Direct naar artikelinhoud
LiveblogPukkelpop

Live - Arctic Monkeys stelt - een beetje - teleur • Oscar and the Wolf is de hoop van de Belpop in bange dagen

Arctic Monkeys op Pukkelpop.Beeld Alex Vanhee

Voor het eerst in drie jaar - drie jaar! - is er een nieuwe editie van Pukkelpop. Op vrijdag ging Tamino vol voor de vijf sterren (met succes), zaterdag traden STAKE, Little Simz en Marc Rebillet in zijn voetsporen. Aan Lijpe en Meskerem Mees om de laatste dag op gang te trappen. Volg hier live onze berichtgeving van het festival.

Live

  1. Arctcic Monkeys was één grote paradox ★★★☆☆

    Arctic Monkeys op Pukkelpop.Beeld Alex Vanhee

    Het leven is een vat vol paradoxen, maar we waren niet voorbereid op degene die Alex Turner ons op de slotavond van Pukkelpop voor de voeten wierp. Enerzijds bleken Arctic Monkeys simpelweg té goed om echt teleur te stellen. Anderzijds stelden Arctic Monkeys – durven we het zwart op wit te zetten? – een beetje teleur.

    Lees hier de volledige recensie.

  2. BadBadNotGood: Jazz was het niet ★★★★☆

    BadBadNotGood.Beeld Koen Keppens

    Geinig: de jongens van BadBadNotGood slopen het podium op op de tonen van Black Sabbaths ‘War Pigs’. Ze kwakten er meteen een golf feedback en luidsprekergebrom achter.

    Ho maar, mannen! We snappen het. We zouden niet dúrven jullie nog langer een jazzgroep te noemen. Kunnen jullie niet om lachen. Point taken.

    Wat was BadBadNotGood dan wél op Pukkelpop? Een stelletje dwarsliggers. Arty nozems die krautrock de sporen gaven tot ze bij punk terechtkwamen en die dan weer doodleuk psychedelische fusion lieten ontbinden tot alleen nog bedwelmend minimalisme restte. Op een videoscherm flikkerden felle visuals: grootstadsbeelden, kolkend water, het wild dansende silhouet van een meisje. Freaky.

    Tien jaar geleden was het simpeler. Toen maakte dit zootje cheeky Canadezen furore als leveranciers van jazzy hiphopcovers. Ze vonden aansluiting bij de Los Angeles-scene rond Flying Lotus, ze flirtten met Wu-Tang, ze jamden met Tyler, The Creator en werden opgepikt door BBC-dj Gilles Peterson.

    In een aardig gevulde Castello - straf, want Arctic Monkeys speelden op de Main Stage - doken ze nog wel onder in neurotische jazzfunk, ja, maar de BBNG-sound herbergde ook funky dub, kosmische ambient, etherische bossanova en proggy blues. Oh, en een knipoogje naar elektroproducer Kaytranada. De betreurde MF Doom werd door de band geëerd met een superbe blaxploitation-groove terwijl het iconische masker van de rapper op het scherm verscheen.

    Heel seventies, bij momenten - de jankende gitaarsolo’s, het jazzgefreak, de druggy cityscapes op scherm - maar ‘t was ook ontegensprekelijk van nu. Alleen muzikanten die zijn opgegroeid in het internettijdperk klutsen zo roekeloos verleden, heden en toekomst door elkaar. (SVS)

  3. Het wordt voor H.E.R. stilaan tijd om een knoop door te hakken ★★☆☆☆

    H.E.R.Beeld Alex Vanhee

    Enkele weken geleden nog in het Koning Boudewijnstadion als de amuse-gueule bij Coldplay, vandaag in de Marquee van Pukkelpop: H.E.R. houdt van groot, groter, grootst maar kan iemand haar alsjeblieft vertellen dat ze op haar best is wanneer ze het klein houdt?

    Een medley van ‘We Will Rock You’ en ‘I Love Rock ‘N’ Roll’ spelen en daartussen je eigen nummer ‘Glory’ proppen, meteen daarna Lenny Kravitz’ ‘Are You Gonna Go My Way’ klakkeloos naspelen. Gabriella Sarmiento Wilson, alias H.E.R., lijkt in een fase van haar carrière te zitten waarin ze nog niet voor zichzelf heeft uitgemaakt of ze r&b boven potige rock verkiest.

    Ze heeft de présence, ze heeft de stem en ‘Damage’ was het bewijs dat ze ook knusse melige soul in de vingers heeft zitten, maar hoewel ze veel heeft, mist ze vooral een duidelijke richting. Soms rock, soms r&b, soms pure pop, veel covers: het wordt voor H.E.R. stilaan tijd om een knoop door te hakken.

