Direct naar artikelinhoud
interviewZuhal Demir

Zuhal Demir, stikstofminister in Vlaanderen: ‘Duidelijkheid is de kern! Boeren moeten weten waar ze aan toe zijn’

Als de Vlaamse minister van Omgeving heeft Zuhal Demir de taak om de stikstofcrisis op te lossen. Ook in Vlaanderen leiden de harde maatregelen bij boeren tot woede en onbegrip, maar het gaat er niet zo fel aan toe als hier. Wat is haar aanpak?

Zuhal Demir: ‘Geweld zou ik niet aanvaarden. Wat er in Nederland is gebeurd, neigt naar een poging tot omwenteling van de democratie.’Beeld Linelle Deunk

Wie denkt dat alle Vlamingen indirect zijn, kent Zuhal Demir nog niet. Deze minister heeft het Belgische energiebeleid op de radio ‘gewoon kut’ genoemd en zegt dat ze zelf allemaal ‘shitdossiers’ in haar portefeuille heeft.

Het is in elk geval geen pretpakket: Demir is in Vlaanderen verantwoordelijk voor Justitie en Handhaving, Energie, Toerisme en Omgeving – en dat laatste betekent dat ze de stikstofcrisis mag oplossen, wat net als in Nederland bij boeren tot woede en onbegrip leidt.

Maar ze gaat het dus wel doen, zegt Demir ferm. ‘Politici zijn goed in het doorschuiven van problemen, maar als we dit nu niet oplossen, lopen we straks tegen een muur. Dan sterft onze natuur af en loopt de economie vast omdat we nergens meer vergunningen voor kunnen afgeven. Dat laat ik niet gebeuren.’

Om uit te leggen waarom er harde maatregelen nodig zijn, trok Demir de afgelopen maanden door het land om boeren persoonlijk toe te spreken. Stond ze daar, in zo’n zaaltje vol mensen die de armen over elkaar hadden geslagen en haar het liefst rauw wilden opvreten. ‘Maar ze hebben recht op uitleg’, zegt Demir. ‘Vorige ministers grepen nooit in, en dan komt er ineens zo’n Turks kreng dat zegt dat alles anders moet. Dan kan ik toch minstens even met hen gaan praten?’

De vrouw die in haar werkkamer in Brussel zit, heeft niets van een ‘kreng’; ze is ontspannen, lacht graag, praat veel. ‘Ach’, zegt ze met een handgebaar, ‘zo noemen ze me soms.’ Er wordt ook weleens verwezen naar haar achternaam: de 42-jarige minister is dochter van een Turks-Koerdische mijnwerker, die naar België kwam in de hoop een beter leven te vinden, en ‘Demir’ betekent ‘ijzer’ in het Turks. ‘En dan heb je nog Zuhal Moeial’, vertelt ze schaterend. ‘Omdat ik mijn neus overal in steek, en dat wordt niet altijd gewaardeerd.’

Misschien is het wel dankzij haar houding, die combinatie van toegankelijkheid en onwrikbaarheid, dat er in Vlaanderen geen omgekeerde vlaggen aan lantaarnpalen wapperen. Er zijn demonstraties geweest, maar het ging er nooit zo fel aan toe als in Nederland.

Of is het toch die volksaard? Dat Nederlanders eerder met gebalde vuist komen uitleggen hoe zij het zien, terwijl een Belg netjes en beleefd blijft?

‘Er moet inderdaad heel wat gebeuren voordat een Vlaming de straat op gaat. Dat hebben ze gedaan, hoor, maar er wordt geen geweld gebruikt. Dat zou ik ook niet aanvaarden – wat er in Nederland is gebeurd, neigt naar een poging tot het omwentelen van de democratie. Mensen die politiewagens omkieperen, politici thuis bedreigen en andere politici die het vuurtje met nepnieuws oppoken.

