Direct naar artikelinhoud
Een film over de oorlog na de oorlog die je ineen doet krimpen
TV-column

Een film over de oorlog na de oorlog die je ineen doet krimpen

Rusland-correspondent Iris de Graaf (NOS) vroeg op straat reacties op de tanks die Oekraïne gaat krijgen uit de VS en Duitsland. Een vrouw was voor vrede. Een andere deed verdrietig. “Wat hebben wij hen misdaan?” Een derde was fel: “We strijden tegen fascisten.” De Graaf: “In Oekraïne zeggen mensen mij: ‘We zien nergens fascisten’.” De vrouw: “U liegt!”

Een thuisfront dat niet weet welke gruwelen zijn regering aanricht: een bekend effect van propaganda en nepnieuws. Het is extra cru in de week van de Nationale Holocaust-herdenking, zondag. In nazi-Duitsland wisten veel burgers ook niet van de georganiseerde Jodenmoord.

Zelf kende ik de hoofdlijnen daarvan wel, dacht ik. Tot ik donderdag de boeiende documentaire Reckonings zag van de Amerikaanse Roberta Grossman, over de Duitse herstelbetalingen aan Israël en Joodse Holocaust-overlevenden elders. Over de pure noodzaak ervan in materieel én moreel opzicht, en de rauwe gevoeligheid van die ‘Wiedergutmachung’.

‘Dit skelet leeft nog’

De eerste beelden waren shockerend. Een overlevende vertelde hoe ze bij de bevrijding van Bergen-Belsen bij de uitgemergelde lijken was gegooid - ze kwamen ook ruim in beeld. “Dit skelet leeft nog”, ontdekte een Britse soldaat, en ze werd gered. Maar wie zorgde daarna eigenlijk voor die broodmagere, doodzieke mensen die van al hun familie en bezittingen waren beroofd? De Holocaust was óók de grootste onteigeningsoperatie ooit geweest.

De Duitsers moesten gaan dokken, maar zagen hun eigen land in puin en voelden zichzelf slachtoffer. Over de Holocaust sprak niemand, vertelde oud-Bondsdagvoorzitter Wolfgang Schäuble (1942). En dus, toonden zwart-witfilmbeelden, moesten de inwoners van Weimar verplicht een concentratiekamp bezoeken. Doekje voor neus en mond, half afgewend gezicht, en in rijen langs de bergen knokige lijken. Ik wist niet wat ik zag.

Beeld uit de documentaire 'Reckonings'.

Ook de rest van de ijzige nasleep drong voor het eerst goed tot me door. Overlevenden hadden geen eten voor hun kinderen, en geen vangnet. “Mijn moeder wachtte terug in haar geboortedorp drie jaar op haar 150 familieleden. Niemand kwam”, vertelde een vrouw. Het piepjonge Israël (1948) had 600.000 inwoners en ving nog eens 700.000 Joden op - tijdens de Onafhankelijkheidsoorlog. De schatkist was in 1951 compleet leeg. Hoe kon hun leven vorm krijgen?

Herstelbetalingen aan individuele slachtoffers

De rechtschapen bondskanselier Adenauer van de nieuwe Bondsrepubliek Duitsland wilde onderhandelen over schadevergoeding. Gangbaar voor oorlogsverwoesting, maar de meest bizarre vorm was ook nodig: herstelbetalingen aan individuele slachtoffers. ‘Bloedgeld’, ‘verraad’; velen wilden het niet. Duitsland mocht niet kúnnen denken dat het geld ook morele genoegdoening betekende. Toch vertelde een vrouw trots dat haar moeder het geld was gaan opeisen. “Het gaf me niet mijn vader, mijn leven terug, maar ik kon wel studeren en naar de psycholoog.”

De film speelt na hoe alles liep in dat zaaltje met de Duitse delegatie, de Israëlische, en de nieuwe organisatie Claims Conference voor Joodse overlevers in de diaspora. Alleen Engels spreken. Niet beleefd een vuurtje aanbieden. Ordinaire koehandel weigeren. In 1952 leidde het tot het Verdrag van Luxemburg. Zonder speeches, want de katholieke Adenauer wilde de woorden ‘vergeving is onmogelijk’ eruit hebben. Van de gevoeligheid daarvan krimp je ineen.

Vijf keer per week schrijven Maaike Bos en Renate van der Bas columns over televisie.