    Afgaande op de respons moet ze voor rock gaan, maar wij hopen dat ze de sound van ‘We Made It’ uitdiept, wat klonk als Coldplay dat in een Jorja Smith-fase zit, of voor een show met enkel en alleen intieme momenten, zoals toen ‘Best Part’ binnenkwam als een shotje amaretto op een stormachtige zomeravond. Laat het even bezinken, beste H.E.R., en laat weten wat het geworden is. (ELV)

  4. Four Tet: Wie gebleven was, mocht blij zijn ★★★☆☆

    Four Tet.Beeld Stefaan Temmerman

    De competitie met Arctic Monkeys had hij bij voorbaat verloren en dus besloot Kieran ‘Four Tet’ Hebden om aan Pukkelpop deel te nemen in een zelf bedachte open categorie: de honderd meter boileren voor hipsters, of was het nu het hink-house-stap-techno-springen?

    Wat het in het begin vooral níét was: enigszins spannend. Met eerst ‘School’ en dan de gesampelde Ellie Goulding in ‘Baby’ leek Four Tet, de man die geen hits heeft, zowaar aan een greatest hits-set te beginnen. Daarvoor had hij plompverloren de avond geopend met een onbewerkte a capella van Ariana Grande - hóé zelfs?

    De halflege tent, toch een affront voor iemand van dit kaliber, twijfelde tussen dwalen en dansen, tot halverwege de trukendoos openging. ‘Baby Again..’, zijn collab met Fred again.. en Skrillex, viel precies waar-ie moest vallen, het nog vrij nieuwe ‘Looking for Your Pager’ verkleedde zich als een dertig jaar oude trance-classic en dan ging Four Tet hitsig aan het stoeien met Lumidee, Nelly Furtado en Sugababes.

    Hoe minder volk er stond, hoe meer vrije ruimte de Brit zag voor zijn malle fratsen en bij hem betekent dat: hoe beter hij dus stond te draaien. Van Boiler Room-gestamp ging het naar two-step en van daar naar kneiterharde breakbeats. Wie gebleven was, mocht blij zijn, wat niet wil zeggen dat de afwezigen per se ongelijk hadden. Nooit gedacht dat ik gewoon en Four Tet nog eens binnen dezelfde tien centimeter zou krijgen, maar kom: Four Tet was gewoon goed. (JVL)

  5. Sons of Kemet: Het Allerbeste Optreden van Pukkelpop 2022 ★★★★★

    Sons of Kemet.Beeld Alex Vanhee

    Sons of Kemet, nochtans geen mákkelijke band, kreeg een weifelend publiek wild aan het dansen. Hell, zelfs een dwarsfluitsolo werd onthaald op luid applaus, en dat moet toch al van de sekstape van Paris Hilton geleden zijn. Waar de meeste jazzgroepen mensen beginnen weg te jagen zodra ze het ingewikkeld maken, rijfde Sons of Kemet iedereen binnen. Zij zijn zoals een aardbeving: zolang ze bezig zijn, is het simpelweg onmogelijk om níét te bewegen.

  6. DIIV kwam pas na een half uur goed los ★★★☆☆


    DIIV.Beeld Stefaan Temmerman

    Deceiver, de recentste van DIIV dateert alweer van 2019, en ook al kwam het gros van de setlist op Pukkelpop van die plaat, de groep tourt omdat hun debuut Oshin tien jaar oud is, en in een deluxe uitvoering werd heruitgebracht.

    Beginnen deden ze met ‘Loose Ends’ van Is the Is Are, waarmee we meteen al hun langspelers hebben vermeld. DIIV kwam in de Club wat kabbelend en gezapig uit de startblokken geslenterd, niet oneigen in de shoegaze, het genre waarin ze voor een groot deel actief zijn, maar een scheut van die andere invloeden waar ze ons bij momenten ook mee om de oren slaan (Sonic Youth, fellow New Yorkers, of vroege The Cure) hadden ze wat ons betreft iets vroeger in de set mogen mikken.

    Eigenlijk kwam het pas goed los toen ze na ongeveer een half uur het jarige Oshin in de bloemetjes gingen zetten. Bij ‘Air Conditioning’ leken ze er zelf zin in te krijgen, titeltrack ‘Oshin’ blies de vlam aan. Met het geweldige, aan ‘I Will Follow’ van U2 schatplichtige ‘Doused’, werd het plots alles wat het concert vanaf het begin, of toch vanaf pakweg een kwartier had mogen zijn.

    Ook ‘Take Your Time’, de enige andere song van ‘Is the Is Are’, was groots, maar het beste hadden ze voor het laatst bewaard: ‘Horsehead’, maar vooral afsluiter ‘Blankenship’, in een versie waarvan we hopen dat iemand ze heeft gefilmd en op youtube pleurt. Op een live-plaat mag ook. Wat stonden die twee overhead-microfoons daar vooraan op het podium trouwens te doen? (JUB)

  7. Oscar and the Wolf: Wat. Een. Zanger. ★★★★★

    Oscar and the Wolf.Beeld Koen Keppens

    Oscar And The Wolf was op Pukkelpop een medicijn tegen het gal van hardvochtige haters en verzuurde naysayers. Een boosterprik voor wie hardnekkig in sprookjes wil geloven. Max Colombie is zo iemand. Zijn perfecte popshow is er een hoofdstuk uit. Grimm op een groove.

    Lees hier de volledige recensie.

