Direct naar artikelinhoud
Blik op de meester

Voyeurisme, een mooi meisje en een fotografische blik – daarom is Vermeer zo populair

Meisje met de parel, Johannes Vermeer, 1664–67.Beeld Mauritshuis

De Vermeer-tentoonstelling in het Rijksmuseum belooft een enorme publiekstrekker te worden. Wat maakt de schilder toch zo populair? Drie professionele fans geven het antwoord: de schilderijen zijn mysterieus én ogen modern; alsof je naar een foto kijkt.

Natuurlijk komt de Amerikaanse schrijfster Tracy Chevalier komende week naar de grote Vermeer-tentoonstelling in het Rijksmuseum. “Ik ben alleen bang dat het veel te druk gaat worden.” Ze geeft lachend toe dat het deels haar eigen schuld is dat er zoveel mensen op Vermeer afkomen. “Sorry”, fluistert ze door de telefoon.

Chevalier weet dat zij de populariteit van Johannes Vermeer een flinke slinger heeft gegeven. In 1999 kwam haar roman Meisje met de parel uit, gebaseerd op het beroemde schilderij van de 17de-eeuwse schilder. Er zijn miljoenen exemplaren van verkocht. Vier jaar later werd de bestseller succesvol verfilmd. Colin Firth speelde Vermeer, Scarlett Johansson het Meisje, door Chevalier van een naam en een verhaal voorzien: Griet, de dienstbode met een oog voor kunst én voor de meester.

Tracy Chevalier, schrijfster van Girl with the Pearl Earring.Beeld Tracy Chevalier,

De liefde voor het Meisje met de parel heeft veel bijgedragen aan de roem van Vermeer en zijn gehele oeuvre. Het Rijksmuseum maakt zich op voor een bezoekersrecord, er zijn vooraf al 140.000 kaarten verkocht voor de tentoonstelling waar 28 Vermeers uit musea over de hele wereld te zien zullen zijn – nog nooit hingen er zoveel bij elkaar.

Chevalier relativeert haar rol in de Vermeer-hype overigens meteen. “Het was beslist niet alleen mijn boek, dat kwam vooral op het goede moment uit. Vermeers populariteit steeg al. De laatste grote overzichtstentoonstelling, die in 1995 in Washington te zien was en in 1996 in Den Haag, was ook al een blockbuster. Ik ben in Den Haag gaan kijken, het was zo druk. De schilderijen zijn niet bedoeld om met zo’n menigte mensen te bekijken, je moet een Vermeer eigenlijk helemaal voor jezelf hebben. Toen zag ik het Meisje met de parel voor het eerst in het echt. Het was best teleurstellend, ik had maar twee seconden en toen werd ik al opzij gedrukt.”

Toch werd Chevalier betoverd. Anderhalf jaar later schreef ze het boek en raakte haar leven verbonden met Vermeer. Inmiddels heeft ze alle zevenendertig bekende werken van de schilder gezien, de in Londen woonachtige schrijfster werd in alle musea wel eens uitgenodigd om een lezing te geven. “Het valt overal op: bij Vermeer staan de meeste mensen. Ik probeer al jaren te ontdekken wat zijn aantrekkingskracht is. Het is denk ik het voyeuristische. Het voelt alsof we het voorrecht hebben te kijken naar iets dat eigenlijk niet voor onze ogen bestemd is: een vrouw in een kamer die een ketting omdoet, een brief schrijft, een kan melk leeg schenkt. Je wilt bijna roepen: kijk me aan! Maar dat doen ze meestal niet, ze zijn druk met hun eigen leven. Dat is heel verleidelijk.”

