Direct naar artikelinhoud
winnaar-verliezer

Bij de offshore van ONE-Dyas ligt het geld in zee, bij scheepswerf IHC verdwijnen banen

Chris de Ruyter van Steveninck, ceo ONE-DyasBeeld ONE-Dyas

Winnaar: Chris de Ruyter van Steveninck, bestuursvoorzitter van ONE-Dyas

Geschrokken van de kapotgeblazen Nord Stream, veegde menig journalist het stof van een rapport dat het Haagse Centrum voor Strategische Studies een jaar geleden uitgaf. High Value of the North Sea heet het. Het beschrijft de miljarden kostende pijpen, installaties en kabels die relatief onbeschermd voor de kust liggen of nog worden aangelegd. Het geld ligt in zee, zo blijkt maar.

Dat weten ze allang bij ONE-Dyas, de grootste particuliere Nederlandse maatschappij die offshore olie en gas zoekt en ontwikkelt. Onder de aandeelhouders van ONE-Dyas enkele prominenten uit de Nederlandse zakenelite: de familie Fentener van Vlissingen zit erin, net als Rijkman Groenink. Aan het roer staat iemand met een klinkende admiraalsnaam: Chris de Ruyter van Steveninck.

Hij kon deze week aankondigen dat er schot zit in de ontwikkeling van het gasveld dat ONE-Dyas al een aantal jaren tot ontwikkeling probeert te brengen. Enkele tientallen kilometers boven Schiermonnikoog ligt diep onder de grond veld N05-A, ook wel ‘Ruby’ genoemd. Tussen de 4,5- en 13 miljard kubieke meter aardgas, schat ONE-Dyas er te winnen.

Dankzij verzet van milieugroepen werd de winning telkens vertraagd. Maar nu Poetin zo huishoudt, weegt het lot van de zwarte zee-eend toch wat minder zwaar. De Ruyter van Steveninck kon tevreden melden dat het papierwerk rond is en dat het gas zou in 2024 uit Ruby moet stromen. Samen met onder meer staatsbedrijf Energie Beheer Nederland (EBN) wordt er een half miljoen euro geïnvesteerd. Het kan haast niet anders of dat gaat zich dubbel en dwars terugverdienen.

Jan-Pieter Klaver, bestuursvoorzitter IHC.Beeld IHC

Verliezer: Jan-Pieter Klaver, ceo van scheepswerf IHC

Ondernemen op zee brengt risico’s met zich mee. Dat bewees deze week niet alleen Nord Stream. Op kleinere schaal was het flink schrikken bij scheepswerf Koninklijke IHC. Dat bedrijf beschikt in Krimpen aan den IJssel naar eigen zeggen over de grootste overdekte scheepshelling van Europa.

Die moet voorlopig dicht, zo kondigde bestuursvoorzitter Jan-Pieter Klaver deze week aan. Het aantal orders voor de bouw van grote bagger- en offshore-schepen valt tegen. Mede door de economische onzekerheid en concurrentie uit Azië komt de omzet niet uit op de gehoopte 700 miljoen euro, maar rond de 450 miljoen. Er moeten nu volgens de regionale krant PZC zo’n 250 banen verdwijnen. De andere werf van IHC in Kinderdijk blijft voorlopig wel open.

Een domper, zeker nadat er bij een grote saneringsronde vorig jaar ook al zo’n duizend banen verdwenen. Die sanering maakte onderdeel uit van een reddingsoperatie waarbij de overheid, banken en een consortium van bedrijven betrokken was. Onder die bedrijven trouwens ook weer namen van Nederlandse zeevaartmiljardairs: de families Van Oord en Van der Vorm.

Grappig genoeg duikt die laatste naam ook weer op bij de mogelijke redding voor IHC. De werf is namelijk in onderhandeling met Boskalis over de bouw van twee schepen. Nou wil het toeval dat Boskalis van de beurs wordt gehaald door HAL, de voormalige Holland Amerika Lijn die inmiddels is omgevormd tot de in Monaco gevestigde investeringsmaatschappij van de familie Van der Vorm. Dat biedt kansen, zou je zeggen.