Direct naar artikelinhoud
AnalyseParlementsverkiezingen

In Italië neemt versnipperd links het op tegen verenigd rechts

Enrico Letta van de centrum-linkse PD pleit voor een minimumloon in Italië.Beeld Reuters

Italië stevent in de verkiezingen van zondag af op een rechtse overwinning, onder leiding van een post-fascistische partij. Waarom weet links geen goed alternatief te bieden?

‘Maak een keuze’ staat er in grote letters op de affiches die de Partito Democratico (PD) op stadsbussen heeft laten plakken. De ene keer is de keus – in het rood – ‘vóór Europa’ of – in het duistere zwart – ‘voor Poetin’. De andere keer is het kiezen tussen ‘een minimumloon’ en ‘slecht betaald werk’. Het hoofd van de tamelijk kleurloze partijleider Enrico Letta maakt het plaatje af. De boodschap voor de kiezers is helder: als ze niet willen dat uiterst rechts Italië gaat regeren, moeten ze zondag bij de parlementsverkiezingen op de centrumlinkse PD stemmen.

De PD is veruit de grootste op de Italiaanse linkerflank. Maar met de ‘keuze’-campagne positioneert de partij zich als het alternatief voor rechts, niet als de eerste keus. De partij laat de tegenstander – de alliantie van de post-fascistische Broeders van Italië, de liberale Forza Italia en de rechts-nationalistische Lega – de verkiezingsthema’s bepalen. Zij beloven zaken als meer steun voor de traditionele gezinnen, een lage vlaktaks en een harde rem op de immigratie.

Strategische fouten

Wat de PD wil – hogere lonen voor het onderwijspersoneel, de invoering van het homohuwelijk en een minimumloon – komt nauwelijks over. Want de boodschap van Enrico Letta op de stadsbussen, tv en sociale media is met zoveel woorden: ‘Rechts is slecht, daar moet je niet op stemmen’ in plaats van ‘Stem op ons, want wij zijn goed’.

Een misschien nog wel grotere strategische fout van Letta is dat zijn partij geen brede alliantie met andere progressieve partijen heeft weten te vormen. De Italiaanse kieswet beloont dergelijke blokken met extra veel zetels. Daarom zijn de Broeders van Italië, Lega en Forza Italia zo’n verbond wél aangegaan. Volgens de laatste peilingen krijgt hun uiterst rechtse blok rond de 45 procent van de stemmen, en wint daarmee de verkiezingen. De PD, die samengaat met alleen wat pietepeuterige partijtjes, staat op ongeveer 21 procent, en wint dus niet.

Linkse alliantie in duigen

Zo’n ruime linkse alliantie was mogelijk wel te organiseren geweest. Tot aan de val, in juli, van de nationale eenheidsregering van Mario Draghi probeerden de PD en de (steeds linksere) Vijfsterrenbeweging nader tot elkaar te komen. Maar omdat Draghi mede door de Vijfsterren onderuit werd gehaald en Enrico Letta juist dolgraag was doorgegaan met regeren, sloot hij samenwerking met die partij toen uit. Het pact dat hij vervolgens met het centrumpartijtje Azione sloot, klapte al na een week uit elkaar.

“Daar heeft Letta echt een fout gemaakt”, zei Lorenzo De Sio, hoogleraar politicologie in Rome, vorige week tegen een groep buitenlandse correspondenten. “In de peilingen stond de Vijfsterrenbeweging lange tijd op 12 procent. Azione stond op 6 procent. Twaalf is het dubbele van zes.” Azione gaat de verkiezingen nu in met het nog kleinere Italia Viva van oud-PD-leider en oud-premier Matteo Renzi; samen rekenen ze op 7 procent van de stemmen. De Vijfsterrenbeweging strijdt in haar eentje.

‘Lusteloze indruk’

Zo is een gefragmenteerd links tegenover een verenigd rechts komen te staan. Commentatoren constateren dat het lijkt alsof links niet eens probéért te winnen. In een interview met dagblad La Repubblica geeft PD-kopstuk Stefano Bonaccini, gouverneur van de regio Emilia-Romagna, dat min of meer toe: “We maken een lusteloze indruk. Ik probeer de PD op te jutten. We doen mee om te winnen, niet om met een respectabel resultaat te verliezen.”

