Direct naar artikelinhoud
Achtergrond

Techbedrijven niet meer zo gewild bij investeerders: ‘Laten we hopen dat het een incident is’

Van de tien Amsterdamse bedrijven die vorig jaar investeringen ontvingen houden maar twee zich bezig met computers of software.Beeld Getty Images

Jarenlang reikten de bomen tot aan de hemel, maar inmiddels is de techsector hard onderuitgegaan. Raken de massaontslagen in de VS, de omvallende start-upbank SVB en opdrogende investeringsgelden ook de Nederlandse techbedrijven?

Dat was schrikken. Valt toch zomaar de financiële pilaar onder de Amerikaanse techindustrie om. De teloorgang van Silicon Valley Bank (SVB) en de daaropvolgende ‘redding’ zullen nog jarenlang doordreunen in de Amerikaanse techscene.

Maar niet in Nederland, was al snel de reactie. Te snel. Want nee, als start-upbank stelde SVB in het Nederlandse vrijwel niets voor, maar dat had zomaar anders kunnen zijn. De vaderlandse techsector lijkt maar net de dans te zijn ontsprongen.

De Amerikanen waren net van plan hier neer te strijken. “Silicon Valley Bank naar Nederland. Dat was de krantenkop die we voor ogen hadden,” aldus topman Rinke Zonneveld van investeringsfonds Invest-NL. “In plaats daarvan is SVB omgevallen.”

De bank zocht de voorbije maanden samenwerking met Invest-NL. “Nog maar twee weken voor het faillissement had ik een uitvoerig gesprek met een aantal mensen uit de top van de Silicon Valley Bank.”

Laat het duidelijk zijn: de perikelen rond SVB, dat na een investeringsinfarct omviel, raken de Nederlandse techsector niet direct. Maar de bankcrisis zal hier wel degelijk gevolgen hebben.

“Wat nu met SVB gebeurt, zal effect hebben,” zegt Thomas Mensink van techanalist Golden Egg Check (GEC). “Ik ben wel een beetje bang dat dit investeerders afschrikt. Techinvesteringen werden altijd al gezien als risicovol, dat lijkt hierdoor bevestigd te worden. Laten we hopen dat het een incident is dat niks zegt over de hele markt.”

Liever in iets anders

Zelfs als geldschieters de schouders ophalen over een omvallende bank, dan schrikken de stijgende rente, gierende inflatie en malaise op de wereldbeurzen hen wel af om geld te steken in de wisselvallige techsector. “Vooral de grotere investeringsfondsen die leunen op pensioenfondsen, verzekeraars en banken gaan nu liever in iets anders zitten.”

Zo trekt ABP, het grootste pensioenfonds van ons land, na 500 miljoen euro en 50 investeringen de stekker uit zijn Inkeffonds voor techinvesteringen. En ook traditionele banken zijn weinig happig om steun te geven aan risicovolle techstarters, die nog maar moeten bewijzen dat ze levensvatbaar zijn, en schrikken terug voor de grote bedragen die succesvolle doorstarters nodig hebben voor groei. Mensink: “Voor het vertrouwen in het systeem werkt SVB niet erg mee.”

De deconfiture van de Amerikaanse start-upbank volgt op het somberste jaar uit de recente techhistorie. Terwijl het aantal investeringen in Nederlandse techbedrijven vorig jaar steeg tot bijna 400, kelderde het totale investeringsbedrag volgens GEC tot bijna 2,9 miljard. In 2021 haalden techbedrijven nog 5,3 miljard op bij investeerders.

Vooral de grotere investeringsrondes in opschalende ondernemingen bleven uit omdat traditionele investeerders afhaakten. “Het aantal geldrondes tussen de 1 en 10 miljoen euro nam vorig jaar toe,” zegt Mensink. “De klappen vallen bij de grotere investeringen en latere investeringen.”

Tekst gaat verder onder de grafiek.

Techstorm

De techmalaise weerhield Sjef Peeraer en Gijs van der Hulst er echter niet van om in somberjaar 2021 Positron Ventures op te zetten. Terwijl om hen heen de techstorm woedt, hebben ze naar eigen zeggen geen last van tegenwind. Inmiddels investeert Positron in vijf start-ups en zit er 38 miljoen euro in het fonds.

“Onze investeerders raken niet in paniek omdat er een bank omvalt, de rente stijgt of de beurskoersen dalen,” zegt Peeraer. “Er wordt soms te dramatisch gedaan over de beschikbaarheid van investeringsgeld. Voor de fase waarin wij in techbedrijven investeren, is meer dan genoeg geld beschikbaar.”

De Amsterdammers richten zich op bedrijven die net zijn gestart. En dan gaat het specifiek om milieu- en gezondheidsinvesteringen, hoewel hun definitie daarvan – erkennen ze grif – afwijkt van het gangbare.

Zo zit 12,5 miljoen euro in Thorizon, voortgekomen uit het Pettense reactorcentrum, dat een nieuw type kerncentrale ontwikkelt; precies het soort minireactoren waarover voorzichtig weer wordt gepraat als oplossing voor de energiecrisis. Maar net zo goed ging er kapitaal naar Cimcure, een uit Amsterdam UMC voortgekomen farmabedrijf dat aan een kankermedicijn werkt.