Brieflezend meisje bij het venster, Johannes Vermeer, ca. 1657–58.Beeld Gemäldegalerie Alte Meister, Dresden

“Het Meisje met de parel kijkt ons wel aan, maar ook zij is mysterieus. Ik weet niet hoe oud ze is, of ze vrolijk is of verdrietig, ik wil erachter komen wat ze denkt. Daarom verzon ik haar verhaal. De beste schilderijen wil je blijven zien omdat je denkt: deze keer krijg ik het antwoord. Maar zij geeft het nooit. Ook al kijkt ze je ogenschijnlijk open aan.”

Chevalier gaf in haar boek niet alleen het parelmeisje een identiteit, maar ook Vermeer. Over de schilder is vrij weinig bekend. “Ik voel een grote verantwoordelijkheid. Als ik had geweten hoe serieus mensen het verhaal nemen had ik het boek misschien niet eens geschreven. Ik was toen heel naïef, nu schrik ik er soms van dat mensen denken dat Vermeer was zoals ik hem beschreef. Dat hij zich zo afzonderde in zijn atelier, dat hij zo obsessief schilderde en zijn werk boven zijn familieleven stelde.”

“Ik moest het doen met heel weinig informatie. Ik verzon zijn karakter uit de tegenstelling tussen zijn verstilde schilderijen en zijn huishouden, dat heel druk moet zijn geweest. We weten dat hij getrouwd was, elf kinderen had en in het huis van zijn welgestelde schoonmoeder leefde. Met personeel, zoals Griet. Dan moet je je kunnen afzonderen, om zulke schilderijen te maken. Daar sta ik nog steeds achter. Ik verzon dat niemand in zijn atelier mocht komen, alleen Griet die er moest schoonmaken.”

Ze denkt dat het boek en de film een nieuw publiek voor Vermeer hebben gewonnen, met name buiten Europa. “Ik heb veel brieven van lezers gekregen die schreven: ‘u heeft de manier waarop ik naar schilderijen kijk veranderd’. Het boek en de film hebben veel mensen bereikt en ertoe aangezet naar het museum te gaan. Dat is de grootste winst.”

De Mona Lisa van het noorden

Martine Gosselink, directeur van het Mauritshuis, merkt dagelijks dat Chevalier gelijk heeft. Honderdduizenden bezoekers van over de hele wereld komen kijken naar het Meisje met de parel, dat in het Haagse museum haar thuis heeft. “De Mona Lisa van het noorden, wordt ze genoemd”, zegt Gosselink in haar werkkamer met uitzicht over het Binnenhof. “Maar ik denk dat je het bijna kunt omdraaien – de Mona Lisa is het Meisje van het zuiden, als je populariteitslijstjes op internet mag geloven.”

Martine Gosselink, directeur Mauritshuis.Beeld Frank van der Burg

Voor het Mauritshuis is ze zo’n belangrijke bezoekersmagneet, dat ze maar twee maanden uit logeren mag in het Rijksmuseum. De Vermeer-tentoonstelling loopt tot 4 juni, maar op 1 april komt het Meisje alweer naar huis. “Voor ons is ze in principe niet uitleenbaar. Tussen 2012 en 2014 is ze voor het laatst op reis geweest naar de VS en Japan, toen was het museum dicht vanwege de verbouwing. Dat was een zegetocht. Nu maken we weer een uitzondering – natuurlijk mag het Meisje niet ontbreken op deze overzichtstentoonstelling”, zegt Gosselink.

“Wat de mystiek is van dit schilderij? Het heeft iets ongelooflijk tijdloos. Dat geldt voor alles van Vermeer, maar voor dit werk bij uitstek. Het Meisje voldoet heel erg aan ons schoonheidsideaal. Veel portretten van vrouwen van een paar honderd jaar geleden doen dat niet. Het Meisje is eigentijds, het lijkt zelfs of ze een beetje lipgloss op heeft. Onder die kleurige hoofddoek heeft ze misschien wel rode krullen. Of blonde stekeltjes; dat kan niet in de 17de eeuw, maar je kunt heel veel zelf invullen bij dit schilderij.”