Daarbovenop komt ook nog eens dat de PD zich vooral profileert met sociale thema’s als meer rechten voor lhbti+’ers en voor de kinderen van immigranten. Dat zijn op dit moment niet echt de prioriteiten van de Italianen. Die willen veranderingen zien in de moeilijke arbeidsmarkt, de te lage lonen, te hoge inflatie en dikke energierekeningen.

Fabrizio MuragliaBeeld Pauline Valkenet

Fabrizio Muraglia (49), koerier

“Ik hoor bij de veertig procent van Italiaanse kiezers die nog niet weet waarop ze gaan stemmen. Een linkse partij wordt het niet. In de laatste regeringen zaten de centrumlinkse Democratische Partij en de Vijfsterrenbeweging en die hebben helemaal niks klaargespeeld.

“Ik ga nog even goed luisteren naar wat de rechtse partijleiders vandaag zeggen en dan neem ik een besluit. Een overtuigde stem zal mijn stem sowieso niet zijn, laat staan dat ik met enthousiasme ga stemmen. Ik ga uitkomen op de partij waarvan ik verwacht dat die de minste schade gaat aanrichten.

“Ik neig naar de Broeders van Italië van Giorgia Meloni. In haar heb ik wel vertrouwen. Maar wat me doet twijfelen, is dat zij zal regeren met de Lega van Salvini en Forza Italia van Berlusconi. Dat vind ik niks. Want Salvini heeft tijdens zijn regeerperiode niets gepresteerd en Berlusconi denkt alleen aan zichzelf.”

Katya CanuBeeld Pauline Valkenet

Katya Canu (38), arbeider in metaalfabriek

“Misschien stem ik op Giorgia Meloni. Zij springt er echt uit tussen alle andere politici. Ze lijkt me een capabele vrouw: vastberaden en doelgericht. Haar ideeën over hoe ze de economie wil opkrikken, vind ik goed.

“Maar wat me doet twijfelen zijn haar ouderwetse ideeën over het gezin. Tegen het homohuwelijk zijn, dat kan toch niet meer in 2022? Zij heeft zo’n gesloten mentaliteit. Ik ben bang dat ze zich nu van haar beste kant laat zien en dat de ware Meloni, eenmaal aan de macht, nog véél conservatiever blijkt te zijn.

“Ik heb altijd gestemd. In 2018 stemde ik op de Vijfsterrenbeweging. Maar die heeft me teleurgesteld want daar werd zoveel ruzie gemaakt. Steeds minder ben ik ervan overtuigd dat mijn stem uitbrengen zin heeft. Dus misschien stem ik zondag ook wel niet. Ik weet het nog niet.”

Massimo PasquiniBeeld Pauline Valkenet

Massimo Pasquini (65), gepensioneerd café-eigenaar

“Ik ga zoals altijd op de Democratische Partij stemmen. Die is voor de rechten van homo’s en immigranten en van iedereen, en tegen racisme. En de partij wil iets tegen de klimaatverandering doen. Dat vind ik belangrijke dingen.

“Dat rechts waarschijnlijk aan de macht komt, is slecht. Die drie rechtse partijen zijn één berg lulkoek. Ze blazen het vuur van de angst van de Italianen aan. Ze zeggen bijvoorbeeld dat immigranten ons werk afpakken, dat soort onzin.

“Rechts is vooral propaganda. Hun verkiezingsbeloftes gaan keihard botsen met de realiteit. En het succes van Meloni’s Broeders van Italië duurt niet lang, dat geef ik je op een briefje. We zien het steeds: Silvio Berlusconi kwam op, en hij zakte in: poef. Daarna was Matteo Renzi ineens een nieuwigheid. En poef. Toen kwamen de Vijf Sterren. Poef. Zo zal het met Meloni ook gaan: poef.”

Lees ook:

Uiterst rechts Italië juicht voor Giorgia Meloni: ‘Een viswijf? Ik zie een nederige vrouw’

De anti-immigratiepartij Broeders van Italië maakt goede kans de verkiezingen te winnen. Over de neofascistische wortels van de partij halen aanhangers hun schouders op. ‘Rotte appels vind je overal.’