Zo word je (geen) wereldkampioen: Oranje imponeert alweer niet, maar wint wel

Nederland rekende in de achtste finale af met de Verenigde Staten. ©  AFP

Nederland heeft zich ten koste van de Verenigde Staten gekwalificeerd voor de kwartfinale (3-1). Euforie mag (want gewonnen), maar hoeft niet (want het was wederom weinig sprankelend). Een impressie van ter plekke.

Pieter-Jan Calcoen in Doha

Wat doe je als Vlaamse journalist als je op een WK in Qatar zit, maar België uitgeschakeld is? Dan ga je – althans, zo redeneerden wij - zeker eens naar de Nederlanders kijken. Op dus naar het Khalifa Stadium, knap gerenoveerd trouwens door het Belgische bouwbedrijf Besix.

We merkten scepsis bij de Nederlandse perslui, want Nederland was toch maar matig geweest in de groepsfase en de Verenigde Staten werden aangekondigd als een energieke ploeg. ‘Een dubbeltje op zijn kant’, noemde een collega het aan de lavabo’s van de toiletten. Wij zagen het wel goedkomen, maar soit, wie zijn wij als het over ons buurland gaat?

Aan de rust léék de wedstrijd gespeeld (2-0 voor Nederland) en konden wij op ons gemakje aan dit artikel beginnen, maar het betekent niet dat wij plots ons Grote Gelijk wilden claimen, want inderdaad: alweer bracht Oranje geen voetbal om duimen en vingers bij af te likken.

Vingers in de oren

Het had zomaar gekund of de VS was op voorsprong gekomen. Pulisic had Noppert altijd moeten kloppen, maar de Friese doelman – het sprookjesverhaal bij Oranje – behoedde zijn team voor een vroege achterstand. Aan de overzijde was het wel raak bij de eerste de beste kans. Moet gezegd: heerlijke aanval. Het begon in de eigen zestien en ging over twintig verschillende stationnetjes naar de grote rechthoek van de Amerikanen. Daar koos Memphis Depay slim positie: 1-0 op assist van Dumfries. Prima goal.

Depay vierde met de vingers in de oren, zoals hij dat altijd doet. Mogelijk vraagt u zich nu af waarom de aanvaller dat doet, en dus hebben we het even voor u opgezocht. Depay wil ermee aantonen dat hij alleen naar God luistert.

Memphis Depay vierde met de vingers in de oren. ©  AP

Het plan van Louis van Gaal klopte. Nederland liet de bal aan de Amerikanen. Een slimme keuze, want uitgerekend aan de bal zijn die Amerikanen niet geweldig. Noppert moest nog een knal van Weah pareren, maar een gelijkmaker hing nooit in de lucht. Het was zelfs een beetje saai, om eerlijk te zijn, ondanks een best charmerende Frenkie de Jong op het middenveld. De Jong is alles wat Axel Witsel dezer dagen niet meer is: hij biedt zijn defensie oplossingen aan, durft druk te zetten boven de middellijn en voetbalt keer op keer vooruit.

Identieke goal voor 2-0

De scheidsrechter had zijn fluitje al in de mond om te blazen voor de rust toen Dumfries wederom een strakke bal voor de goal kon gooien. Deze keer was het Blind die op de goede plek stond om af te werken (2-0). Doelpunt twee leek verdacht veel op doelpunt één.

De tweede helft bracht qua spektakelwaarde lange tijd niet veel beterschap. Tot plots de VS uit de kluts, zonder het goed te beseffen, de aansluitingstreffer maakten via Wright. Het slotkwartier kon dan misschien toch nog wat vertier brengen. Het stadion beleefde dat ook zo: er kwam eindelijk een beetje sfeer.

Lang kon Amerika niet de indruk wekken dat het Nederland alsnog in de problemen zou brengen. De wingbacks losten het op voor Oranje. Er was een tijd dat Nederland fantastische flankaanvallers en spitsen op overschot had, nu waren de helden Blind en Dumfries. Die laatste maakte de 3-1 na een gemeten voorzet van Blind. De opluchting bij de spelers was zichtbaar groot: het moet zijn dat ze toch even in paniek waren geraakt tegen een nochtans beperkte tegenstander.

We onthouden dat de Louis van Gaal-show in Qatar nog even kan doorgaan. En dat Nederland nog steeds zijn eerste echt goeie match moet spelen. Maar kijk, Oranje zit wel in de kwartfinale (tegen Argentinië of Australië). Niet imponeren, wel winnen: zo word je (geen) wereldkampioen.