  8. Glass Animals: Consumeer met mate ★★★☆☆

    Glass Animals.Beeld Alex Vanhee

    “Ik denk dat ik ze doorheb”, aldus de taxichauffeur die ons deze ochtend naar Kiewit had vervoerd en heel toevallig ook bij Glass Animals in de Marquee was beland. “Ze weten heel goed waarmee ze bezig zijn, maar mij gaan ze niet liggen hebben.”

    Glass Animals maakt muziek als zure matten van Haribo: eenmaal je eraan begint, kan je er niet mee stoppen, terwijl je heel goed weet dat je al betere keuzes hebt gemaakt. De Britse band vertrekt altijd vanuit een vergelijkbare quirky melodie om al hink-stap-springend uit te komen bij alt-J dat met ideeën van Electric Guest, Beach Boys en Miike Snow jongleert.

    Op Pukkelpop waren de verschillen tussen nummers als ‘Tangerine’, ‘The Other Side of Paradise’ en ‘Space Ghost Coast to Coast’ miniem, maar je kon ze van elkaar onderscheiden door af te gaan op het applaus, dat het eerste halfuur beduidend zachter dan wanneer met ‘Gooey’ het moment was aangebroken dat Glass Animals een blik Spotify-hits zou opentrekken.

    Oh my god! This is amazing!” Dave Bayley, de springveer die het gezicht, de stem en het paar rondvliegende benen van Glass Animals is, was zichtbaar onder de indruk van de Kiewitse warmte, waarop hij net voor ‘Pork Soda’ iemand uit het publiek op een ananas trakteerde. “Een hele mooie ananas”, benadrukte hij. Bayley is een gladjanus, iemand die je zou kunnen overtuigen om te investeren in cryptomunten die "evenveel waard zijn als een zeldzame blinkende Pokémonkaart van Pikachu". Door lekker te lullen heeft hij met Glass Animals doorheen de jaren een behoorlijk grote fanbasis opgebouwd.

    Glass Animals heeft veel fans – zie de uitpuilende Marquee – maar vooral luide fans. Hoe de tent ‘Youth’ en ‘Tokyo Drifting’ onthaalde als een beste vriend die terug thuiskwam na een wereldreis van 18 maanden, was slechts een voorproefje voor ‘Heat Waves’ – het luidste, uitzinnigste en misschien zelfs indrukwekkendste meezingmoment van deze editie.

    Glass Animals ging vlot binnen, maar een advies voor iedereen: consumeer met mate. (ELV)

  9. Bring Me The Horizon: Een concert als een colonoscopie ★☆☆☆☆

    Bring Me The Horizon.Beeld Stefaan Temmerman

    Even gedacht: “Wauw, wat kan die Oli Sykes van Bring Me The Horizon knap zingen!” Vooral indrukwekkend omdat je tijdens pakweg ‘Mantra’ of ‘Throne’ kon zien dat hij niet eens de microfoon in de buurt van zijn onbeweeglijke mond hoefde te houden om zo knap te zingen. Playback is, na ‘Enter Shikari’, het grootste scheldwoord in de metal.

    Lees hier de volledige recensie.

  10. Jack Harlow: Als je niets te zeggen hebt, zeg dan ook niets ★★☆☆☆

    Jack Harlow.Beeld Alex Vanhee

    Een fenomeen bij gratie van het internet, waar een halftalent al véél talent heeft, en het onwaarschijnlijkste sekssymbool sinds Ron Jeremy. Maar genoeg over Joost: Jack Harlow was ook naar Pukkelpop gekomen.

    En Harlow was er graag. "Dat ik een vliegtuig kan nemen om hier zomaar voor jullie te komen staan, en dat jullie al mijn teksten vanbuiten kennen, het betekent zoveel voor mij." Even daarvoor had Harlow nog herinneringen opgehaald aan hoe, toen onze Jack nog een Jackje was, hij bijzonder kleintjes was begonnen in de beslotenheid van zijn slaapkamer. "En kijk nu eens." Dat hij niet verder uitweidde over zijn overige bezigheden daar, werd geapprecieerd, maar dat veranderde ook niets aan het feit dat Harlow welgeteld één dag eerder, op het Nederlandse Lowlands-festival, krek dezelfde nostalgie over zich voelde komen, wat toen ook al leidde tot woordelijk dezelfde bindteksten.

    Dat hoeft geen halszaak te zijn, maar als je niets te zeggen hebt, zeg dan ook niets. In de plaats waren er tal van bindteksten om de plotse stiltes op te vullen tussen elk nummer - kuieren op het podium, hand in z’n zak, beetje Geert Hoste. Jack Harlow zat drie kwartier lang op een troon, maar wel eentje die steunde op de gangbare hiphopclichés: trek die weg, en de boel gaat aan het wankelen. De jongens mochten eens roepen. De meisjes ook. Ook was Jack er achteraf van overtuigd dat hij net één van zijn favoriete optredens had gespeeld. J-j-j-j-ja hoor. Eén tekst zal hij wellicht al niet elders gebruikt hebben: "Mijn favoriete speler komt uit België. Eden Hazard!" Ook Jack Harlow kent soms barre tijden, kortom.

