Direct naar artikelinhoud
Reportage

Het spookt nog in de hoofden van inwoners Boetsja: ‘Moeilijk weer samen te wonen voor mensen’

Een herdenkingsplaats voor de slachtoffers van de bloedbaden in Boetsja, die in maart van dit jaar plaatsvonden.Beeld Daniel Rosenthal / de Volkskrant

Voorsteden van Kyiv als Boetsja zijn al een tijdje bevrijd. Maar de bewoners worden nog dagelijks achtervolgd door de gruwelijke oorlogsmisdaden van begin dit jaar. ‘Mensen blijven hangen in hun isolement, ook al is de bezetting voorbij.’

Het echtpaar woont weer in de voorstad uit de brochure. Lichtgewicht-kinderwagens, cafés met kokos-latte, een geoliede plantsoenendienst, die de wandelpaden vrijhoudt van herfstbladeren.

Maar hij ziet nog flitsen uit het graf waar hij een nacht in lag, als enige levende tussen de lichamen van geëxecuteerde stadsgenoten, niet wetend of de Russen hem met opzet in leven hadden gelaten. En zij kampt met herinneringen aan de wanhopige zoektocht naar hem. Aan het mortuarium waar ze zijn lichaam vreesde te vinden.

Met elkaar praten gaat stroef. Ze hebben vaak ruzie.

‘Ze hebben verschillende vormen van stress meegemaakt en verwerken die op een andere manier’, zegt hun psycholoog, Natalja Zaretska. ‘Voor veel mensen hier is het moeilijk om weer samen te wonen.’

Van de buitenkant is Boetsja weer heel, maar aan de binnenkant is de stad nog een ravage. Ruim een half jaar na de bevrijding van de voorsteden van Kyiv, waar Russische militairen op grote schaal burgers executeerden, martelden en verkrachtten, melden steeds meer inwoners zich met psychische klachten bij de geestelijke gezondheidszorg. ‘Veel mensen dachten dat ze geen hulp nodig hadden’, zegt Zaretska. ‘Nu begrijpen ze dat ze niet zonder kunnen.’

‘Geen hulp nodig’

Zaretska (48) was na de bevrijding de eerste psycholoog in Boetsja. Toen ze aankwam lagen de lijken nog op straat en zochten mensen in mortuaria naar vermiste familieleden. Als militair psycholoog met ervaring in de behandeling van vrijgekomen krijgsgevangenen, wist ze meteen: dit zijn gevallen voor mij.

‘Mensen zijn tijdens de bezetting geïsoleerd en geestelijk bekneld geweest. Ze waren enkel bezig met overleven, in een vijandelijke omgeving. Wij moeten ze helpen ontspannen, zodat ze kunnen terugkeren naar een normaal leven.’

Psycholoog Natalja Zaretska.Beeld Daniel Rosenthal / de Volkskrant

Met steun van de lokale autoriteiten opende Zaretska in Boetsja een centrum voor psychische hulp, waar het voor de oorlog nog nauwelijks over ging in Oekraïne. Er werken zeventien psychologen die hulp bieden in dertien bevrijde plaatsen in de buurt van Kyiv. Dat doen ze voornamelijk met huisbezoeken.

‘Mensen hebben niet de gewoonte om buiten de deur hun problemen te bespreken, want dan weet een dag later de hele gemeenschap ervan’, zegt Tetjana Zacharova, een van de andere psychologen van het centrum. ‘Wij komen en gaan. Daarom vertrouwen mensen ons.’

De aanpak: bespreek pijnlijke herinneringen tot in detail, zodat mensen beter begrijpen wat er is gebeurd en echt gaan beseffen dat de bezetting voorbij is. ‘Mensen blijven soms hangen in hun isolement, ook al is de bezetting voorbij’, zegt Zaretska. ‘Ze moeten inzien dat het gevaar geweken is, dan kunnen ze zich weer vrij voelen.’

