geweest. Daarin zou een prominente rol zijn weggelegd voor RIVM-topman Jaap van Dissel, betrokken bij het bestrijden van de virusuitbraak.

Hoewel de verhalen gebaseerd waren op weinig meer dan de hervonden herinneringen van één man, bleef Kat ze met zijn strijdmakkers rondpompen, onder meer via uitzendingen van hun Red Pill Journal op internet. Omdat ze daarin ook het coronabeleid op de korrel namen, wisten de mannen met hun uitzendingen een flinke horde volgers te bereiken.

In 2021 trokken groepen volgers naar een begraafplaats in Bodegraven, waar ze mensen lastigvielen. Een prominente inwoner van het dorp werd zodanig geïntimideerd dat hij moest onderduiken. ‘Je voelt de impact tot in het diepst van je vezels’, zei hij onlangs tegen het Algemeen Dagblad. Verder wil hij er niets over kwijt.

De kortgedingrechter oordeelde in de zomer van 2021 al dat Kat en consorten moesten stoppen hun lasterlijke verhalen te verspreiden. Ook moesten ze reeds gepubliceerde verhalen van internet halen.

In een strafzaak werden drie compagnons van Kat vorig jaar al tot celstraffen tot achttien maanden veroordeeld wegens bedreiging en opruiing. De rechtbank sprak toen over ‘kwalijke stemmingmakerij’. Kat zat op dat moment in Noord-Ierland, waar hij onder zijn uitlevering uit probeerde te komen. Zonder succes.

In voorarrest

Ondertussen zit Micha Kat alweer anderhalf jaar in voorarrest. Op vragen van de Volkskrant mag hij geen antwoord geven, laat zijn advocaat weten. Kat valt onder een streng regime.

Een dispuutgenoot die hem in het huis van bewaring bezocht, zegt dat het naar omstandigheden goed met hem gaat. ‘Hij is strijdbaar en optimistisch. Daar bewonder ik hem om.’ Kat zou bereid zijn het na zijn vrijlating over een andere boeg te gooien. ‘Hij heeft zijn strijd tegen de gevestigde orde opgegeven. Omdat hij zich realiseert hoe kostbaar vrijheid is. Hij wil een boek gaan schrijven en fietsreizen naar Noord-Ierland organiseren.’

Jeugdvriend Jeroen Buren denkt dat het moeilijk voor Kat wordt de complottheorieën de rug toe te keren. ‘Als je er zo diep in zit, kun je er moeilijk uitstappen. Dan treedt er cognitieve dissonantie op. Je gaat tegen wil en dank door op hetzelfde pad, omdat je anders moet toegeven dat de afgelopen vijftien jaar een waste of time waren.’

En Kat zelf? Die vertelde aan het einde van de regiezitting in december – waar hij uiteindelijk toch niet verwijderd werd door de parketpolitie – dat hij er alles voor over heeft om zijn leven weer op te pakken. ‘Als de officier van justitie mijn tong wil uitrukken en mijn beide handen wil afhakken, als dat het OM zekerheid biedt dat ik geen giftige complottheorieën meer ga verspreiden, be my guest! En dan zijn er mensen die zeggen dat u ook nog mijn tenen moet afbijten, want er zijn mensen die met hun tenen toetsenborden kunnen bedienen, er zijn video’s van mensen die met hun tenen pianospelen. Dus als u mijn tenen er ook bij wil hebben, dan mag u die hebben. Dat is mijn antwoord op de vraag of ik mijn leven wil beteren!’