“We richten ons op wetenschappers die jarenlang in het lab hebben gezeten,” zegt Van der Hulst, “een geweldige vinding hebben gedaan, maar niet altijd de ervaring hebben om die naar de markt te brengen of een bedrijf op te zetten.”

Engel

Een deel van het Positronkapitaal komt van ‘engel’ Peeraer, die groot werd met de Amsterdamse energieleverancier Budget Energie. Hij stapte in 2019 uit de overkoepelende Nuts Groep en verkocht een deel van zijn aandelen om met de opbrengst Positron op te zetten.

Naast eigen geld zitten er ook miljoenen euro’s in van vijftien vergelijkbare investeerders. Corona of de afkoelende markt hebben hen nooit afgeschrikt, zegt Van der Hulst, die na een carrière bij Google wetenschappers begeleide die hun vinding te gelde wilden maken.

“Tussen het eerste contact dat we vorig jaar met geldschieters legden en het moment dat ze hun handtekening moesten zetten, zat een enorm verschil hoe economen naar de wereld keken. De rente steeg, inflatie nam toe, de economie koelde af, maar geen enkele investeerder heeft zich daardoor laten afschrikken.”

Daar heeft hij wel een kanttekening bij. “Er zitten amper mensen bij die niet uit de techsector komen. We merken dat vermogende techondernemers, die 100 miljoen of meer hebben verdiend, op een heel andere manier naar deze sector kijken dan investeerders die niet uit tech voortkomen.” Daarnaast doet ook de Nederlandse overheid mee in het fonds met een lening van 7 miljoen euro.

Ook bij Positron blijven traditionele geldschieters weg. “We praten wel met institutionele partijen,” zegt Peeraer, “maar die gesprekken duren lang. Omdat wij investeren in wetenschappelijke ondernemingen duurt het veel langer voordat investeerders rendement zien.”

Waar de gemiddelde durfkapitalist zeven tot tien jaar met een investering in een techbedrijf zit, is Positrons horizon vijftien jaar. Dat schrikt traditionele investeerders af. “Een bank vindt die vijftien jaar veel te ingewikkeld.”

Techmalaise

Maar net als veel gevestigde techondernemers die veel geld zoeken om de laatste sprong naar succes te maken, kan de techmalaise Positron en de bedrijven waarin het investeert raken. Wie immers een nieuwe kernreactor bouwt of een kankermedicijn ontwikkelt, weet dat er na de eerste investeringen nog veel meer en veel grotere geldrondes nodig zijn. En daar schort het inmiddels aan.

“Stel dat die kernreactor werkt. Dan moet er heel veel geld in om op te schalen,” erkent Peeraer. “Investeringsfases boven de 100 miljoen worden ingewikkeld. Dat kan onze toekomst en die van de bedrijven waarin we investeren beïnvloeden. Aan de andere kant: als er zo een oplossing komt voor de energiecrisis of een geneesmiddel tegen kanker, vermoed ik dat daar altijd geld voor zal zijn.”

Nieuwe techbubbel?

Begin deze eeuw spatte de embryonale techsector uit elkaar nadat waarderingen voor jonge  techbedrijven met nauwelijks levensvatbare ideeën tot in de hemel stegen en vervolgens niet waard bleken. Dát staat de sector nu niet te wachten.

Met een gezamenlijke waarde van 310 miljoen euro en 135.000 arbeidsplaatsen zijn de tienduizend techbedrijven in Nederland inmiddels een pijler onder de nationale economie. Dat was begin deze eeuw wel anders.

Maar individuele bedrijven kunnen het best moeilijk krijgen. “Het geld dat bedrijven in 2021 en 2022 hebben opgehaald, raakt nu op,” zegt techanalist Thomas Mensink. “Als daar geen nieuwe geldronde bijkomt, gaan er klappen vallen met ontslagen of valt een bedrijf om.”

Hij rekent er op dat dit jaar rond de 3,5 miljard euro in de techsector wordt gepompt. “We zien in dit eerste kwartaal wel weer meer investeringen. We zitten inmiddels boven de miljard euro en we hebben nog even te gaan. Een jaar geleden was dat 900 miljoen.”

“Het ergste lijkt achter de rug. Maar of dat tijdelijk is, weten we nog niet. Ik hou vast aan die 3,5 miljard. Er zit nog wat onzekerheid, maar het kan ook heel hard gaan.”

Volgens Techleap, dat de belangen van de techsector behartigt, kan de sector de komende zeven jaar verder groeien tot een waarde van 400 miljoen euro en 250.000 banen. Maar dan moeten de investeringen niet opdrogen.

Techleapgezant Constantijn van Oranje pleitte eerder in deze krant  voor stimuleringsregelingen waarbij investeringen in broodnodige techstromen –  gezondheid, milieu, energie en voeding – via belastingvoordelen worden aangejaagd.  Dat gebeurt al in veel buitenlanden, waardoor Nederland volgens Van Oranje achterop dreigt te raken.