Direct naar artikelinhoud
reportage

Voedselbanken moeten schrapen om alle klanten te helpen: ‘We kunnen de kratten stapelen, zo leeg zijn ze’

Door inflatie en stijgende gas- en energieprijzen krijgen voedselbanken steeds meer klanten, terwijl ze steeds vaker met tekorten kampen. ‘We moeten kiezen: of een klantenstop, of minder voedsel in de pakketten.’

en
Bij de voedselbanken, zoals deze in Emmen, melden zich steeds meer klanten, terwijl het aanbod slinkt.Beeld Harry Cock / de Volkskrant

‘Het is voor ons doen een lege boel hier’, zegt Ton Sleeking, voorzitter van de Voedselbank Zuidoost Drenthe, terwijl hij gebaart naar de stellingkast die ooit uitpuilde van de pakken pasta. Door inflatie en stijgende energie- en gasprijzen groeit het aantal mensen dat in aanmerking komt voor een voedselpakket, waardoor vrijwilligers in het depot in Emmen de schaarse waren over steeds meer klanten moeten verdelen.

Niet alleen in Emmen zijn de schappen vrijwel leeg. Eerder trokken voedselbanken in onder meer de regio’s Haaglanden, Zeeland, Utrecht en Brabant aan de bel, maar hoeveel van de 171 voedselbanken in Nederland met tekorten kampen, wordt niet bijgehouden. Al die voedselbanken samen helpen bijna 100 duizend Nederlanders. ‘Landelijk neemt het aantal klanten toe, terwijl het voedselaanbod afneemt,’ zegt Tom Hillemans, vicevoorzitter van Voedselbanken Nederland. ‘Onze pakketten bestaan veelal uit producten die tegen de houdbaarheidsdatum lopen, afkomstig van supermarkten en bedrijven als Unilever en Hak. Maar omdat zij hun inkoopprocessen de laatste jaren optimaliseren om verspilling tegen te gaan, blijft er steeds minder voedsel over voor ons.’

In Drenthe grijpt Provinciale Staten daarom in. De partijen stemden woensdag unaniem in met een motie van de PvdA om de Drentse voedselbanken 100 duizend euro te schenken. Met dat geld hoopt voorzitter Sleeking sneller producten te kunnen inkopen waaraan op dat moment behoefte is, zodat de voedselbank minder afhankelijk is van grillige donaties.

Boodschappentassen van de budgetsuper

Later op de dag zijn de producten uit het depot in Emmen uitgewaaierd over uitgiftepunten in de stad. In een protestantse kerk in de naoorlogse wijk Emmerhout verdelen gepensioneerde vrijwilligers de levensmiddelen haastig over ruim vijftig kratten. ‘We kunnen de kratten vandaag stapelen,’ zegt vrijwilliger Bep. ‘Zo leeg zijn ze.’

Buiten staan tientallen wachtenden, allemaal houden ze een boodschappentas van een budgetsuper vast om die binnen te laten vullen. De sfeer is gelaten. Niemand staat er graag, maar een vrouw die niet met haar naam in de krant wil om haar drie puberdochters niet in verlegenheid te brengen, zegt dat ze dankbaar is dat de voedselbank bestaat. In een half jaar tijd is het aantal gezinnen in de rij bijna verdubbeld.

‘Als dit doorzet, moeten lokale voedselbanken binnenkort kiezen’, zegt Hillemans, de vicevoorzitter van Voedselbanken Nederland. ‘Of een klantenstop, of minder voedsel in de pakketten.’ In Emmerhout is het al zover: bezoekers krijgen al minder dan de beoogde vijf à zes voedzame maaltijden per twee weken. Een 63-jarige man, zijn grijze haren in een staartje gebonden, kwam door de hoge energiekosten deze maand 80 euro te kort om zijn rekeningen te betalen. ‘Na vier dagen was bijna alles uit het pakket op, dus at ik tien dagen restjes macaroni. Ik heb alles geprobeerd, zelfs macaronisoep.’

Van rondkomcrisis naar schuldencrisis

‘We zitten nu in een rondkomcrisis’, zegt Arjan Vliegenthart, directeur van het Nibud (Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting). ‘Mensen zijn aan het puzzelen: hoe kom ik de maand door? Ik ben bang dat het binnenkort omslaat in een schuldencrisis.’ De inkomensnormen om in aanmerking te komen voor een voedselpakket zijn onlangs al opgerekt, maar volgens Vliegenthart is dat niet genoeg. ‘Het is bijna onmogelijk om de inflatie van dit moment bij te houden.’

De gedachte aan de stijgende prijzen maakt de mensen in de rij bij de voedselbank wanhopig. Een 42-jarige vrouw moet het hoofd boven water houden van 16 euro per week, nadat ze afgelopen jaar in de ziektewet was beland. Ze is radeloos, vertelt ze. Haar thuiswonende dochter van 18 moet het geld van haar bijbaantje afstaan, de spijkerbroek die ze draagt kreeg ze van haar 22-jarige studerende zoon. Haar groene ogen staan vermoeid achter haar brillenglazen. ‘Als je niks hebt, dan kan je niet nóg meer inleveren.’

