Direct naar artikelinhoud

Andrew Boakye heeft een nieuwe laptop nodig om muziek te maken: ‘Ik kan mijn gevoelens uiten in mijn nummers’

Op veel plekken in Amsterdam wonen mensen in armoede. Met hulp van Paroollezers laat de stichting Amsterdammer helpt Amsterdammer wekelijks een wens in vervulling gaan. Vandaag: Andrew Boakye vraagt een bijdrage voor een nieuwe laptop zodat hij muziek kan blijven maken.

Andrew Boakye in zijn huis in Venserpolder.Beeld Eva Plevier

Veel luisteraars hebben hem nog niet weten te vinden. De vijfendertigjarige Andrew Boakye maakt onder de artiestennaam Lil Son J muziek en die deelt hij via YouTube. “Het is lastig om in deze tijd een vaste schare fans op te bouwen,” zegt Boakye in zijn huiskamer in Venserpolder. “Het liefste zou ik een recorddeal met een platenmaatschappij sluiten, maar dat is niet het belangrijkste.” Waardering en een financiële beloning zijn mooi meegenomen, maar hij haalt zijn voldoening vooral uit het máken van zijn muziek. “Ik kan mijn gevoelens uiten in mijn nummers. Zonder die uitlaatklep weet ik niet goed hoe ik de dagen moet doorkomen.”

Zijn gevoel voor ritme in beats vangen en het onder woorden brengen van zijn emoties in songteksten doet Boakye al van jongs af aan. Boakye’s passie nam op zijn zeventiende een vlucht toen hij in Ghana woonde en zijn vriendjes voorzag van beats onder hun rapnummers. “Tegenwoordig heb je allerlei toegankelijke software om nummers mee te maken, maar dat was toen heel anders. Ik heb het mezelf van scratch moeten leren, ik heb véél uren achter de computer van mijn oom doorgebracht.” Dat het niet zijn vaders computer was waar de jonge Boakye achter kroop had te maken met het feit dat hij als tiener naar het geboorteland van zijn ouders werd gestuurd. Hij haalde vroeger nogal wat kattenkwaad uit, zegt hij schalks. Zijn moeder had haar handen al vol aan zijn oudere broers en zussen en besloot dat haar jongste zoon beter af was bij haar broer in Accra. En dus verruilde hij Zuidoost – waar hij is geboren – in voor de miljoenenstad aan de Golf van Guinee.

Terug naar Nederland

Op zijn twintigste kreeg hij een zoon, de inmiddels vijftienjarige Romeo, die nog steeds in Accra woont. “Omdat ik in Ghana geen werkvisum had, besloot ik destijds terug te gaan naar Nederland. Hier hoopte ik op een stabiel inkomen.”

Hij werkte als postbezorger en in de cateringkeuken van KLM maar omdat hij geen vast contract kreeg waren deze baantjes nooit van lange duur. Of de onzekerheden en zijn nieuwe verantwoordelijkheden hun tol eisten toen hij zich mentaal steeds slechter begon te voelen, weet Boakye niet. Maar de psychose waar hij in belandde op tweeëntwintigjarige leeftijd liet grove sporen na. “Ik kreeg gelukkig hulp en medicatie. Dat zorgde even voor rust.” Een terugval deed hem zijn huis verliezen en bracht hem – vanwege een winkeldiefstal – in aanraking met de politie. Hij moest een tijdje in de cel doorbrengen en eenmaal buiten kwam hij in de opvang van HVO-Querido terecht. “Via hen ben ik aan mijn huidige woning gekomen.”

Rustiger vaarwater

Sindsdien verkeert hij in rustiger vaarwater. Die stabiliteit zegt hij met name te danken te hebben aan zijn muziek. “Mijn eigen leven dient als inspiratiebron. Zo heb ik bijvoorbeeld een nummer geschreven, ‘Be ready’ en daarin zing ik ‘Get ready for love’. Daarmee doel ik niet alleen op de wendingen in mijn leven, maar probeer ik ook een groter plaatje te schetsen. Het gaat over hoop en verandering, over Black Lives Matter. Ooit moeten ze toch stoppen met het vermoorden van zwarte mensen?”

Zonder laptop – zowel de kraamkamer van zijn muziek als de toegang tot een podium – zou Boakye ver van huis zijn. Hij zat eerder eens zes maanden zonder, ‘dat was geen goeie periode’. Zijn huidige exemplaar begint kuren te vertonen en daarom benadrukt ook zijn maatschappelijk werker Mickael Puech het belang van een computer. “Het maken van muziek is voor Andrew als therapie.” Omdat Boakye rondkomt van een uitkering zit vervanging er niet in.

Voorlopig gaat Boakye stug door met muziek maken. Dat de grote platenbazen hem nog niet op het spoor zijn, vindt hij niet erg. “Ik ben vooral heel erg trots op die keer dat mijn zoon een nummer van mij gebruikte in een van zijn YouTube-video’s, hij maakt gamefilmpjes. Dat moment vergeet ik nooit.”

Stuur uw reactie met vermelding van telefoonnummer naar aha@parool.nl. Meer info: amsterdammerhelptamsterdammer.nl

Vorige week vroeg Angelica Huig een Elvisavondje in het revalidatiecentrum. Gedy van der Lely doneert.

Bezoek wordt in het revalidatiehuis, waar Angelica Huig (78) van een darmoperatie herstelt, zacht gezegd niet heel hartelijk ontvangen. “Je mag alles eten, niet alles weten,” is haar vaste, summiere antwoord op vragen die haar niet zinnen. Veel liever praat Huig over de liefde van haar leven: Elvis Presley, de Amerikaanse zanglegende. Veel van zijn liedjes kan ze woord voor woord meezingen, haar huis hangt vol met foto’s en andere Elvisprullaria. Maar sinds februari woont ze niet meer in het kleine Elvismuseum, oftewel Huigs woning. Voor zichzelf zorgen lukte niet meer; ze verwaarloosde zichzelf, raakte steeds meer in de war. Ze verhuisde naar het revalidatiecentrum en ‘sindsdien leeft ze op’: hier wordt er naar haar omgekeken.

Haar goede vriend Michel de Witte wil haar trakteren op een avondje onvervalst Elviszwijmelen met een mooie film, zoals Viva Las Vegas. “Een hapje erbij – ze kan onwijs genieten van lekker eten – een beamer in de grote zaal en al haar medebewoners die mogen aanschuiven. Zo’n avond zou tante Ans niet snel vergeten.”

Gedy van der Lely (76) ziet het wel voor zich, des te meer omdat ze zelf ook ‘gek op Elvis’ is. “Ik vind het heerlijk om met die nummers mee te zingen, daarom vond ik het zo’n leuke vraag van Angelica. Ik las haar verhaal en dacht: leuk, moet je doen. Júist als je weinig geld hebt kan je wel een leuk dagje gebruiken met Elvis, lekker meezingen, hapjes erbij. Maar dat beetje geld wat je hebt, zul je daar niet zo snel aan uitgeven. En ik heb het goed, ik kan het wel missen. Dus ik hoop dat ze ervan geniet.”
Roxane Soudagar

Gedy van der Lely: 'Juist met weinig geld kun je wel een leuk dagje met Elvis gebruiken.’Beeld Eva Plevier