    Aan de hitstatus van ‘What’s Poppin’’ en ‘Industry baby’, oorspronkelijk met Lil Nas X, valt niet te tornen. Aan de status van Jack Harlow als fenomeen, tevens sekssymbool, evenmin. Maar snappen waarom, dat lag op Pukkelpop niet altijd voor de hand. (TR)

  11. Central Cee: Vet van de soep, kalf verdronken ★★☆☆☆

    Central Cee.Beeld Koen Keppens

    Alweer een rapper die in no time een popster werd dankzij TikTok? Yep, met als gevolg: een sauna vol op elkaar geprakte lijven.

    Een propvolle Dance Hall, tot de nok gevuld met én rapfans én lieden die buiten het festivalseizoen in geen honderd jaar een hiphopconcert zouden bijwonen. Dat krijg je met al die vluchtige viral hypes. Hiphoppuristen zien het wellicht met lede ogen aan.

    Central Cee is gelukkig wél the real deal: één van de frisse, meest fantasierijke rappers uit de UK Drill-scene. Zijn ‘A Day In The Life’ werd in de tent her en der woord voor woord meegebruld. ‘Little Bit Of This’ was er eentje voor the ladies, zo meldde Cee, ook al is die track nu niet meteen onversneden baby making music. Daarna was het vet van de soep.

    Central Cee leed onder het euvel waar het voorbije weekend ook genregenoten zoals Headie One en slowthai last van hadden: gemakzucht. Anno 2022 volstaat het niet om de afgezaagde podiumtrucjes boven te halen. Rapfans zijn verwend. En doortrapt. Zij willen een klik voelen. Ze willen de authenticiteit kunnen ruiken. Dave begreep dat op zaterdag heel goed: in de Marquee greep hij elke fan bij het nekvel. Little Simz deed even later hetzelfde met veel flair.

    Van een pakkend verhaal was er bij Central Cee geen sprake. Je keek dus niet raar op toen het jonge volkje na een tijdje de Dance Hall uitdruppelde. Te volle tent. Te warm. Te ongeïnspireerde show.

    Het boeltje kwam nog even los bij de hitjes ‘Obsessed With You’ en ‘Doja’, maar ‘t kalf was toen al verdronken.

    Herkansing in een club? Hopelijk gauw. (SVS)

  12. Joost ging er in een rotvaart door – hakkeuh!!! ★★★★☆

    Joost op Pukkelpop.Beeld Stefaan Temmerman

    Zou het kunnen dat Joost, voluit Joost Klein, zo populair is omdat iedereen Joost had kunnen zijn? Omdat zijn teksten oppervlakkig genoeg zijn en voldoende onnozele rijmpjes bevatten om na één keer horen te kunnen meebrullen? Omdat hij er net zo uitziet als u en ik? ‘t Is te zeggen: zoals u en u. Dat hij een volksmenner is die zijn gelijke niet kent, hielp mede een heel eind om het publiek voor de Main Stage de tijd van hun leven, dan wel het weekend te bezorgen.

    Lees hier de volledige recensie.

  13. Dag 4 gaat de laatste rechte lijn in, maar u heeft er nog zin in

    Bij Joost Klein.Beeld Thomas Sweertvaegher
    Beeld Thomas Sweertvaegher
    Beeld Thomas Sweertvaegher
    Beeld Thomas Sweertvaegher
    Beeld Thomas Sweertvaegher
    Beeld Thomas Sweertvaegher
  14. Fred again.. had twintigduizend man aan zijn vingertoppen ★★★★★

    Fred again..Beeld Koen Keppens

    Dankzij Fred again.. - ja, zo schrijf je dat - mochten we eindelijk weer doen waar de Dance Hall voor bedoeld is: dansen, swingen, schuren, vegen, hossen, joepen, dartelen, trappelen en dat onder de bezielde leiding van een man die amper zelf kon geloven wat hem overkwam. 

    Lees hier de volledige recensie. 

  15. Het kan snel keren, en laat het voor Sigrid maar snel keren ★★★☆☆

    Sigrid.Beeld Alex Vanhee

    Na één vocale uithaal, weliswaar een Justin Henin-waardige uithaal, werd al snel duidelijk waarom Sigrid Solbakk Raabe de Marquee wist te vullen. Ze kan zingen, maar even serieus: zíngen. Een talent dat in tijden dat het gebruik van autotune de norm is nogal snel onderschat wordt.

    Niet één maar drie minirecensies voor Sigrid:

    1) Twee sterren voor het deel dat voor – hahaha! – ‘Plot Twist’ kwam. Breng een tuinier in beeld die iemands chrysanten water geeft en het levert materiaal op dat even entertainend is als de eerste twintig minuten bij Sigrid. Ze staat in onze top twintig van coolste grieten ooit, maar haar ontwapenende naturel en werkelijk indrukwekkend zangtalent verdienden veel meer dan songs die kabbelden als een mistroostig beekje in Malmedy. Nee, serieus: kan iemand die niet tot Sigrids spionkop behoort een stukje van ‘It Gets Dark’ of ‘Head in Fire’ neuriën?

