Direct naar artikelinhoud
Fons vraagt zich af

Fons vraagt zich af: waarom betaal je meer voor olijven met pit?

Fons vraagt zich af: waarom betaal je meer voor olijven met pit?
Beeld Ted Struwer

We laten ons niet inpakken door marketingtrucs, smoesjes en verkooppraat. Onze eigen ombudsman spreekt zich uit. Deze keer: het punt van de pit.

Bij de Kalamata-olijf moet ik denken aan die zomervakantie in Griekenland met mijn ouders, broertje en zusje. Mijn vader was overenthousiast met onze camper van meer dan zeven meter lang en beschadigde in een afgelegen dorp aan de Eviaanse kust – jongste inwoner 65 jaar – de enige aanwezige olijfboom door tijdens het achteruitrijden.

De laagst hangende tak brak af en er ging zo’n oorverdovend knakgeluid door het rustige dorp dat de bewoners gealarmeerd kwamen kijken. Een vrouw met kromme rug hield haar wandelstok omhoog en begon een klaagzang die mijn vader erg nerveus maakte. Boze Griekse blikken: waarom moesten die Hollandse toeristen nou per se het romantische ­smalle weggetje naar dit dorp pakken, met een bakbeest dat ze klaarblijkelijk niet konden besturen? Mijn moeder kocht een pot Kalamata-olijven en gaf een flinke fooi. De wandelstok ging omlaag. We mochten wegrijden, maar nooit meer terugkomen.

Wat mijn moeder ervoor betaalde, heeft ze nooit gezegd, maar het was vast niet zoveel als wat de olijven nu kosten in de supermarkt. In een plastic bakje liggen de dieppaarse Kalamata’s op de versafdeling, 100 gram voor 3 euro. Met pit en het biokeurmerk. Ik loop naar het conservenschap en daar doe ik een pittige ontdekking.

Authentiek gevoel

Voor een glazen pot (240 gram) met olijven zonder pit, ook met biokeurmerk, betaal je 1,89 euro. Is een olijf met pit twee keer zoveel waard? “In principe zou een olijf zonder pit duurder moeten zijn, omdat de bereiding een extra handeling vereist,” vertelt voedingspsycholoog Diana van Dijken me desgevraagd. Maar de consument wil meer betalen voor een product dat zo origineel mogelijk lijkt. ‘Dat heeft in veel gevallen te maken met het authentieke gevoel. ‘Natuurlijk’, ‘echt’ en ‘levendig’.” En dat weet de supermarkt natuurlijk ook.

Daarnaast wordt de olijf minder smaakvol als ie pitloos is, weet olijfhandelaar Moritz Spannagel te vertellen. “De pitloze olijf heeft ook een voordeel: hij is langer houdbaar.”

Maar hoe vers en origineel zijn die ­Kalamata’s met pit eigenlijk? Glanzend en vlezig liggen ze in hun bakkie, maar de ingrediënten op de achterkant vertellen iets anders. ‘85% kalamata-olijf, zonnebloemolie, zout, gebufferde azijn, witte­wijnazijn, water, voedingszuur (melkzuur [E270]).’ En ze zijn gepasteuriseerd, verhit om bacteriën te doden. Je zou het de plof-olijf binnen het genre kunnen noemen.

Dat biokeurmerk betekent dat ze niet aan een infuus van kunstmest of onnatuurlijke bestrijdingsmiddelen hebben gelegen, maar beide soorten olijf zijn chemisch bewerkt, zegt Spannagel: “Als de olijf niet bitter smaakt, heeft ie 24 uur in loog geweekt. Olijven die op een natuurlijke manier behandeld zijn, liggen tot wel een jaar in een zoutbad om de originele smaak te behouden.”

De olijven met pit uit de supermarkt smaken even zoutig-zuur als die uit pot, verre van ‘origineel’ en ‘natuurlijk’. Je betaalt dus enkel voor de authentieke pit die je niet eet. Dat is toch bitter.

Verslaggever en RADAR-presentator Fons Hendriks baant zich een weg door reclames, claims en de kleine lettertjes – en haalt verhaal. 

Fons Hendriks.Beeld Marjolein van Damme