Bedreiging rechtsstaat

Rechters en advocaten steeds vaker bedreigd: ‘Vroeger scheldpartijen, nu doodsbedreigingen’

De moord op advocaat Derk Wiersum wordt gezien als het ‘Nine Eleven’ van de rechtsstaat: een aanslag die alles veranderde. De dreiging trekt een zware wissel op betrokkenen en werkt door in de rechtszaal. Uit een rondgang van de Volkskrant blijkt dat de verharding inmiddels alle soorten togadragers raakt.

Bedreiging rechtsstaat

Rechters en advocaten steeds vaker bedreigd: ‘Vroeger scheldpartijen, nu doodsbedreigingen’

De moord op advocaat Derk Wiersum wordt gezien als het ‘Nine Eleven’ van de rechtsstaat: een aanslag die alles veranderde. De dreiging trekt een zware wissel op betrokkenen en werkt door in de rechtszaal. Uit een rondgang van de Volkskrant blijkt dat de verharding inmiddels alle soorten togadragers raakt.

Als deken houdt Taco van der Dussen toezicht op het reilen en zeilen van de advocatuur in West-Brabant en Zeeland. Tegenwoordig staat hij in gesprekken met nieuwe advocaten in zijn arrondissement nadrukkelijk stil bij de risico’s van het vak.

‘Ik leg uit dat ze een beetje op hun tellen moeten passen. Als je jong bent en boven ligt in een juridisch gevecht, vind je het soms leuk er nog een schepje bovenop te doen, en nog eens stevig uit te halen. Veel jonge advocaten realiseren zich niet hoe dit doorwerkt bij een tegenpartij. Ik zeg: probeer altijd hoffelijk te formuleren, en realiseer je dat iemand gaat terugvechten wanneer je hem in een hoek drijft.’

Het terugvechten speelt zich de laatste twee jaar steeds vaker ook buiten de rechtszaal af, stelt Van der Dussen (62) vast. Daarom waarschuwt hij nieuwkomers en legt hij uit wat ze kunnen doen als ze zich zorgen maken over hun veiligheid. ‘Ik ben altijd bereikbaar via een 06-nummer op het besloten gedeelte van onze site.’

Minimaal eens per maand krijgt hij een telefoontje van een advocaat die is bedreigd. Alleen al in zijn arrondissement worden grofweg tien vakgenoten beveiligd.

Zelf heeft Van der Dussen het ook al meegemaakt. Hij was als slachtofferadvocaat aan het werk in een grote afpersingszaak – hij noemt de naam liever niet. ‘Mijn cliënt is al genoeg in de media geweest’, zegt hij in zijn Bredase kantoor. In januari 2021 kreeg hij namens de hoofdofficier van justitie te horen: ‘De hoofdverdachte heeft dreigende uitlatingen over u gedaan.’

‘Ik dacht: oké, nu ben ik dus ook aan de beurt’, zegt Van der Dussen. Niet alleen in zijn kantoor, ook thuis zijn veiligheidsmaatregelen getroffen. ‘Mijn vrouw vond de hele situatie niet leuk. Haar eerste reactie was: stop met die zaak. Ik zei dat ik haar heel goed begreep, maar als je dat van me verlangt, betekent het dat bedreigers het van ons winnen. Dat doe ik dus niet. Daar was ze het gelukkig mee eens.’

  • Na de bedreiging wilde mijn vrouw dat ik met de zaak zou stoppen. Ik begreep haar heel goed, maar dat zou betekenen dat bedreigers het van ons winnen. Dat doe ik dus niet

    Taco van der Dussen Deken West-Brabant en Zeeland

De aanslag die alles veranderde

Het bedreigen van advocaten is hand over hand toegenomen sinds de liquidatie op 18 september 2019 van Derk Wiersum, die de kroongetuige bijstond in het Marengo-proces tegen onder anderen Ridouan T. De moord wordt gezien als het ‘Nine Eleven’ van de rechtsstaat: een aanslag die het voorstellingsvermogen te boven ging en alles veranderde. Twee jaar later bevestigde de moord op Peter R. de Vries, vertrouwenspersoon van de kroongetuige, nog eens hoe gevaarlijk het is geworden om de rechtsstaat te dienen.