De neutrale donkere achtergrond draagt daar ook aan bij. “Er zijn geen zeventiende-eeuwse tierelantijnen om haar heen, ze kan zo op de cover van een magazine. Ze heeft iets heel opens en onschuldigs. Maar het allerbelangrijkste is dat ze je aankijkt: zij ziet jou, je krijgt het gevoel dat je haar geliefde bent. Zij merkt jou op. Dat is uitzonderlijk.”

Hoezeer mensen zich identificeren met het parelmeisje, bleek wel toen ze in oktober werd aangevallen door klimaatactivisten. “We wisten gelukkig snel dat ze in orde was, maar we hebben duizenden geschokte berichten ontvangen uit de hele wereld.” Een positiever bewijs van haar internationale populariteit was de oproep die het museum deed om kunstwerken in te sturen die op het meisje zijn gebaseerd. “We kregen meer dan drieduizend inzendingen uit 69 landen, van foto’s tot borduurwerken”, lacht Gosselink. De beste flitsen straks voorbij op een beeldscherm dat komt te hangen aan de wand waar het Meisje normaal gesproken hangt.

Het viel Gosselink op dat ook veel moslima’s meededen aan de wedstrijd. “Door die hoofddoek is ze ook voor hen interessant.” Een grappig gegeven, vindt ze. “Vermeer, maar ook Rembrandt, verwezen met hoofddoeken en tulbanden destijds al naar het midden-oosten.” Zo overbrugt ze eeuwen, religies en culturen.

Gezicht op Delft, Johannes Vermeer, 1660-61.Beeld Mauritshuis

Hoe dol ze ook is op het meisje, Gosselink vindt dat de andere Vermeers in het Mauritshuis niet voor haar onderdoen – het museum heeft er drie. Met name het Gezicht op Delft raakt bezoekers diep, weet ze. “Dat schilderij leeft. Het weerkaatst het licht, het is van een wonderbaarlijke schoonheid die ik niet kan beschrijven. Ik heb mensen zien huilen, mensen zien mediteren.”

“Een vriend van mij nam jaren geleden een klant mee met wie de onderhandelingen heel stroef verliepen”, vertelt Gosselink. “Hij heeft hem voor het Gezicht op Delft gezet en daarna leek alles vloeibaar geworden. Hij was betoverd, zei hij. Normaal komt muziek veel dieper en sneller in onze emotionele gelederen binnen dan beeldende kunst. Dit schilderij, een stadsgezicht nota bene, is in staat mensen net zo diep te ontroeren.” Dat is de magie van Vermeer, meent Gosselink.

De markante torens van Delft

Ook Gregor J.M. Weber, hoofd Beeldende Kunst van het Rijksmuseum, bewondert het Gezicht op Delft. “Tijdgenoten van Vermeer zouden er alles aan gedaan hebben om de markante torens van Delft zo goed mogelijk in beeld te brengen. Vermeer doet dat niet. De toren van de oude kerk steekt net boven de daken uit, de toren van het stadhuis is nauwelijks te zien. Het gaat hem om de impressie van de stad in het licht.”

Gregor J.M. Weber, hoofd Beeldende Kunst van het Rijksmuseum.Beeld Rijksmuseum

Het zorgt ervoor dat het stadsgezicht heel realistisch op ons overkomt. Dat is nou precies waarom de schilderijen van Vermeer de 21ste-eeuwer zo aanspreken, meent Weber. Het zijn, enigszins kort door de bocht, net foto’s. “In Vermeers werk zitten allemaal afsnijdingen.” Een stoel waarvan alleen de rug te zien is, een huis waarvan de bovenkant en de zijkant afgesneden zijn. “Dat geeft een illusie die wij vandaag kennen van de fotografie, die bij toeval dingen afsnijdt. Daarom herkennen wij de voorstellingen van Vermeer als de werkelijkheid.”