‘Maar ik geloof dat mensen vooral behoefte hebben aan duidelijkheid: ‘Beste landbouwers, dit gaan we doen, bereidt u daarop voor.’ Er loopt nog wel een procedure (er zijn meer dan 19 duizend bezwaren ingediend tegen het stikstofakkoord, red.) en ik verwacht dat een aantal dingen moeten worden bijgestuurd. Maar we gaan niet meer onderhandelen.’

In Nederland is er kritiek op het gebrek aan duidelijkheid. Het kabinet zou het stikstofbeleid maar halfhartig verdedigen.

‘Duidelijkheid is de kern! Een overheid moet ervoor zorgen dat mensen weten waar ze aan toe zijn, zodat boeren de tijd hebben zich op de toekomst te oriënteren. Dat gaat ook over respect. Die boeren zijn jarenlang aan het lijntje gehouden. Onduidelijkheid zet kwaad bloed.’

En nu mag u de puinhopen opruimen. Vloekt u nooit op uw voorgangers?

‘Het was een andere tijd, maar inderdaad, er is te lang geen natuurbeleid geweest. Mijn voorgangers stopten hun kop in het zand en lieten de boeren maar uitbreiden. Daar heeft die boer nu last van.

‘Eigenlijk zouden de boeren niet boos moeten zijn op mij, maar op hun bondgenoten: landbouwlobbyclub de Boerenbond. Dat is een miljardenbedrijf dat geld verdient met veevoeder, kunstmest, tractoren en leningen, en dus baat heeft bij grootschalige landbouw. Zij vertellen de achterban al jaren allerlei nonsens, waardoor boeren geloven dat harde maatregelen niet nodig zijn.

‘Maar ja, uiteindelijk is het aan de overheid om de piketpaaltjes te slaan. De boer vecht voor zijn eigen hachje, de Boerenbond voor het geld en de overheid hoort voor het algemeen belang te staan – wat op dit dossier te lang is verzaakt. Als minister heb je potverdikkie de verantwoordelijkheid om ergens een streep te trekken.’

Zuhal Demir: ‘Het CDA zou beter zijn verantwoordelijkheid nemen en het probleem dat het heeft veroorzaakt ook oplossen. Dit zijn paniekreacties in de hoop de kiezer naar de mond te praten.’Beeld Linelle Deunk

Demir gaat die strijd graag aan. Ze is het gewend, zegt ze, om te vechten. Eerst als migrantenkind dat haar weg moest vinden in de samenleving, daarna om te kunnen studeren en op kamers te gaan, wat binnen de eigen gemeenschap niet gebruikelijk was. ‘En nu weer in de politiek. Daarin vind ik mezelf niet hard, maar misschien ben ik wel te eerlijk. Te Nederlands misschien: direct, recht voor zijn raap.’

De minister is, net als haar Nederlandse collega Christianne van der Wal, korte tijd beveiligd geweest. In juni, tijdens haar laatste gesprek met boeren in Merksplas, in de provincie Antwerpen, was de markt afgezet met tractoren en moest Demir door de politie worden weggeleid. Een van de landbouwers had een galg met een pop aan zijn tractor bevestigd, en een bord met de tekst ‘Demir aan de strop’.

Dat moet indruk hebben gemaakt.

‘Zeker. Ik ben niet snel bang, maar dacht toen wel even: oei, dit kan uit de hand lopen. De beveiliging die ik daarna kreeg, was vervelend. Gelukkig werd snel besloten dat het niet meer nodig was.’

Zou u nu weer zo’n bijeenkomst doen?

‘Ik denk het wel. Ik wil met de boeren in gesprek blijven en de woede van mensen serieus nemen. Als ik harde maatregelen tref, moet ik dat wel aan hen durven uitleggen.’

Als het gaat om stikstof, zijn er veel overeenkomsten tussen Vlaanderen en Nederland. Een klein, overbevolkt gebied met een paar postzegels natuur, waar landbouwbedrijven omheen zitten geclusterd, met verhoudingsgewijs ongeveer evenveel vee als in Nederland.