Uit een rondgang van de Volkskrant blijkt dat de verharding zich inmiddels uitstrekt tot vrijwel alle togadragers die elkaar in een rechtszaal ontmoeten: rechters, officieren van justitie, maar ook advocaten die zich bezighouden met letselschade, familierecht en faillissementsrecht.

Normaal gesproken praten zij niet over dit onderwerp, om veiligheidsredenen. Bij uitzondering doen betrokkenen uit deze beroepsgroepen nu wel hun verhaal, in sommige gevallen anoniem. De reden is dat ze het belangrijk vinden om duidelijk te maken hoe ingrijpend hun leven en dat van collega’s is veranderd, en hoe dat de rechtsstaat steeds verder onder druk zet.

De advocaten – die in tegenstelling tot rechters en aanklagers niet in dienst zijn van de overheid – wijzen daarbij nadrukkelijk op de dilemma’s en problemen met beveiliging, die naar hun smaak te vaak tekortschiet.

De lijst met incidenten van de laatste jaren is lang. De kantoren van de advocaten Louis de Leon en Jan-Hein Kuijpers zijn beschoten, en bij advocaat José Engels zijn met een mortierbom zes ramen en een stenen muur uit haar toenmalige kantoor geblazen.

‘Wij kennen ook verhalen van advocaten die een pistool op hun hoofd kregen’, zegt bestuurslid Anno Huisman van de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten (NVSA). ‘Met de aanslag op Wiersum was het onmogelijke mogelijk geworden. Advocaten voelden zich ineens massaal kwetsbaar.’

Dodenlijst

Zes weken na de moord op Wiersum bleek al hoezeer de tijden waren veranderd, toen op 6 november 2019 in Enschede faillisementsadvocaat Philippe Schol een kogel in zijn linkerbovenbeen kreeg en zijn slagader werd geraakt.

Dat hij gevaar liep, wist Schol (46) al ruim een half jaar. Begin 2019 deed hij aangifte van bedreiging toen hij hoorde dat de eigenaar van een failliete sportschool, waar hij als curator bij betrokken was, aan het rondvragen was waar hij woonde ‘omdat die eigenaar nog een appeltje met mij te schillen had’. Met Schols aangifte gebeurde niets.

Op 1 mei 2019 hoorde de faillissementsadvocaat annex curator dat hij op een dodenlijst stond. ‘Ze willen je vermoorden’, zei de Duitse politie tegen Schol, die 200 meter over de grens woont. ‘Wie? Wat? Hoe?’, reageerde Schol verbijsterd. ‘Dat weten we allemaal niet’, antwoordden ze. ‘Dit kregen wij te horen van onze Nederlandse collega’s. U moet zich maar tot hen wenden.’

De Nederlandse politie zei van niets te weten. Na veel rondbellen kwam Schol uiteindelijk terecht bij een beleidsmedewerker van het Openbaar Ministerie, vertelt hij in zijn kantoor in Enschede. Die bevestigde het slechte nieuws: ‘U zit in dreigingsschaal drie van vijf.’ ‘Ik vroeg hem: Wat betekent dat? Moet ik maatregelen nemen? Kogelwerend glas? Camera’s?’ ‘Nee, zei de man, u hoeft niks te doen.’ Wat schaal drie was, wilde hij niet zeggen. De boodschap was: het zal wel loslopen.’

Op 1 oktober 2019, precies een jaar nadat hij de failliete sportschool had doorgestart, kreeg Schol nog een signaal dat hij gevaar liep. ’s Nachts werd met een pistool door de ruiten van de sportschool geschoten, terwijl binnen nog mensen aanwezig waren. ‘Ik zag die symbolische verjaardag als een dreigement, en vroeg de politie of ik maatregelen moest nemen’, zegt hij. ‘Nee’, was ook toen het antwoord, ‘u hoeft niks te doen’. Ruim een maand later werd Schol neergeschoten.

