Direct naar artikelinhoud
PortretBiniam Girmay

Een jaar na zijn stunt in Gent-Wevelgem: Girmay blijft het boegbeeld van het Afrikaanse wielrennen

Voor de start van de E3 in Harelbeke deelt Biniam Girmay handtekeningen uit aan zijn talrijke fans.Beeld Photo News

Zondag keert Biniam Girmay terug in Gent-Wevelgem. Met zijn zege van vorig jaar veranderde hij als jonge Afrikaanse coureur van kleur het wielrennen voor eeuwig.

De Nederlander Mike Teunissen, dertig jaar inmiddels, met als persoonlijk hoogtepunt ritwinst en gele trui in de openingsetappe van de Tour de France van 2019, ademt in alles wielrennen. Zijn ouders duiken geregeld op bij start en finish. Als belofte versloeg hij Wout van Aert én Mathieu van der Poel in de cross, en de weg vanaf de Kruisberg naar de Oude Kwaremont en Paterberg kan hij geblinddoekt rijden. Een jaar of zeven moet hij zijn geweest toen Teunissen voor het eerst op een racefietsje werd gezet. Met de droom ooit te juichen en prof te worden.

Op zevenduizend kilometer van de geboorteplaats van Teunissen worden evengoed jongens geboren met eenzelfde wielerdroom. Dat is wat Teunissen hoort van zijn ploeggenoot Biniam Girmay (22) uit Eritrea. “Het wielrennen leeft daar enorm, zeker de laatste jaren. Als ze ergens een fiets kunnen scoren, dan gaan ze er gelijk op af. Er is elk weekend koers en dan lopen de steden uit. Als ‘Bini’ daar een keertje rijdt, dat is als het WK voetbal hier.”

In de aanloop naar het voorjaar lag Teunissen tijdens een trainingskamp een week op de kamer met de onbetwiste kopman van Intermarché-Circus-Wanty en leerde Girmay zo beter kennen. “Hij heeft een andere cultuur en achtergrond en een heel andere opvoeding gehad. Hij zegt ook gewoon: ‘Thuis had ik niets. Mij maakt het allemaal niet zoveel uit, ik ben allang blij dat ik hier mag zijn en dit kan presteren.’”

Van der Poel geklopt

Een jaar geleden in Gent-Wevelgem beleefde Girmay zijn definitieve doorbraak met een zege voor de geschiedenisboeken. Als eerste zwarte wielrenner won hij een Vlaamse kasseiklassieker. Girmay besefte direct dat het een overwinning met eeuwigheidswaarde was. “Het is bijzonder voor mij, voor mijn team, maar ook voor het Afrikaanse wielrennen. Dit is echt een belangrijk moment voor ons.”

Twee maanden later was Girmay in de Giro ook de eerste zwarte wielrenner die een rit in een grote ronde won. In de tiende etappe naar Jesi klopt hij in een rechtstreeks sprintduel Van der Poel. De aftocht van Girmay uit de Giro was eveneens uniek. Bij het ontkurken van de prosecco op het podium schoot de kurk in zijn oog: einde van de Italiaanse ronde.

Met zijn verrassende zege in Gent-Wevelgem 2022 zet Girmay Eritrea op de wielerkaart.Beeld BELGA

Die zeges moeten de opmaat zijn voor een definitieve aansluiting bij de wereldtop, hoopt Aike Visbeek, de sportieve directeur van Intermaché. “Je hebt de giganten Wout van Aert, Mathieu van der Poel en Julian Alaphilippe. Biniam zit in het groepje dat probeert de aansluiting te vinden. Eén keer Van der Poel kloppen is een ding, maar die mannen verslaan in een monument of een klassieker is iets anders. Hij bouwt stap voor stap aan zijn carrière, maar is nog geen fenomeen. Dan heb je als wielrenner een aantal monumenten gewonnen. Maar ‘Bini’ heeft al wel mooie dingen laten zien. Hij is een jonge renner uit Afrika die een lange weg heeft af moeten leggen om hier te komen. Die weg is er wel een van een fenomeen.”

Wit peloton

In een overwegend wit peloton is Girmay een uitzondering. Zoals winnaars sowieso in de minderheid zijn. Het merendeel van de renners rijdt zonder ooit maar in de buurt te komen van een zege. Girmay als zwarte Afrikaan die wint, is helemaal exceptioneel. Het maakt hem tot een vaandeldrager.

Visbeek: “‘Bini’ is een inspirator. Vergelijk het met vrouwenvoetbal. Jonge meiden hebben nu voetbalsters als helden. Dat effect heeft hij ook. Je ziet dat er heel veel mensen naar hem toe trekken, ook in Europese landen. Niet alleen mensen uit Eritrea, maar Afrikanen in het algemeen. In die zin is hij een boegbeeld.

“Het is ook een belangrijke fase voor het wielrennen. We hebben wat internationale wedstrijden verloren op de kalender. We noemen het WorldTour, maar het is eigenlijk meer een tour van Europa. En we missen boegbeelden die met de toppers meedraaien. Er zijn genoeg donkere en Afrikaanse wielrenners, ook bij de profs, maar er ontbrak nog wel iemand in de top tien van de wereld. Dat is ‘Bini’ nu wel.”