    2) Vier sterren voor het deel vanaf ‘Plot Twist’. Tijdens dat specifieke nummer kwam plots het songschrijverstalent van Sigrid aan het licht. Ze kan wel degelijk popnummers maken waar Dua Lipa, Charli XCX of Carly Rae Jepsen een ruggenwervel veil voor zouden hebben. Herkenbaar, meezingbaar, catchy as hell: het was pas door de massahysterie te ondergaan tijdens ‘Strangers’, ‘Don’t Kill My Vibe’ en ‘Bad Life’ – jammer genoeg zonder een live gastbijdrage van Bring Me The Horizon – dat duidelijk werd dat de radiovriendelijke muziek van Sigrid Solbakk Raabe zijn waarde heeft.

    3) Was dit 1999, we zouden onze kamer behangen met posters van Sigrid, maar laat ons de vier sterren voor haar band niet vergeten. Niet alleen maakten ze met z’n allen plezier alsof ze op bosklassen waren, in lichtdronken, euforische toestand na één Bacardi Breezer. Het zijn verdorie fenomenale muzikanten, met een welverdiende shout-out voor bassist Liva Austad Svæeren. Je zou denken dat ze morgen nog een knutseltaak van P.O. moet afleveren in tweede zit, maar fuck dat, Liva: je toekomst speelt zich af op het podium en niet op de schoolbanken.

    Afsluiten doen we met een hoopgevend bericht: Dua Lipa heeft ook een fase gehad dat we twijfelden of ze ooit de songs zou maken om arena’s mee te vullen. Het kan snel keren, en laat het voor Sigrid maar snel keren. (ELV)

  16. Gus Dapperton: Gelukzalig heupgewieg ★★★☆☆

    Gus Dapperton.Beeld Koen Keppens

    Nijd, woede en spanning zijn Gus Dapperton volstrekt vreemd. Laat de man uit Warwick, New York met rust als je een caféruzie te beslechten hebt of een afgescheurde regio wil annexeren. Staat wel op zijn cv onder het kopje ‘expertise’: sfeer maken op de laatste lome namiddag van een warm, vermoeiend festival.

    Gus Dapperton krijgt nogal snel het etiket van de bedroom pop opgekleefd, samen met andere slimme producers die het oeuvre van Mac DeMarco naast het icoontje van GarageBand op hun laptop hebben staan. Als het passeert op Spotify, klik je het weg na tien seconden wegens saai of nestelt het zich in het snoezelhoekje van je hoofd.

    Maar op Pukkelpop gooide Dapperton, soms wat makkelijk weggezet als koffiebarmuziek, een extra shot espresso in mijn kartonnen bekertje. De drummer speelde zijn partijen potiger dan Dapperton ze ooit zelf heeft ingetrommeld, de funky bassist deed ‘Ditch’ opveren uit kleermakerszit en in ‘Medicine’ werd het zelfs even spannend, met de zanger die op het podium ging zitten voor een getormenteerde vertolking.

    Geen handje-klap, refreintje brul of andere grote inspanningen voor het publiek op deze dag des heren, maar Dapperton kreeg zijn toehoorders wel aangezet tot gelukzalig heupgewieg. Zijn makke Springsteen-cover uitzitten voelde dan weer aan als huiswerk: bij hem klinkt "I’ve got a bad desire" niet als een broek vol goesting.

    Na vier dagen Kiewit bedenk ik me elk jaar: Pukkelpop kan véél zijn. Net daarom was Gus Dapperton precies genoeg. (JVL)

  17. De muziek van Tom Misch is geschikter voor privésauna’s dan voor Pukkelpop ★★☆☆☆

    Tom Misch op Pukkelpop.Beeld Stefaan Temmerman

    Ding-dong! De persoon verantwoordelijk voor de inplanning van Tom Misch op het hoofdpodium wordt gevraagd aan de balie, alwaar hem of haar een hartig woordje en een te duchten waarschuwing wacht. Het was of dat, of Tom Misch had aan het kortste strootje getrokken om ‘s namiddags op de laatste dag, onder een meer dan gulle zon - als roodharige nota bene - aan te moeten treden. En als je dan ook nog eens geneigd bent funky loungemuziek te brengen, dan weet je natuurlijk dat het moeilijk wordt.

    Want de Main Stage - nu ja, ik - had op dat moment net iemand nodig die bereid was eventuele toehoorders bij het nekvel te grabbelen om ze iets toe te briesen als "Het is hiér te doen, gespuis". Maar voor briesen is Tom Misch nu eenmaal te beleefd. Let op, de man is een bescheiden gitaarheld. Mogelijk zelfs een natuurtalent. Hij heeft muziek uit bij het iconische Blue Note. Dan moét je wel iets kunnen. Maar zelfs als virtuoos is Misch liever Jamie Woon dan Jimi, en zijn muziek is bijgevolg geschikter voor privésauna’s en kleine onafhankelijke meubelwinkels waar ze alleen in bamboe en mangohout doen, dan voor hoofdpodia. Op een gegeven moment dacht ik zelfs even: "Michael Bublé op gitaardeuntjes voor gevorderden." En probeer daarna nog maar eens aan iets anders te denken natuurlijk.