Van links naar rechts: Taco van der Dussen (deken West-Brabant en Zeeland), Royce de Vries (advocaat) en Philippe Schol (faillisementsadvocaat)

Doodsbedreigingen

De helft van alle advocaten kreeg het afgelopen jaar te maken met agressie, blijkt uit een recente enquête van de Nederlandse orde van advocaten. Vier op de tien raadslieden maakten meerdere dreigings- en geweldsincidenten mee. ‘Vaak gaat het om gefrustreerde cliënten’, constateerde de voormalige Amsterdamse deken, Evert Jan Henrichs, onlangs in de Volkskrant. ‘Onvrede uitte zich vroeger in scheldpartijen, nu in doodsbedreigingen.’

De lijst met gevallen van ernstige dreiging en geweld is ‘eindeloos’ lang, zegt Anno Huisman van de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten. Hij noemt dit een structureel probleem, dat lang niet altijd de politie of de media bereikt. ‘Advocaten willen geen potentiële cliënten afschrikken’, zegt hij. Of ze voelen zich door hun beroepsgeheim belemmerd om aangifte te doen tegen een dreigende cliënt. ‘Ze praten hier niet graag over.’

Een familie- en strafrechtadvocaat uit Amsterdam is wel bereid dat te doen, maar dan anoniem, uit angst voor represailles. ‘Ik ben de laatste twee jaar door een stuk of tien personen bedreigd, in echtscheidingszaken’, zegt hij. ‘Meestal door de wederpartij. Ik krijg telefoontjes als: ik kom nu naar je kantoor en ga je met je kop tegen de muur slaan. Dan staan ze even later hier tegen me te schreeuwen.’

Hij legt uit dat in het familierecht emoties per definitie een grote rol spelen. ‘Ineens staat je leven op zijn kop. Mensen zijn bang hun kind te verliezen, of het dak boven hun hoofd. Als het misgaat, geven ze niet alleen hun ex de schuld, maar soms ook de advocaat.’

De raadsman heeft zijn lease-auto ingeruild nadat hij daarin was gezien door een boze oud-cliënt die hem al jaren lastigvalt. Hij denkt ‘elke week’ wel een keer aan stoppen. ‘Ik voel me niet meer veilig genoeg.’

  • Nadat mijn vader was neergeschoten, zeiden mijn vrouw en moeder: ‘Jij gaat nu stoppen met die zaak. Geen discussie.’ Dat was niet het moment om te zeggen: ik ga er toch mee door.

    Royce de Vries Advocaat

Advocaat Royce de Vries (33), de zoon van de geliquideerde misdaadjournalist Peter R. de Vries, zag zich al genoodzaakt een zaak neer te leggen. Op anonieme basis trad hij op voor familieleden van de kroongetuige in het Marengo-proces, in een civiele zaak tegen de staat. Hij had dat met zijn vrouw besproken, ze ging akkoord onder de voorwaarde dat hij het anoniem zou doen.

‘Dat had ik toegezegd. Op een gegeven moment kwam mijn naam toch op straat te liggen. Ik heb toen aangifte gedaan bij de Rijksrecherche. Nadat mijn vader vorig jaar op 6 juli was neergeschoten, stonden mijn vrouw en mijn moeder tegenover me in het ziekenhuis: ‘Jij gaat nu stoppen met die zaak. Geen discussie.’ Dat was niet het moment om te zeggen: ik ga er toch mee door. Maar ik heb nog steeds veel moeite met dat besluit. Het voelt toch alsof het loont wat ze mijn vader hebben aangedaan.’