De banden tussen de boeren en het ministerie van Landbouw (traditioneel in handen van de christen-democraten) zijn ook in Vlaanderen nauw. Stikstof stond al jaren op de politieke agenda, maar de oplossing werd voornamelijk gezocht in technische vernieuwingen, zoals luchtwassers, en boeren kregen gewoon vergunningen om hun stallen uit te breiden.

Ook in Vlaanderen was het de rechter die daar een streep door zette. In 2020 vocht een Belgische milieuclub met succes de vergunning aan van een kippenboer die niet kon bewijzen dat zijn beoogde uitbreiding geen extra belasting zou vormen voor een nabijgelegen natuurgebied. De rechter oordeelde bovendien dat Vlaanderen veel te weinig deed om de stikstofuitstoot terug te dringen en dat de neerslag ver boven de Europese normen lag.

Aan Zuhal Demir, die namens de nationalistische en liberaal-conservatieve N-VA in het Vlaamse kabinet zit, de schone taak om een uitweg te vinden. Haar aanpak is anders dan die van Nederland. Allereerst richt de Vlaamse overheid zich puur op de stikstofuitstoot, terwijl Nederland ook kijkt naar de grondwater- en bodemkwaliteit, wat de puzzel ingewikkelder maakt. Daarnaast werkt Nederland met gebiedsgerichte maatregelen. In Vlaanderen zijn deze meer generiek, wat betekent dat alle bedrijven hun uitstoot voor 2030 moeten verminderen: veehouders met 15 procent, kippen- en varkensboeren met 60 procent.

Toch wordt ook in Vlaanderen gekeken naar bedrijven die dicht bij een natuurgebied liggen. In 2014 was er al een zogenoemde ‘rode lijst’ opgesteld: na een rekensom (type stallen, aantal dieren, afstand tot een natuurgebied) bleken 134 veehouders zogenoemde piekbelasters te zijn die hun deuren moesten sluiten. Er volgden protesten, en nadat het kabinet had besloten dat de lijst toch wel korter kon, werd er flink met de gegevens gerommeld. Er zijn nu nog veertig bedrijven over en zij moeten vóór 2025 stoppen – en hoe eerder ze dat doen, hoe hoger het bedrag waarvoor ze worden uitgekocht. Andere doelen: de varkensstapel moet vóór 2030 met 30 procent zijn verminderd, zeker 120 andere boerenbedrijven moeten dicht en er komt een verbod op het uitrijden van mest in natuurgebieden.

Als Vlaanderen een voorbeeld zoekt, kijkt het vaak naar Nederland. Heeft u iets gezien in ons stikstofbeleid dat u zelf meeneemt?

‘Helemaal in het begin, zeker. Jullie hadden al een bouwstop en toen ik net aan zet was, heb ik een gesprek aangevraagd om te horen hoe jullie het aanpakken. Ik kreeg het advies voldoende expertise in huis te halen, zodat ik niet kon worden overvallen – wat in Nederland wel is gebeurd. Hierop heb ik direct de juiste poppetjes verzameld en beschik ik, zodra het nodig is, over alle relevante informatie.’

De aanpak tussen beide landen verschilt. Zo worden in Nederland per provincie stikstofdoelen opgesteld, die lokaal gehaald moeten worden. U houdt zowel de doelstellingen als de maatregelen in eigen hand.

‘Natuurlijk! Ik kan toch niet afwachten of een ander het daadwerkelijk voor me oplost? Je ziet in Nederland nu al dat het provinciale bestuur veel dichter bij de boeren zit, wat het lastiger maakt om door te pakken. Bovendien: ik ben eindverantwoordelijke, ik word erop afgerekend als er een vergunningenstop komt.’

Heeft u wel genoeg geld? Nederland heeft tot 2035 25 miljard euro beschikbaar gesteld, in Vlaanderen is dat 3,6 miljard tot 2030. Nu is Nederland drie keer zo groot als Vlaanderen, maar dit is een substantieel verschil.