Mathieu van der Poel erkent zijn meerdere in de Eritreeër in de Giro van vorig jaar.Beeld AFP

Teunissen rijdt al een half leven in het peloton, maar had nog nooit een zwarte ploeggenoot. Ook hij onderkent het belang van voorbeelden als Girmay. “Het is aan het veranderen, maar wielrennen is geen gemakkelijke sport om mee te beginnen. Om te voetballen heb je alleen een bal nodig. Wielrennen kost meer moeite en geld. Ga maar eens een fiets en schoenen regelen. Zorg maar dat je elke week naar de koers kunt gaan. Dat is in meer ontwikkelde landen gemakkelijker. Waarschijnlijk zitten er weet ik hoeveel talenten in Eritrea en andere Afrikaanse landen, maar hoe ga je in hemelsnaam ooit doorbreken? Daar zit het geld niet, dus ze moeten naar Europa komen en dat is nog niet zo gemakkelijk. Dat zie je ook met Australiërs.”

Zijn populariteit blijkt overal waar hij gaat. Bij elke wedstrijd staan Eritrese fans met vlagvertoon op hem te wachten. In eigen land is Girmay een sportman van het kaliber Van der Poel of Van Aert. Misschien wel groter, vertelt zijn landgenoot Amanuel Ghebreigzabhier, die zelf bij Trek-Segafredo rijdt en in Eritrea geregeld met Girmay optrekt en traint. “Wielrennen is in Eritrea de sport nummer één, met ook heel veel lokale renners. Als je in Europa rijdt of bij een team in de WorldTour, dan ben je een held. Biniam is met zijn succes met afstand de grootste sportman van het land.”

Girmay woont nog altijd een deel van het jaar in de Eritrese hoofdstad Asmara, met zijn vrouw en zijn dochtertje. Veel Eritrese wielrenners gebruiken hun thuisland als uitvalsbasis. Visbeek: “Asmara ligt op hoogte, op 2.400 meter. Dus met ‘Bini’ hoeven wij niet op een berg te gaan zitten. We volgen hem daar, al is dat met het internet nog niet altijd zo makkelijk. Hij heeft een trainingsgroep, doet trainingen achter de brommer, kan op zeeniveau én op hoogte trainen. We hebben duidelijk gemaakt dat, de momenten wanneer hij in Eritrea zit, hij zaken perfect voor elkaar moet hebben qua materiaal en begeleiding. We zien dat het werk wat hij daar doet echt goed is.”

Dictatuur

Dat Eritrea de voornaamste wielernatie van Afrika is, voert terug op de kolonisatie door Italië tot 1941. Daarna viel het tot 1993 onder Ethiopië. Vandaag geldt Eritrea als een dictatuur, waar president Isaias Afewerki en zijn partij (de enige van het land) al sinds de onafhankelijkheid aan de macht zijn.

Amnesty International omschrijft Eritrea als het Noord- Korea van Afrika en rekent de mensenrechtensituatie daar tot de slechtste ter wereld. Het land verlaten is moeilijk omdat uitreisvisa amper te verkrijgen zijn en in Eritrea geldt een nationale dienstplicht van minimaal anderhalf jaar maar vaak langer voor alle mannen tussen de achttien en vijftig jaar. Het verklaart de Eritrese diaspora en zodoende ook de fanbase van Girmay in Europa.

"Biniam Girmay is met zijn succes met afstand de grootste sportman van het land", klinkt het.Beeld BELGA

Girmay mag een boegbeeld voor het Afrikaanse wielrennen zijn, hij is geen revolutionair. Over de politieke situatie in zijn thuisland laat hij zich niet uit. Logisch, aangezien dat in Eritrea niet zonder gevaar is, zijn gezin daar woont en hij als topsporter een van de weinigen is die ongehinderd in en uit kan reizen. Het omgekeerde lijkt eerder het geval. Het regime van Afewerki pocht graag met het Eritrese wielersucces. Zo kreeg Girmay na zijn tweede plek bij het WK voor beloften in 2021 bij thuiskomst een officiële staatsontvangst.

Voor Teunissen is de situatie in het thuisland van zijn ploegmaat Girmay ook geen gespreksstof voor aan tafel na een training of wedstrijd. “Ik ben er zelf best benieuwd naar, maar daar ken ik hem niet goed genoeg voor. Ik ken Eritrea verder ook niet, maar wat ik ervan lees, daar word je niet heel vrolijk van. Probeer als westerling maar eens voor de lol naar Eritrea te gaan. Daar kom je niet een-twee-drie.”

Als sportief directeur is Visbeek af en toe aangewezen op de Eritrese overheid. “Wij hebben visa nodig en we communiceren met de Eritrese bond als het om het nationale team gaat of over een WK en wanneer hij daarheen moet reizen. In de winter praten we over wel of niet meedoen aan de Afrikaanse kampioenschappen. In dat opzicht is alles normaal.”

Voor Visbeek is Girmay bovenal een getalenteerd coureur met een wielerdroom, geen politiek activist. “Wij hebben het daar eigenlijk niet over. Het is gewoon een jonge kerel van 22 jaar die zijn sport beleeft.”