Zijn tijdgenoten deden dat heel anders, zegt Weber in zijn werkkamer in de oude villa naast het Rijksmuseum. Ze proberen alles zo compleet mogelijk te tonen: een figuur ten voeten uit, het huis van dorpel tot nok, de hele stoel. “Jan Steen, schilder van de kluchten, werkt ieder detail uit, van links naar rechts.” Het hele verhaal wordt in beeld gebracht. “Vermeer houdt ervan om dingen weg te laten. Dat maakt zijn schilderijen toegankelijker voor de moderne kijker. Je hebt er niet veel achtergrondkennis voor nodig, het staat open om met je eigen gedachten in die wereld terecht te komen.”

Het glas wijn, Johannes Vermeer, ca. 1659–61.Beeld Staatliche Museen zu Berlin, Gemäldegalerie, Berlijn

Halverwege de negentiende eeuw werd Vermeer, die een beetje vergeten was, opeens herontdekt door de kunstwereld. En dat was geen toeval, denkt Weber. “Dat was de tijd van de ontwikkeling van de fotografie. Die zorgde voor correcties op het zien. Zelfs Degas ging zijn paarden anders schilderen, omdat hij op foto’s had gezien dat een paard anders loopt dan men dacht.” Dat Vermeer al met een fotografische blik had gekeken, zorgde destijds voor grote bewondering.

Maar hoe deed de schilder dat, twee eeuwen voordat de fotografie ontdekt zou worden? Weber is er van overtuigd dat Vermeer door een camera obscura heeft gekeken. Dat is een donker kastje met een gat erin. De lichtstraal die door het gat valt, projecteert een beeld op een stuk matglas. Een primitieve projector. “In zijn schilderijen zie je dat terug. Wat je ziet geprojecteerd op het matglas lijkt een foto. Met het blote oog zie je alles scherp, een camera laat een beeld zien met onscherpte op de voorgrond en focus op iets verder weg – of omgekeerd. Dat zie je in het werk van Vermeer terug. Hij kan dat effect niet anders ontdekt hebben dan met een camera obscura. Het knappe is dat hij dit vervolgens net zo kon schilderen.”

Vrouw met weegschaal, Johannes Vermeer, ca. 1662-64.Beeld National Gallery of Art, Washington, Widener Collection

Over Vermeer en de camera obscura wordt al veel langer gespeculeerd. Alleen was er nooit bewijs voor. In zijn recent verschenen boek Johannes Vermeer, geloof, licht en reflectie ontdekt Weber zo’n apparaat heel dicht in de buurt van de schilder. “Vermeer was getrouwd met een katholieke vrouw, hij was waarschijnlijk zelf ook katholiek. Hij woonde in de katholieke buurt in Delft vlakbij een groep Jezuïeten. En zij wisten heel veel over de camera obscura. De kans is groot dat ze er een hadden en dat Vermeer er bij de Jezuïeten in gekeken heeft.”

Het fotografische van de schilderijen wordt nog versterkt door het heldere licht in zijn schilderijen, de witte muren met daar tegen heldere kleuren. Het lijkt steeds alsof Vermeer zijn tijd ver vooruit was.

De overzichtstentoonstelling ‘Vermeer’ in het Rijksmuseum is te zien van 10 februari tot 4 juni.

‘My Girl with a Pearl’ , creaties van fans van het Meisje met de Parel, zijn te zien in het Mauritshuis van 6 februari tot 4 juni.

Lees ook:

Het ‘Meisje met de fluit’ is volgens het Rijksmuseum wél een echte Vermeer

In Amerika is Meisje met de fluit geen echte Vermeer, in Nederland wel. Experts trekken na onderzoek verschillende conclusies.

‘Alleen met Vermeer’: intiem onderonsje met een meesterwerk

In een museum kijken we gemiddeld zeventien seconden naar een kunstwerk. Hoe is het om tien minuten alleen te zijn met een schilderij? Het Mauritshuis laat het de bezoeker ervaren met een topstuk van Johannes Vermeer.