‘Ik houd er rekening mee dat de inflatie de komende maanden nog verder stijgt’, zegt Hillemans. ‘We kunnen niets anders dan ons uiterste best doen om meer donaties binnen te hengelen, via bedrijven of particulieren die iets kunnen missen.’

Terug in het voedseldepot worden de restjes ingepakt voor een jonge vrouw, die bij hoge uitzondering zonder zich vooraf te hebben aangemeld een noodpakket mag ophalen, nadat de school van haar dochter de voedselbank had gebeld omdat er nú iets moest gebeuren voor het gezin. De frambozenjam, eieren, pannenkoekenmix en andere levensmiddelen in het noodvoedselpakket zijn zo welkom, dat de vrouw volschiet zodra ze de boodschappentas ziet. ‘Vind je kaas lekker?’, vraagt magazijnmanager Margareth troostend. ‘Dan doen we dat er ook nog bij.’

Fred de Jong: 'De tijd dat ik wakker lag van deze situatie, ben ik voorbij. Het enige wat ik kan doen, is erom lachen.’Beeld Harry Cock / de Volkskrant

Fred de Jong (61), weduwnaar zonder kinderen, voormalig vrachtwagenchauffeur, nu in de bijstand vanwege langdurige ziekte.

‘Ik heb mijn hele leven gewerkt, tot ik voor een uitzendbureau aan de slag ging, in het buitenland mijn heup brak en vanwege hart- en vaatziekten een onderbeen en een paar tenen kwijtraakte. Ik heb ruim dertig jaar premie betaald, maar ik kan niet worden afgekeurd. Ik leef van duizend euro bijstand. Daarvan betaal ik maandelijks 170 euro zorgpremie en elk jaar die eigen bijdrage. Elke twee weken haal ik een voedselpakket bij de voedselbank. Dat is bij lange na niet genoeg, de rest scharrel ik bij elkaar.

‘Ik heb net gehoord dat ik vanaf volgend jaar driehonderd euro per maand aan gas en licht kwijt ben. Ik heb geen idee hoe ik dat moet betalen. Ik kijk altijd aan het eind van de maand welke rekeningen ik moet voldoen. De ene keer betaal ik de tv niet, de andere maand laat ik de huur liggen. Dat probeer ik een beetje af te wisselen. Pas na drie maanden niet betalen kan de corporatie je uit je huis zetten, wist je dat? Maar bij je zorgverzekering moet je opletten, die leggen je meteen een boete op.

‘De tijd dat ik wakker lag van deze situatie, ben ik voorbij. Het enige wat ik kan doen, is erom lachen. Het is gewoonweg belachelijk, maar je doet er niets aan.’

Hendrik Levinga; ‘Vorige week had ik een nieuwe tandenborstel en tandpasta nodig. Dat was wéér 20 cent duurder geworden.’Beeld Harry Cock / de Volkskrant

Hendrik Levinga (39), alleenstaand met vier kinderen, van wie er één bij hem woont. Hij zit in de schuldsanering na het faillisement van zijn bedrijf en volgt een opleiding tot vrachtwagenchauffeur.

‘Ik had jarenlang een eigen bedrijf in de grond-, weg- en wegenbouw, ik stuurde 24 medewerkers aan. In het begin ging dat goed, maar toen kwam corona. De opdrachten droogden op, maar ik moest mijn werknemers doorbetalen. Dan gaat het heel hard. Ik ging failliet en raakte overspannen. Mijn boerderij moest weg en ik verhuisde naar een heel klein huisje. In die periode moest ik bij mijn ouders aankloppen voor geld. Dat is niet leuk. Als mijn vier kinderen in het weekend langskwamen, sloeg ik die week een maaltijd over zodat ik chippies voor hen kon kopen.’

‘Ik haal sinds een jaar eens in de veertien dagen een pakket bij de voedselbank. De eerste keer dat ik in de rij stond, voelde ik me ongemakkelijk. Ik had mezelf altijd kunnen redden, maar nu was ik plotseling afhankelijk. Als de huur is afgeschreven, heb ik nog 275 euro over om de rest van de maand door te komen. Elke euro drie keer omdraaien dus. Voorheen hield ik nog wel eens 10 of 20 euro over om extra boodschappen te doen in het kortingschap van de Jumbo, maar dat zit er niet meer in nu alles duurder wordt. Vorige week had ik een nieuwe tandenborstel en tandpasta nodig. Dat was wéér 20 cent duurder dan de vorige keer. En dat is met alles zo. Hopelijk wordt het snel beter. Ik probeer een opleiding tot vrachtwagenchauffeur af te ronden; ik moet nog twee examens halen. Als de drie jaar die ik nog in de schuldsanering zit dan ook voorbij zijn, klaart de lucht eindelijk op.’