Niet gesteund

Royce de Vries voelde zich lange tijd niet gesteund door de toenmalige deken van Amsterdam, die hij nadrukkelijk om hulp vroeg. ‘Het deed me veel pijn dat de Orde van Advocaten ging demonstreren bij de Turkse ambassade, voor advocatenrechten in dat land. Ik kreeg uiteindelijk de deken aan de lijn en zei: ‘Meneer Henrichs, u leest andere landen de les terwijl er in uw eigen arrondissement advocaten zijn die hun werk moeten neerleggen omdat het niet veilig is. Een van mijn cliënten, een zus van de kroongetuige, is ook een advocaat die haar werk niet meer kan doen. Vóór mij hebben ook advocaten van die familie hun werk, net als ik, moeten neerleggen. En dan zie ik u niet.’

Henrichs bood zijn excuses aan en vroeg of hij wilde meedenken over verbetering van de beveiliging van advocaten. ‘En dat is nodig’, zegt De Vries. ‘Het piept en kraakt bij het stelsel bewaken en beveiligen. Ik wil niets afdoen aan degenen die mij beveiligen, die doen hun uiterste best, maar zij moeten door capaciteitsproblemen ook roeien met de beperkte riemen die zij hebben. De huidige minister van Justitie stelde als Kamerlid vragen over de familie van de kroongetuige, maar van die kritische houding zie ik nu niks terug. Ik heb begrepen dat het nog steeds slecht gaat met die familie, zij liggen nog steeds met het OM overhoop over hun beveiliging. Zij hebben geen perspectief, geen toekomst. Terwijl we het hier hebben over nabestaanden: hun broer Reduan is vermoord als gevolg van de deal die het OM sloot met de kroongetuige.’

De toename van het aantal bedreigingen en geweldsincidenten leidt tot meer vraag naar beveiligingsmaatregelen. Maar beveiligen is een ‘enorm moeilijk dossier’, zegt rechercheofficier Ferry van Veghel in het kantoor van het Openbaar Ministerie (OM) in Amsterdam, het arrondissement waar de meeste ‘hoogrisico-strafzaken’ plaatsvinden.

Taco van der Dussen (deken West-Brabant en Zeeland), Royce de Vries (advocaat) en Philippe Schol (faillisementsadvocaat)

Zeker voor advocaten zitten er veel haken en ogen aan het maken van een goede risico-inschatting. ‘Ik ben zelf zeven jaar advocaat geweest’, zegt hij. ‘Dus ik weet dat een advocaat, vanwege de vertrouwensrelatie met de cliënt, niet zomaar alle informatie over zijn of haar situatie met de recherche kan delen.’

Daarom hoeft een bedreigde raadsman niet naar het politiebureau om aangifte te doen van bedreiging, maar kan hij zich wenden tot de deken. Als die Van Veghel belt, wordt onder anderen de collega ingeschakeld die in Amsterdam over Bewaken, Beveiligen en Crisisbeheersing (BBC) gaat. Die zoekt vervolgens uit: hoe concreet is de dreiging?

‘Je hebt gewoon asociaal gescheld en gedreig, meestal heeft zo’n dreiger niet de macht, de middelen en het voornemen om die dreiging ook uit te voeren’, zegt deze collega, die in verband met zijn functie anoniem wil blijven. ‘Je hebt ook juridisch strafbare dreiging, zoals bijvoorbeeld het jongetje dat het hoofd van Sylvana Simons photoshopte in een strop. Dat mag niet, maar meestal blijft het daarbij. En je hebt extreme uitzonderingsgevallen die heel ernstig zijn, zoals de dreiging tegen Telegraaf-journalist John van den Heuvel. Tussen al die mogelijkheden moeten wij afwegen: trekken we iemand gelijk z’n huis uit, of kijken we het even aan? Dat is nooit exacte wetenschap, maar je vinkt een lijst af: hoe waarschijnlijk is het?’

Wat beveiliging moeilijk en soms ook pijnlijk maakt, zeggen beide OM’ers, zijn de dilemma’s die erbij komen kijken. Zo kijkt degene die een dreigingsanalyse maakt heel rationeel naar de situatie, terwijl de bedreigde persoon een enorme angst kan voelen, hoe groot of klein de dreiging ook is. ‘Dat botst’, weet de adviseur BBC.