‘Ik vind 3,6 miljard heel veel geld, hoor! Maar inderdaad, wij zijn niet zo vrijgevig als Nederland. Jullie moeten de boeren verleiden om vrijwillig uitgekocht te worden, dus dan betaal je ook meer. Wij hebben niet de luxe om zulke bedragen op tafel te leggen.’

Op dit moment worden de duizenden bezwaarschriften tegen het stikstofakkoord onderzocht en zodra alle reacties zijn verwerkt, komt het akkoord weer voor de ministerraad. Demir hoopt dat er begin volgend jaar in het parlement over kan worden gestemd.

Houdt het hele Vlaamse kabinet dit najaar de rug recht? U zit in de coalitie met de christen-democraten en hun minister van Landbouw heeft al gezegd goed te luisteren naar de belangen van de sector. Hij is bovendien een persoonlijke vriend van de voorzitter van de Boerenbond.

‘Dan moeten zij maar zeggen wat het alternatief is. Er is een jaar lang over het akkoord onderhandeld, en daar sta ik voor. Tot op heden heb ik niet gehoord dat ze me zullen laten vallen, maar als de regering plots uitstel wil, of maatregelen wil afzwakken, dan gaan ze maar verder zonder mij. Het probleem gaat niet verdwijnen als ik weg ben, er ligt een arrest van de rechter, en Europa gaat ook niet zeggen dat de reductie niet meer nodig is.’

Nederland wil dat de stikstofuitstoot in 2030 is gehalveerd, maar Wopke Hoekstra, politiek leider van coalitiegenoot CDA, heeft onlangs in een interview gezegd dat dit ‘geen dogma’ moet zijn.

Demir kijkt verbaasd, geschrokken bijna, en zegt dan: ‘Daar word ik wel even stil van.’ Even later roept ze fel: ‘Het CDA zou beter zijn verantwoordelijkheid nemen en het probleem dat het heeft veroorzaakt ook oplossen. Dit zijn paniekreacties in de hoop de kiezer naar de mond te praten. Je kunt beter kalm uitleggen dat het weliswaar zwaar is, maar dat je er samen doorheen moet. Dat is toch veel sterker dan zeggen: ‘Wij hebben in het verleden verzaakt, en daar gaan we mee door.’’

Nu kijkt Nederland zelden naar Vlaanderen, maar is er iets dat wij van u kunnen leren?

‘Ik denk dat Christianne van de Wal een stok achter de deur moet hebben. Als de provincies er niet uit komen, en dat mag je in zo’n moeilijk dossier niet uitsluiten, moet er een plan B zijn. Je kunt niet in 2023 vaststellen dat het niet is gelukt en dan met lege handen staan.’

Dochter Rozanne (4) komt op blote voeten de werkkamer in het ministerie binnenrennen en geeft haar moeder een kus. ‘Als het even kan, is ze gewoon hier’, zegt Demir. ‘Ik wil zo weinig mogelijk van haar missen.’

Drie jaar is Demir ondertussen minister en in de peilingen bezet ze steevast een plek bovenaan. ‘De waardering is fijn’, knikt ze, ‘maar er wordt ook gemeten hoeveel mensen je absoluut niet zien zitten, en dat zijn er heel weinig. Dat vind ik belangrijker: het lijkt me een belangrijk signaal dat de bevolking begrijpt dat harde maatregelen nodig zijn.’

Zuhal Demir

2 maart 1980 Geboren in Genk. Ze was het derde kind en heeft twee broers en twee zussen

1998-2004 Studie rechten

2004-2010 Advocaat, gespecialiseerd in arbeidsrecht

2010-2017 Parlementslid voor de N-VA

2017-2018 Staatssecretaris voor Armoedebestrijding voor de federale regering

2019-heden Raadslid en fractieleider in de gemeente Genk

2019-heden Vlaams minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme