Terug naar de krant

Op het gala van het Concertgebouworkest klinkt subtiele Händel en loeiharde dance

Leeslijst recensie Klassiek

Concertgebouworkest gala Op het chique ‘Annual Gala’ van het Concertgebouworkest klonk Händels opera ‘Acis and Galatea’ in een ‘mise-en-espace’ uitvoering van Pierre Audi. Zondag heb je nog een kans om te horen hoe prachtig lief herder Acis en hoe angstaanjagend monsterlijk cycloop Polypheme zingen.

Leeslijst

‘Chique’ is een bijna banale omschrijving van de sfeer op het eerste ‘Annual Gala’ van het Concertgebouworkest vrijdagavond. Elegante jurken, pinguïns, champagne te over. Personeelstekort lijkt hier even niet te bestaan, zoveel mensen lopen rond met schalen kaviaar, macarons, kleine gele aubergineburgers en (gelukkig) puntzakken friet.

Gala’s houdt het Concertgebouworkest jaarlijks, maar tot nu toe was dat altijd als seizoensopening. Nu is die seizoensopening al geweest, begin september in het Amsterdamse Westerpark, vanaf een groot podium en gratis toegankelijk. Vanaf nu is er later in het jaar een ‘Annual Gala’, alsnog voor genodigden, schenkers en mensen die het een duur kaartje waard vinden. Op het programma staat de opera Acis and Galatea van Händel (1739), in een arrangement van Mozart (1788).

Verpletterende rots

Pierre Audi, voormalig artistiek leider van De Nationale Opera en het Holland Festival, en nu ‘creatief partner’ van het KCO, heeft voor de ‘mise-en-espace’ gezorgd. Of platter: een beetje decor zodat de opera een beetje geënsceneerd lijkt. Vanaf de onderste trede van de grote trap rechts begint een plateau dat in een tapse kromme naar links afbuigt en uitloopt in een scherpe punt die net over de rand van het podium hangt. Het is fel groen en doet sterk denken aan een minigolfbaan. Rechts ervan is een aanzienlijk deel van het podium bedekt met een zwarte glimmende, vuilniszakmateriaalachtige folie. Links zitten musici van het Concertgebouworkest in een kleine bezetting.

Aan het begin van het plateau ligt een grote rots, als verwijzing naar de rots waarmee Polypheme Acis verplettert, want dat gebeurt in deze opera: Nimf Galatea en herder Acis zijn verliefd op elkaar, maar de monsterlijke cycloop Polypheme is óók verliefd op Galatea. Hij plet Acis, waarna Galatea hem in een riviergod verandert en zijn bloed wegsijpelt in een rivier.

Grote onhandigheid vrijdagavond: de boventiteling raakt maar niet aan de praat tot ongeveer 1/3e al gezongen is. De opera is dan wel in het Engels, goed te volgen is het niet. Pas vanaf de aria ‘Shepherd, What Art Thou Persuing’ weten we waar het over gaat. Toch is het tenor Mark Milhofer dan al gelukt indruk te maken als Acis: hij heeft een zacht, maar prachtig, vriendelijk geluid. Die indruk ontploft in zijn aria ‘Love in Her Eyes Sits Playing’: zo hoog, zo zacht, prachtig in lange vibratoloze noten en heel subtiel in het verlengen van stemversieringen.

Kwaadaardige stem

Al voor zijn feitelijke opkomst duikt af en toe een spinachtig wezen op vanachter de rots: een man in een lang gewaad van hetzelfde zwartglimmend materiaal is natuurlijk Polypheme. En wat voor een. Bas Sreten Manojlovic blijkt een compleet cynisch kwaadaardig theater in zijn stem te herbergen. Met zulk angstaanjagend acteerwerk in je zang kun je als toeschouwer je ogen dicht doen en veel meer zien dan dat groene plateau en een rotsblok.

De semi-regie is weinig verheffend, maar gelukkig is er de voor het KCO debuterende dirigent Leonardo García Alarcón, specialist in oude opera, om naar te kijken. Zijn dirigeerstijl is fascinerend en aanstekelijk, meer mime dan maat. Hij maakt met alle delen van zijn lichaam kleine golvende beweginkjes. Hij wijst, wiegt, wappert, hupt, vouwt zijn handen voor zijn borst, stapt van en op de bok; het is extreem goed te volgen hoe hij wil dat de muziek klinkt. En het klínkt ook zo. De KCO-musici leveren prachtige klarinetdubbels, een lekker betweterige fagot en golvende strijkers. Hoogtepunt is het trio ‘The Flocks Shall Leave the Mountains’, waarin Acis en Galatea elkaar liefelijk toezingen dat ze onafscheidelijk zijn terwijl Polypheme er woedend doorheen blaat. Alarcón krijgt het voor elkaar allebei die sferen, lief in de blazers, blatend in de celli, geweldig tegelijk en goed onderscheidbaar te laten klinken. Op en top spannend. Alleen het Nederlands Kamerkoor haalt dat topniveau niet. Ze zijn niet zo precies, niet zo mystiek als je bij Engelse koorstukken zou willen. Ze hebben een interpretatie ingestudeerd die veel braver is dan die van Alarcón, en het lukt ze niet om zich aan hem aan te passen.

Afterparty

Het werd laat in het Concertgebouw. Voor wie zich wilde verdiepen in het net gehoorde programma, interviewde artistiek directeur Ulrike Niehoff Alarcón en Audi in de Dirigentenfoyer. In alle gangen werd geklonken. In de Spiegelzaal en in de Kleine Zaal werd druk geborreld op sfeervolle jazz. De rij voor de Koorzaal werd steeds langer: daar in de kelder werd op loeiharde dance nog lang gedanst. Zelfs het KCO logo, het kroontje, danste in futuristische animaties geprojecteerd op de muur mee.

Een versie van dit artikel verscheen ook in de krant van 4 oktober 2022.

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Maximaal 120 woorden a.u.b.
Vul je naam in