Gebrek aan bewijs

De aanslag op Philippe Schol, op 6 november 2019, is gefilmd door camera’s die hij op eigen kosten had laten ophangen, onder meer bij zijn huis. Hij werd van dichtbij beschoten vanuit een Volkswagen Polo, toen hij zijn hond uitliet. ‘Na de rechtszaak tegen de schutters zei de officier van justitie: zonder jouw camerabeelden hadden we de daders nooit gevonden.’

De schutters kregen 18 en 23 jaar celstraf, hun opdrachtgever is door gebrek aan bewijs nog op vrije voeten. Schol overleefde de aanslag dankzij alerte buren, die de slagaderlijke bloeding in zijn been stelpten tot een ambulance arriveerde.

Toen hij wakker werd in het ziekenhuis, stonden twee politiebeveiligers naast zijn bed. ‘Ik legde hun uit: ik ben neergeschoten vanwege mijn werk als curator. Ik heb voor dat werk een aanstelling van de Staat der Nederlanden: de rechtbank. Ik wens dezelfde rugdekking als een rechter of officier in een vergelijkbare situatie. Ze antwoordden: nee, u bent zelf verantwoordelijk voor uw veiligheid, uw werkgever moet dat regelen.’

Schol wist niet wat hij hoorde. ‘Ik zei: ik bén mijn werkgever. Ze vonden dat ik een poosje moest onderduiken, en zetten me drie weken in een vakantiepark. Maar als ik niet werk, heb ik geen inkomen. Ik heb nog net niet zitten bidden voor minimale beveiliging op het werk. Ik kreeg niks, ze lieten me aan mijn lot over.’

Hij vroeg om kogelwerend glas in zijn kantoor, want dat is op de begane grond, aan een drukke straat. ‘Toen kwamen ze met het lumineuze idee: ‘Waarom ruilt u niet met uw compagnon van kamer?’ Echt waar. Ik zei: denk je dat een schutter eerst goed gaat kijken wie er achter mijn bureau zit? Ik vond dat gestoord. En ze vroegen of ik wilde verhuizen. Onbegrijpelijk.’

Pas na langdurig aandringen, met hulp van derden, betaalde de staat een deel van de noodzakelijke maatregelen in zijn kantoor, zegt Schol. Meer zegt hij er niet over, om veiligheidsredenen. Omdat zijn huis in Duitsland staat, kreeg hij te horen dat Nederland daar niet verantwoordelijkheid is voor beveiligingskosten.

Beveiliging

De overheid beveiligt momenteel ruim vierhonderd mensen. Grofweg tachtig van hen zitten in de twee hoogste categorieën, zoals betrokkenen bij hoogrisico-rechtszaken en ‘vaste klanten’ van de Dienst Koninklijke en Diplomatieke Beveiliging, onder wie Geert Wilders. Het aantal beveiligers is fors toegenomen. Alleen al op één zittingsdag van het Marengoproces zijn 300 tot 350 politiemensen en rechtbankbeveiligers belast met de beveiliging van betrokkenen, risicovolle transporten en de bewaking van het gerechtsgebouw en de omgeving.

Voor advocaten wordt doorgaans minder geregeld. ‘Een bedreigde aanklager of rechter zet zijn auto in de parkeergarage onder de bunker of onder de kantoorkolos waar hij werkt, en gaat onzichtbaar naar binnen’, zegt Anno Huisman van de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten. ‘De meeste raadslieden hebben een klein kantoor, zonder parkeergarage. Ook bij de rechtbank parkeren ze in de buurt, en moeten ze door de hoofdingang. Ik heb meerdere advocaten horen klagen: officieren en rechters worden beveiligd, wij niet.’

De Nederlandse orde van advocaten (Nova) biedt wel mogelijkheden om de veiligheid te vergroten. Zo is er een hulplijn, een noodnummer voor veiligheidszaken en een noodknop waarmee direct de politiemeldkamer wordt ingeschakeld. Ook kunnen advocaten hun kantoor of huis op veiligheid laten controleren door een gespecialiseerd bedrijf. Sinds een jaar biedt de orde weerbaarheidstrainingen aan, waar deelnemers bewust worden gemaakt van risico’s en signalen van agressie. Volgend jaar komen die er ook voor advocaat-stagiairs.

De dreiging is zo groot dat nabestaanden van slachtoffers in de heftigste liquidatiezaken geen advocaat meer kunnen vinden. ‘Een paar jaar geleden waren er tientallen slachtofferadvocaten die nabestaanden en slachtoffers in liquidatieprocessen zoals Marengo bijstonden, nu zijn het er nul’, constateert Richard Korver, voorzitter van het Landelijk Advocaten Netwerk Gewelds- en Zedenslachtoffers (Langzs). ‘En slachtoffers durven in zulke zaken geen gebruik te maken van hun spreekrecht. Dan heeft de rechtsstaat dus feitelijk verloren.’

Volgens Langzs nemen raadslieden zulke zaken niet meer aan omdat ze er niet op vertrouwen dat de veiligheid goed wordt geregeld. ‘We weten allemaal dat de justitiële autoriteiten bepaald niet goed zijn in het borgen van anonimiteit. Dan doel ik op het lekken van namen, adressen, foto’s van kroongetuigen. Dat heeft de angst enorm aangewakkerd. Ik weet dat er veel collega’s zijn die zeggen: ‘Je denkt toch niet dat ik de overheid ga bellen? Die kunnen niet eens hun kroonjuweel Nabil B. (kroongetuige in Marengo, red.) veilig houden.’’

Naast menselijke fouten bij het Openbaar Ministerie kampt het stelsel bewaken en beveiligen met personeelstekorten. Beveiligingsinstanties kunnen de toenemende hoeveelheid werk niet aan en hebben te weinig zicht op mogelijk gevaar, waarschuwde een onderzoekscommissie onder leiding van oud-topambtenaar Gertjan Bos. ‘Hoe een burger wordt bewaakt of beveiligd hangt deels af van de plaats waar hij wordt bedreigd of waar hij aangifte heeft gedaan’, concludeerde de commissie. Dat leidt tot ‘niet-uitlegbare verschillen’.

Verbijstering

De in 2019 neergeschoten curator Schol strompelt naar zijn bureau en haalt er de Kamerbrief uit waarmee minister van Justitie Dilan Yesilgöz reageerde op de kritiek van de commissie-Bos. Ze kondigde aan na 2024 100 miljoen per jaar te investeren in beveiliging.

‘Ik heb die brief met verbijstering gelezen’, zegt Schol. Hij bladert erin en leest een passage voor. ‘De overheid dient als één blok naast de hoeders van de rechtsstaat te staan. [...] Ze moeten weten dat de overheid een betrouwbare bondgenoot is die hen beschermt.’

‘Laat me niet lachen!’, roept hij. ‘In mijn geval gaf niemand thuis.’ Tijdens de strafzaak tegen zijn schutters ontdekte Schol tot zijn stomme verbazing twee processen-verbaal waarin staat dat hij volgens bronnen van de politie acuut levensgevaar liep. ‘Ze hebben dat een half jaar voor de aanslag gehoord, maar er niets mee gedaan: de verdachten werden niet afgeluisterd, er was geen onderzoek en ik werd niet beveiligd.’

Dilemma

In rechtbanken is na de moorden op Derk Wiersum en Peter R. de Vries heel wat veranderd, zegt voorzitter Henk Naves van de Raad voor de rechtspraak, het bestuursorgaan van alle gerechten. ‘Bedreigingen komen veel voor, niet alleen in zaken als Marengo. Daar praten we over, en we geven trainingen om onze mensen daarop voor te bereiden. Tijdens grote liquidatiezaken is er psychologische begeleiding beschikbaar voor rechters en griffiers, en een teamcoach.’

De vakbond voor rechters en aanklagers, de NVVR, hield eind vorig jaar een enquête onder zijn leden. De uitslag is niet openbaar, maar volgens voorzitter Marc Fierstra is er massaal gereageerd en is de conclusie dat de omvang en ernst van de bedreigingen toenemen. ‘Met name in echtscheidingszaken zien we dat rechters worden bedreigd met teksten als ‘Ik ruk je kop eraf’ en ‘Ik schiet een kogel door je kop’, zegt hij. Naast rechters geven ook aanklagers aan dat ze bij de rechtbank worden opgewacht of in de supermarkt bedreigingen horen als: ‘Ik weet waar je woont.’

Net als slachtofferadvocaten zijn er ook rechters die geen hoogrisicozaken meer willen doen, erkent vakbondsvoorzitter Fierstra. Bij de Raad voor de rechtspraak is zelfs al nagedacht over de vraag of het Italiaanse systeem van ‘maffiarechters’ hier toepasbaar is: rechters die tijdelijk in een beschermde ‘compound’ wonen en werken onder een andere naam tijdens een langlopende hoogrisicozaak. Dat noemt Naves ongewenst, maar ‘mogelijk wordt in de toekomst een andere keuze gemaakt’.

Hoe groot de impact van een van de zwaarste categorieën beveiliging is, vertelt een bedreigde aanklager die anoniem wil blijven. ‘Je bent nooit meer alleen. Je staat ermee op en je gaat ermee naar bed. Het was een ongeschreven regel van die penozejongens: je gaat niet lopen dreigen naar officieren en rechters. Nu doen ze dat gewoon. Ik ben gelukkig niet bang aangelegd, maar dit heeft ook gevolgen voor mijn omgeving. Dat realiseerde ik me heel indringend na de moord op Peter R. de Vries. Een van mijn gezinsleden vroeg: ‘Kan dit jou ook overkomen als je de vuilnisbak buiten zet?’ Toen moest ik dus ‘ja’ zeggen.’

  • Ik kan letterlijk verklaren wat er misgaat in de beveiliging, ik kan het navertellen. Maar ik ben maar een curatortje uit de provincie. Het interesseert ze niks, zo lijkt het

    Philippe Schol Faillisementsadvocaat

Ook een rechter die in een beveiligingssituatie zit, kampt met deze beperkingen. Hij vertelt dat de scholen van zijn kinderen heel verschillend reageren op de genomen veiligheidsmaatregelen. ‘Je moet scholen informeren dat er iets speelt. De middelbare school werkt fantastisch mee, maar de basisschool ligt ontzettend dwars.’

Volgens hem was het vroeger ‘ondenkbaar’ dat rechters en officieren in hun privésituatie werden opgezocht. ‘Toen dachten we na een heftige zitting: als ik mijn toga uittrek, ga ik naar huis en leef ik privé verder. Nu komen ze gewoon tot in je voortuin. Ik zit thuis op de bank en denk: dadelijk schiet iemand een kogel door het raam.’

Verkeerd signaal

Om werknemers veilig te houden, probeert het Openbaar Ministerie de kans op problemen zo klein mogelijk te houden. Sinds september 2020 kunnen aanklagers die vanwege een ‘voorstelbare’ dreiging tegen hen ‘minder herkenbaar’ willen zijn, een verzoek indienen bij een commissie van het OM. Zo’n verzoek is 50 keer ingewilligd, waarvan 20 maal in 2022. In 13 gevallen werd journalisten op een zitting verzocht de naam van een aanklager niet te noemen, 37 keer stond een OM’er alleen als een nummer vermeld in een strafdossier.

Van dit soort ‘anonieme spookprocessen’ gaat ‘een volstrekt verkeerd signaal’ uit, zegt slachtofferadvocaat Korver. ‘Als de rechtsstaat angst uitstraalt, slaan criminelen daar op aan. Dat zijn net honden, die ruiken angst.’ Zijn kritiek wordt breder gedeeld.

Het OM worstelt er mee, onderstreept Van Veghel. ‘Wij willen geen duimbreed toegeven aan intimidatie. Wij voelen: we moeten er staan, onze rug recht houden. Maar aan de andere kant zijn officieren ook vaders en moeders die zeggen: ik heb toch het recht om veilig te zijn? Dat zijn twee legitieme belangen, dat is heel ingewikkeld. Geen enkele collega zegt, als de georganiseerde misdaad een stap vooruit zet: wij moeten een stap terug doen. Dat doen we ook niet. De kritiek op het anoniem voeren van een proces, raakt ons daarom.’

NVVR-voorzitter Fierstra bevestigt het dilemma: ‘Ik vind het treurig dat anonimiteit van niet alleen aanklagers, maar ook onderzoeksrechters in sommige zaken noodzakelijk is. Het maakt het lastiger hun werk te controleren. Maar zij moeten hun werk kunnen doen zonder angst voor lijf en goed.’

De Onderzoeksraad voor de Veiligheid (OVV) gaat sinds augustus 2021 na wat er misging in het stelsel bewaken en beveiligen rond de aanslagen op Reduan B., Derk Wiersum en Peter R. de Vries, de broer, advocaat en vertrouwenspersoon van de kroongetuige in het Marengo-proces. Het onderzoek bevindt zich in de ‘afrondende fase’, zeggen betrokkenen – mogelijk gaan de lessen ervan het aangezicht van de rechtspraak verder veranderen.

Loden jas

Philippe Schol stuurde vorig jaar een brief naar toenmalig minister Grapperhaus, de opdrachtgever van dit onderzoek, waarin hij ‘smeekte’ om een gesprek met de OVV. ‘Toch ben ik toen niet benaderd, en dat vind ik verbijsterend. Ik kan letterlijk verklaren wat er misgaat in de beveiliging. Hoe vreselijk het ook is: deze drie mensen zijn dood en ik leef nog. Ik kan het navertellen. Maar ik ben geen Peter R. de Vries en geen kroongetuige-advocaat, ik ben maar een curatortje uit de provincie. Het interesseert ze niks, zo lijkt het.’

Zijn leven is na de aanslag totaal veranderd, zegt Schol. ‘Als ik naar huis of kantoor rijd, moet ik steeds in autospiegels kijken en verschillende routes rijden.’ Hij kocht een kogelwerende, loden jas tot aan zijn knie omdat het kogelwerend vest dat hij van de politie mag lenen maar tot zijn navel komt. ‘Dat is te kort.’ En hij besteedde ‘een aanzienlijk bedrag’ aan veiligheidsmaatregelen in zijn huis, omdat de staat hem ‘als een baksteen heeft laten vallen’.

Maar stoppen met zijn werk? ‘Over mijn lijk. Letterlijk en figuurlijk. Want dan kan ik mezelf niet meer recht aankijken. Dan zeg ik feitelijk tegen elke idioot die een pistool kan regelen: het heeft zin. Dat laat ik niet gebeuren.’

Dilan Yeşilgöz, minister van Justitie en Veiligheid

‘Het is onverteerbaar dat de hoeders van onze rechtsstaat, zoals advocaten, rechters, officieren van justitie en journalisten, hun werk niet veilig kunnen doen, anoniem moeten doen of in het uiterste geval er zelfs voor moeten kiezen hun werk niet meer te doen. Daarom ben ik direct na mijn aantreden in gesprek gegaan met personen die beveiligd worden of voorheen beveiligd zijn.

Reactie OM Oost-Nederland

Het Openbaar Ministerie zegt op de hoogte te zijn van ‘de bedenkingen’ van advocaat en curator Philippe Schol over de gang van zaken. ‘Daarover hebben we meerdere gesprekken met hem gevoerd.’ De kwestie ligt genuanceerder, vindt het OM, dat laat weten dat het niet bevoegd is om in Duitsland veiligheidsheidsmaatregelen te treffen en dat in Nederland ‘wel degelijk diverse maatregelen werden getroffen’. Mededelingen over concrete maatregelen doet justitie ‘nooit’.