Dat is niet eenvoudig in Boetsja. Het luchtalarm gaat bijna dagelijks. Nog steeds zijn er inslagen van Russische raketten te horen. Ook niet bevorderlijk voor een gevoel van veiligheid: in de buurt ruimt het Oekraïense leger mijnen op, met zware ontploffingen als gevolg.

De oorlog in Oekraïne is de meest gedocumenteerde oorlog, maar is het ook de best gedocumenteerde? Lees hier hoe twee Oekraïners mogelijke oorlogsmisdaden documenteren in bevrijd gebied.

Diana Poljanskaja, teamleider bij de plantsoenendienst van Boetsja, bespeurt onrust onder haar personeel. Schoonmakers krijgen huilbuien onder het werk. Anderen komen op maandagen niet opdagen, een dag die Rusland vaak aangrijpt voor raketaanvallen. Maar professionele hulp hebben de schoonmakers niet nodig, zegt Poljanskaja. ‘Onze mensen zijn heel sterk. Als je werkt, heb je geen tijd om na te denken.’

De plantsoenendienst van Boetsja aan het werk.Beeld Daniel Rosenthal / de Volkskrant

Toch stappen steeds meer mensen naar het centrum. Volgens het stadsbestuur hebben 3.700 inwoners de bezetting van Boetsja meegemaakt. Zaretska: ‘We helpen ze begrijpen dat ze succesvolle overlevenden zijn. Misschien geen helden, want de een heeft goede dingen gedaan en de ander slechte. Maar ze zijn succesvol geweest in overleven. Ze zijn sterker dan de mensen die hen probeerden te onderwerpen. Door dat besef krijgen mensen hun eergevoel terug.’

.Beeld .

Psychologentekort

Ook inwoners die wisten te vluchten en niet in Boetsja waren tijdens de gruwelijkheden, hebben soms grote moeite om hun leven weer op te pakken. Velen zaten in onzekerheid over het lot van achtergebleven dierbaren. Zaretska raadt hen vaak aan om na hereniging niet meteen weer bij elkaar te gaan wonen. Want de periode ná de bevrijding uit bezet gebied of gevangenschap is het heftigst, zegt Zaretska. ‘Mensen moeten de verschrikkelijkste dingen kwijt. Dat kan zich uiten in agressie tegenover hun omgeving.’

Toch slaan slachtoffers haar aanbod van psychische hulp vaak af. Soms komen ze later terug, maar dan helpt Zaretska niet meer. ‘Dan zeggen we: u hebt de kans gehad om hulp te krijgen, die hebt u afgeslagen, nu moeten we ons op nieuwe gevallen richten, want we hebben te weinig personeel.’

De geestelijke gezondheidszorg van Oekraïne is geenszins opgewassen tegen de vraag. Het ministerie van Volksgezondheid schat dat 15- van de 44 miljoen Oekraïners door de oorlog psychische ondersteuning nodig hebben. Nieuwe bevrijdingen brengen nieuwe patiënten. En het ene bevrijde gebied is het andere niet. Zo kreeg de bevolking van langdurig bezet gebied, zoals Cherson, te maken met indoctrinatie door de Russen – dat vereist een langduriger aanpak, zeggen psychologen.

Zaretska wil haar team in Boetsja klein en hecht houden. Anders storten de psychologen zelf in door de verschrikkelijke verhalen die ze te horen krijgen, vreest ze. Ze spreekt om de dag een halfuur met een collega, om te controleren of ze zelf nog gezond is.

Eén vraag blijft maar opkomen bij haar cliënten: waarom doen de Russen, met wie we zoveel gemeen hebben, ons zoveel wreedheid aan? Volgens Zaretska hebben de cliënten zich vergist: Russen zijn wezenlijk anders dan Oekraïners. ‘De mensen die dat begrepen, zijn op de eerste dag uit Boetsja gevlucht’, zegt Zaretska. ‘De anderen betalen nu de prijs voor hun illusies.’