Direct naar artikelinhoud
Achtergrond

Elektriciens zijn de nieuwe nationale helden van Oekraïne

Inwoners van Kherson zoeken op straat naar hout om te stoken.Beeld ANP / EPA

Met de winter op komst wordt de stroomvoorziening in Oekraïense steden belangrijker dan ooit. En ook op het slagveld zal de kou van grote invloed zijn. ‘Voor de soldaat is het mentale gedeelte misschien wel het moeilijkst.’

en

Nationale helden waren zij al: de monteurs van de Oekraïense spoorwegen. Het onmisbare spoorwegennet bleef de afgelopen maanden operationeel – Russische invasie of niet. Hoe hoog de standaard ligt? Oleksandr Kamysjin, de baas van het spoorwegbedrijf, ging vrijdag door het stof: ‘slechts’ 37 procent van de treinen kwam volgens planning aan. Gelukkig was er geen trein uitgevallen, schreef hij nog bij zijn spijtbetuiging.

Inmiddels worden ook de elektriciens en monteurs die de stroomvoorziening in stand houden geëerd. De afgelopen maanden daalden honderden Russische raketten neer op de Oekraïense infrastructuur – ook deze week weer. Na elke inslag haastten de elektriciëns zich ter plaatse om de boel te repareren.

Nu het kwik in Oekraïne steeds vaker tot onder het vriespunt daalt, zijn de elektriciens onmisbaar. Ieder uur telt. Doen zij hun werk niet, dan zitten de Oekraïners – zeker in de grote steden – zonder stroom en water. Dat betekent: geen verwarming, geen drinkwater, geen internet, ontdooiende vriezers. En ga zo maar door.

De elektriciens staan voor een reusachtige opgave. Sommige voorzieningen worden keer op keer gebombardeerd. Vrijdag liet burgemeester Vitali Klitsjko weten dat de helft van Kiev, twee dagen na de grootschalige raketaanval van woensdag, nog zonder stroom zat. Hij schreef te hopen dat alle huishoudens nog diezelfde dag ten minste voor enkele uren weer zouden worden aangesloten.

Frankrijk zegde vrijdag de levering van honderd zware generatoren toe, de Britten komen met een ‘luchtafweerpakket’ dat Kiev moet helpen de Russische raketten te lokaliseren, maar de inwoners van Kiev zullen het voorlopig vooral moeten hebben van het legertje aan elektriciens en monteurs. De nieuwe helden.

Russen zijn niet goed uitgerust

Ook de soldaten op het slagveld – Oekraïners én Russen – moeten rekening houden met de winter. “De partij die zich het best voorbereidt, kan er het meeste uithalen,” zegt Peter Wijninga, defensie-expert van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies. “Wat dat betreft vrees ik voor de Russen. Hun soldaten zijn gewoon niet goed uitgerust. Er is een gebrek aan warme kleding en goed schoeisel, wat natuurlijk erg belangrijk is in een loopgraaf. Dat weegt in de winter zwaarder dan in de zomer. Hetzelfde geldt voor de aanvoerlijnen. Die hebben de Russen nu al niet op orde – en dat wordt alleen maar erger.”

De meeste analytici voorzien voor de komende maanden een ander strijdbeeld en andere tactieken. Grootschalige offensieven, waarvoor snelheid en grondbewegingen vereist zijn, blijven voorlopig waarschijnlijk uit, denken zij. Wijninga: “Rusland richt zich op dit moment vooral op het verdedigen van geannexeerde gebieden. Ze graven zich in en verdelen hun troepen over de verdedigingslinies. We zien loopgraven, diepe sleuven, drakentanden (betonnen obstakels tegen opstomende tanks) en geschutsopstellingen die toegangswegen bestrijken.”

Wijninga ziet vooral mogelijkheden voor de Oekraïners: “Als ze er tenminste in slagen de Russen onder druk te houden. Daarvoor moeten ze wel in beweging komen. Ik weet niet of ze het van plan zijn – of dat ze daar überhaupt toe in staat zijn – maar als ze zich goed voorbereiden, zou de winter ze zeker voordeel kunnen opleveren.”

De Russen zullen zich vooral richten op het trainen en versterken van hun troepen, verwacht Wijninga. Er zijn de laatste tijd zo veel nieuwe rekruten gekomen, dat het ingewikkeld kan zijn om ze in te passen. “Het zijn er misschien wel te veel. Eerst die grote extra mobilisatie van meer dan 200.000 mannen, nu de normale opkomst van een nieuwe lichting. Dat zijn er ook weer 134.000. Dat vergroot de logistieke druk enorm.”

Droge sokken

In principe hoeft de winterse kou geen onoverkomelijk obstakel te vormen. Soldaten kunnen zich wapenen tegen de vorst. “Natuurlijk wordt in een oorlogssituatie alles anders als het koud en nat wordt,” zegt majoor Mark van de Beek, woordvoerder van Defensie. “Maar als je je goed voorbereidt, hoeft dat geen problemen op te leveren. Dat geldt voor individuele soldaten, maar ook voor het materieel.”

Als het nog niet (of niet meer) zo koud is, in het najaar en voorjaar, kunnen soldaten zich daar redelijk op kleden. Vaak is het best simpel: zakt de temperatuur, en raakt een militair bezweet, dan moet zij of hij zo snel mogelijk droge kleren en sokken aantrekken.

“Het is ook belangrijk om een rustiger tempo aan te houden en je niet onnodig in te spannen,” zegt Van de Beek. “Dat kan natuurlijk niet altijd, maar zweten is echt een risico – je moet droog worden. En je moet goed eten. Bij kou heb je veel meer calorieën nodig, dus de voeding moet worden aangepast. Maar voor de soldaat is het mentale gedeelte misschien wel het moeilijkst, zeker als het echt koud wordt. Dan komt het aan op goed leiderschap, met name van de officieren in het veld.”

Modder groot probleem

Een ander (mogelijk) probleem zijn de wapens. “Je moet je pistool of geweer natuurlijk altijd goed onderhouden – elke dag schoonmaken en oliën. Dat is een militaire basisvaardigheid. Als het koud en nat wordt, is olie extra belangrijk: vocht betekent roest en dat wil je niet. Daar moet je je voortdurend van bewust zijn. Zoiets vergt veel discipline.”

Bij grote wapensystemen – artillerie, bijvoorbeeld – speelt nog iets: die staan op voertuigen en zijn vrij zwaar. In een koude winter, met een harde ondergrond, is dat niet zo erg. Maar de modder van het voor- en najaar zorgt wel voor uitdagingen, zegt Van de Beek. “Snelheid wordt een probleem, zowel offensief als defensief. Je wordt beperkt door de wegen. Daar is moeilijk iets tegen te doen. Als je nu in Nederland door akkerland rijdt, wordt het ook heel lastig.”

De winterkou heeft ook effect op accu’s en brandstof. “Militaire voertuigen rijden doorgaans op diesel. Dat kan slecht tegen de kou. Hetzelfde geldt voor olie. Als temperatuur onder de -8 graden daalt, wordt de olie dikker. Dat is lastiger voor motoren. Tanks hebben daarom ook altijd een stookkacheltje aan boord – om de olie dun te houden.”