Direct naar artikelinhoud
Boerentoekomst

Nieuwe koers LTO: minder koeien per hectare is belangrijk

Sjaak van der Tak, voorzitter LTO Nederland.Beeld Phil Nijhuis

Nee, grote melkveebedrijven en varkensstallen zullen niet uit Nederland verdwijnen. Maar een nieuwe hoofdrichting van de landbouw is extensivering: minder dieren per hectare, stelt LTO-voorzitter Sjaak van der Tak.

en

De Nederlandse landbouw gaat de komende tien jaar een wezenlijk andere kant op dan in de afgelopen decennia. “De tijd van alleen schaalvergroting en efficiëntieverhoging – minder bedrijven met meer productie per hectare – is voorbij.” Dat zijn niet de woorden van een natuurorganisatie of een linkse politieke partij, maar van Sjaak van der Tak, voorman van boeren- en tuindersorganisatie LTO. “Wij kiezen ook voor extensiveren”, benadrukt hij in een interview met deze krant. Voor een landbouw met minder dieren per hectare, die sterker gericht is op wat de bodem en het landschap aankunnen. Er blijft wat hem betreft ook ruimte voor de intensieve veehouderij.

Meer aandacht voor extensiveren is een nieuwe stap voor LTO. De organisatie verkondigt al jaren dat de landbouw moet verduurzamen. Het is nu menens, zegt Van der Tak. “Dit is de maatschappelijke beweging. Maar het moet wel lonen.” Daarvoor heeft de agrarische sector steun nodig van een overheid die niet om de paar jaar met nieuwe spelregels en maatregelen komt, benadrukt hij. De LTO-voorman hoopt dat Johan Remkes, die de afgelopen maanden gesprekken leidde tussen boeren, kabinet en agrarische bedrijven, houvast biedt. Remkes komt woensdag met aanbevelingen.

“Nederland staat voor een grote verbouwing”, citeert Van der Tak premier Mark Rutte. Die gaat veel verder dan alleen het stikstofbeleid. De overheid moet duidelijk maken hoe de boer ‘mee kan in de transitie’. “Dan krijgen boeren weer vertrouwen in het kabinet en in hun eigen toekomst.”

Voor intensieve landbouw vlakbij natuur zal minder ruimte komen, erkent de LTO-voorman. Maar zo’n omslag is niet van de ene op de andere dag te maken. “Wij hebben in de gesprekken onder leiding van Remkes uitdrukkelijk meegegeven dat de stikstofdoelstelling van het kabinet – 50 procent minder uitstoot in 2030 – van tafel moet. Anders geef je juist jonge boeren die door willen niet de tijd om de omslag te maken.”

Intensief of extensief

Op de achtergrond van de stikstofdiscussie woedt al jaren een debat tussen twee toekomstperspectieven voor landbouw en natuur. Eén stroming gaat er vanuit dat de landbouw het beste grotendeels los van de natuur kan staan. Door veel te produceren bij grote, hoogtechnologische bedrijven met weinig grond blijft er buiten die productiegebieden maximaal ruimte over voor natuur.

Daar staat de extensieve stroming tegenover. Die benadert de landbouw vooral vanuit de draagkracht van de bodem. Veeboeren telen het voer voor hun dieren zo veel mogelijk zelf, of halen het uit de regio, en ze gebruiken geen of weinig kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen. Mest komt terecht op hun eigen land of op dat van akkerbouwers in de buurt.

Waardevolle cultuurlandschappen

LTO hield zich in die discussie lang op de vlakte, maar beweegt: “Waar de landbouw de afgelopen decennia steeds intensiever werd, wordt extensivering nu ook een belangrijke richting. In Nederland hebben we veel waardevolle cultuurlandschappen waarin natuur en landbouw met elkaar verweven zijn.” Juist het onderhoud daarvan is een belangrijke opdracht voor de toekomst, stelt Van der Tak.

Dat betekent wat LTO betreft niet dat intensieve varkens- en pluimveehouderijen geen toekomst meer hebben in Nederland. “Onze intensieve bedrijven produceren sterk en zijn belangrijk voor ons als landbouwland. Er blijft ruimte voor intensieve bedrijven, die met innovatie en techniek verduurzamen. Al zal dat minder zijn dan voorheen.”

Lees ook:

‘Natuurinclusieve landbouw wordt belangrijker’

Aan de vooravond van de week waarin Johan Remkes weer eens een gewichtig stikstofadvies uitbrengt, klinkt bij LTO-voorzitter Sjaak van der Tak voorzichtig optimisme door. ‘Ik heb het idee dat er weer echt geluisterd wordt.’