    Sprak de pornoregisseur tegen de fluffer: "Geef die man een tent, en snel!" (TR)

  18. Eefje De Visser daalde nooit af tot het gewone volk ★★★☆☆

    Eefje De Visser.Beeld Koen Keppens

    Bij de start gaf Eefje De Visser de aanzet voor een dijk van een show, ‘Storm’ knalde als een kalasjnikov in de handen van een Oekraïner en ‘Bitterzoet’ stuurde een golf van kippenvel door een nochtans bloedhete Marquee. Maar op het volgende échte hoogtepunt was het weer wachten tot afsluiter ‘Lange vinnen’. En in de tussentijd werden we net te vaak in slaap gewiegd en net te weinig wakker geschud.

    Lees hier de volledige recensie.

  19. Alles wat Meskerem doet lijkt gewoon, tot ze begint te zingen ★★★★★

    Meskerem Mees.Beeld Stefaan Temmerman

    Of ze nu zingt of praat – doorgaans op een volume dat schijnbaar alleen voor bepaalde hondenrassen hoorbaar is – je luistert en hangt aan Meskerem Mees' lippen. 

    Lees hier de volledige recensie

  20. Emma-Jean Thackray: Met de zegen van de zon en de kosmos ★★★★☆


    Emma-Jean Thackray.Beeld Alex Vanhee

    Emma-Jean Thackray etaleerde meteen onomfloerst wat ze in huis heeft. ‘Say Something’ was jazz, soul, house, acid jazz en Braziliaans. Wat een rijkdom!

    ‘Golden Green’ was een liefdesliedje, zei ze. Van het dromerige, psychedelische soort dan. Halverwege staakte ze het zingen om haar trompet door een batterij effecten te jagen. Zou Miles Davis ooit ayahuasca hebben geprobeerd? Dan benaderde dit toch wel die ervaring.

    Thackray speelt jazz, but not as we know it. Het hokjesdenken is haar vreemd, een knieval maken voor hapklare popmuziek evenzeer. Ze wordt in één adem genoemd met andere hooggewaardeerde nieuwlichters uit de Londense jazz zoals Moses Boyd, Joe Armon-Jones, Shabaka Hutchings en Nubya Garcia.

    ‘Speak No Evil’ van Wayne Shorter ging ze te lijf al was het Play-Doh. Uit de platgeknepen boetseerklei trok ze een impressionante houseconstructie op die via een fusionomweggetje vervaagde tot stuiptrekkende latinofunk. Wauw! En: waanzinnige drummer, heerlijke pianist, onwaarschijnlijk chille bassist.

    We are the cosmos, we are the planets, we are the animals, we are the trees”, zo orakelde Thackray, “We’re all made of the same shit”. Yep, dezelfde spirituele snit als die van Alice Coltrane. Alleen de allergrootsten mogen van ons zo lekker ongegeneerd boeddhistisch uit de hoek komen. Geen wonder dat ze een ademstootje later onze chakra’s herschikte met het opzwepende ‘Sun’, een eerbetoon aan Amon-Ra zelve.

    ‘t Was heerlijk trippen op de nummers uit Thackray’s debuut Yellow dat we vorig jaar in ons persoonlijke lijstje met favoriete albums van 2021 pleurden. Thackray mag dan niet de meest charismatische der jonge Britse jazzgoden zijn, ze maakte dat helemaal goed met uitmuntende, prachtig uitgewerkte composities. Wat een trompettiste! Wat een zangeres!

    Al ooit meerwaardezoekers zien shaken alsof ze vol bollen door de Cherry Moon stuiteren? Wij nu dus wel. U vindt de opnames wellicht ergens op YouTube. (SVS)

  21. lalma: Dirigent van de chaos in zijn eigen hoofd ★★★☆☆

    lalma.Beeld Stefaan Temmerman

    In afwachting van Belle Perez die zich in de gabber werpt, Niels Destadsbader die freejazz perfectioneert of Cleymans & Van Geel die iets beluisterbaars maken: hierzo de gékste muzikale sprong van het jaar. John Roan van het zonnige Arsenal goes black metal.

    Nu ja, black metal. Qua gevóél is wat Roan met zijn lalma (kleine l) brengt eerder rauwe, gescheurde melancholie, al dan niet met een blastbeatje dabei. Je zag het aan de manier waarop Roan zijn uitstekende band aanvuurde met wilde armgebaren, zijn gezicht in een diepe grimas vertrokken: net als ‘Mr. Morale & The Big Steppers’ voor Kendrick Lamar is lalma voor John Roan in de eerste plaats zelftherapie - lees: een uitlaatklep voor de onverwerkte gevoelens rond de dood van zijn moeder. Alles op tafel, met de hogedrukreiniger — méér blastbeats! — door z’n diepste zielskrochten. Het logische gevolg: ook al klonk het één me wat te vaak als het ander, toch bleef ik staan om naar hém te kijken - dirigent van de chaos in zijn eigen hoofd.

    Cleymans & Van Geel: your move. (VVP)

  22. Slow Crush: De perfecte cursus schoenpunt staren ★★★☆☆

    Slow Crush.Beeld Stefaan Temmerman

    Ik heb geen woord verstaan van wat Slow Crush' innemende frontvrouw Isa Halliday zong, zoals het hoort bij shoegaze, maar ik begreep haar wel. Een poging tot vrije vertaling: "Vergeet de wei, het bier en het zweet. Vergeet je naam en al de rest. Dwaal en droom, hier mag het."

    Vlaanderen is een volk van schoenenstaarders en toch is shoegaze hier geen belangrijk genre. Als er dan toch eens een band als Slow Crush opstaat, die met hard werken en belachelijk veel toeren uitgroeit tot een begrip in hun niche, mag die op Pukkelpop tegen het middaguur opdraven voor een halfvolle Club. Die kreeg shoegaze zoals die te verwachten en te voorzien is: gitaren die schrijnden als open wonden, de sirene van Halliday als moederkeszalf op het rauwe vel.

    Er was een mooi contrast tussen Slow Crush, dat met opener ‘Shallow Breath’ onversaagde toewijding serveerde vanaf het eerste akkoord, en hun publiek, wier enthousiasme net iets meer dan beleefd was. Halverwege de show moest ik plots aan Brutus denken: volstrekt andere band, maar wel met dezelfde grinta, een identieke bekeringsdrang en het verstand om hun loodzware op z’n tijd te verluchten met de hulp van emo en zelfs popmelodieên.

    Halverwege de set zette Halliday haar publiek nogal hardhandig met de twee voeten op de plankenvloer om haar merchandising aan te prijzen. Dat had eleganter gekund en dat shirt had ik zo ook wel gekocht, dank u. Verder was Slow Crush - en dat had ik niet verwacht - perfect voor dit moment van de dag. Veertig minuten lang intens, geen seconde ondraaglijk zwaar. De perfecte cursus schoenpunt staren, voor beginners én gevorderden, gedoceerd door een Belgische band waar we het net wat vaker over mogen hebben. (JVL)

  23. ECHT! benadert elke show als de laatste show die ze ooit zullen spelen ★★★★☆

    ECHT! op Pukkelpop.Beeld Koen Keppens

    Alles in drukletters en er voor de zekerheid een uitroepteken aan vastgeplakt. De vroege vogels die ECHT! aan het werk zagen in de Castello weten dat het gerust drie uitroeptekens hadden mogen zijn.

    Er was geen frontman verloren gegaan aan Federico Pecoraro, de bassist van ECHT! die vermoedelijk als straf de microfoon werd opgedrongen. ‘Whoa-whoa!’ was zijn beste bindtekst. Op een verdienstelijke tweede plaats: "We are ECHT! – E C H T exclamation mark. Follow us on Facebook and Instagram."

    ECHT! bestaat uit een Italiaanse bassist, een Franse toetsenist en een gitarist en drummer uit de streek rond Mons. Ze hokken met z’n vieren samen in Brussel – wat een gelúk dat ze elkaar gevonden hebben. Op plaat klinken ze als een soort BadBadNotGood, maar in de Castello had ECHT! eerder iets weg van Portico Quartet zonder de pretentie, het meest verteerbare van Flying Lotus en een zijproject van STUFF. en GoGo Penguin. Met iets minder pretentie uitgelegd: ze hadden jazz mee die zowel in een hotellobby als in een club zou aarden.

    ECHT! is een groep waarvan je 75% van de nummers wil shazammen, omwille van de hits die jammer genoeg nooit hits zullen worden. Het gaat lekker binnen, wat de reden was waarom een aanvankelijk akelig lege Castello tegen het eind van de set aardig was gevuld. Want of ze nu voor 4, 44 of 400 man spelen: ECHT! benadert elke show als de laatste show die ze ooit zullen spelen – het zit ‘m in de overtuiging en de fierheid waarmee ze een concert aanvatten.

    Martin Méreau, de drummer met het shirt van Union Saint-Gilloise, knipoogde aan het begin van ‘500 gr.’ naar toetsenist Dorian Dumont. Alsof hij “nu breken we de keet af” leek te zeggen, waarna de set veranderde in een botergeile clubnacht bij daglicht. ECHT! ging negen minuten over tijd – Chokri haaste zich naar de zekeringskast, maar toen hij hoorde hoe enthousiast de halfvolle Castello was, liet hij begaan. En terecht: dit was ECHT!!! een goeie band. (ELV)

  24. Remi Wolf: Feesten met een badass bitch ★★★☆☆

    Remi Wolf.Beeld Alex Vanhee

    Bang! Remi Wolf begon eraan alsof ze van bij het begin de eindsprint had ingezet. Ze verscheen als een duiveltje uit een doosje, springend en huppelend, in een ADHD-roes van heb ik je daar.

    De kleurrijke Californische smakte meteen een rotenergiek ‘Liquor Store’ op onze bek en ook ‘Anthony Kiedis’, niet alleen een eerbetoon aan de Chili Peppers-frontman, ook aan haar Siciliaanse moeder en Russisch-Perzische vader. Wolf is een extraverte krullenbol met wie het ongetwijfeld gezellig feesten moet zijn.

    Haar overload aan spunk - deels Duracelkonijn, deels Sergio Quisquater - werkte aanstekelijk. Ze wilde weten hoeveel “badass motherfucking bitches” in de tent stonden en of we ons soms als een “Mega whiny self-deprecating, self-loathing cunty-ass asshole bitch” voelden. Verhip, ze heeft met onze therapeut gepraat!, denk je dan. Maar Wolf had het vooral over zichzelf- oef! - ter aankondiging van ‘Sexy Villain’.

    Wolf draagt een stevig rugzakje. Ooit stond ze bol van sociale stoornissen en angstaanvallen, depressie, vervreemding en een knoert van een alcoholverslaving. Memorabele quote uit een interview met NME: “I used to have a lot of social anxiety. I would go to a party and feel like I was getting attacked by weird laser beams of energy. But also, I was always really horny.” Yep, dat type.

    Als tiener deed ze aan alpineskiën op Olympisch niveau. Kort daarna probeerde ze een zangcarrière aan te zwengelen door deel te nemen aan American Idol. U leest het: Remi Wolf is nergens bang voor. Ook niet van platgecoverde pophits uit de jaren 2000, zo bleek toen ze in de Marquee plots een zwoele versie van Gnarls Barkley’s ‘Crazy’ bovenhaalde. Ze kwam er verdorie mee weg, dankzij haar fenomenale, rauwe Janis Joplin-achtige bluesstrot. Ze deed hetzelfde met ‘Electric Feel’ van MGMT: binnenstebuiten keren en volpompen met funky rhythm & blues. Goeie begeleidingsband trouwens!

    Talentje hoor, alleen moet ze nog leren doseren. De epileptische drukdoenerij wat kanaliseren. Haar beste song, het superbe ‘Photo ID’, klonk hitsig en koket tegelijk, een beetje zoals ‘Erotic City’ van Prince. Alle puzzelstukjes vielen er keurig op hun plek. Gaaf! (SVS)

  25. Lijpe: Er mag iets van de prijs af ★★☆☆☆

    Lijpe was loom.Beeld Koen Keppens

    Ten eerste: Lijpe was Laat. Het is te zeggen: over een kleine tien minuten hoeft niemand een open beenbreuk te vallen, maar als je amper veertig minuten podiumtijd hebt, en je laat het eerste kwart aan je dj om aan het eind dan ook nog eens bijna tien minuten te vroeg weer de bus naar de VIP-lounge te nemen, dan mag er wat mij betreft iets van de prijs af.

    Ten tweede: Lijpe was Loom. Dat was het publiek ook, maar zij zitten intussen aan dag vier van ‘s nachts op yogamatjes slapen en overdag bien cuit braden tijdens de dodentocht tussen Main Stage en Dance Hall - een oversteek die nòòit ingekort wordt. Toen de boel na halfweg toch nog enige tekenen van leven begon te vertonen, ter hoogte van ‘Eng’ was dat, was dat bovendien meer te danken aan het publiek dan aan Lijpe.

    En ten derde: Lijpe was Lachen. Soms. "Pukkelpop, dit was mijn laatste nummer", is bij voorkeur een bindtekst die je vòòr het bewuste nummer eruitgooit dan erna, want nu viel de boel toch bepaald plat. Tweede beste lach: toen de dj van Lijpe vroeg om om alle lichten in de tent te doven zodat iedereen met het zaklampje op z’n smartphone kon zwaaien. Er brandde geen licht in de Dance Hall, het was kwart over één ‘s middags. Dat was de zon.

    Lijpe stond als eerste artiest op het podium van de Dance Hall, en daar stond hij goed. Prima om ondertussen je wervels weer in de juiste volgorde te leggen, je tijdens de vorige nacht verloren kluts weer af te stoffen, en om de eerste pint van de dag bij uit je pollen te laten vallen, maar promotie zit er voorlopig niet in. (TR)

  26. Heisa: alles uit de kast wat er binnen de punkrock uit de kast te halen valt ★★★★☆

    Heisa op Pukkelpop.Beeld Alex Vanhee

    Heisa in de Lift: zeggen dat ik er op het middaguur klaar voor was, is de waarheid geweld aandoen. Gelukkig leek het vroege uur ook hen parten te spelen, en kwamen ze – met het volume weliswaar van meet af aan op 11 – slechts gaandeweg op kruissnelheid.

    Een trio dat met beperkte middelen – gitaar, drums en drie stemmen, die laatsten aangevoerd door de leads van de bassist – alles uit de kast haalde wat er binnen de punkrock uit de kast te halen valt. Maar ze kwamen dus langzaam op gang. Niet dat ze er niet voor gingen, het kwam alleen over alsof het de generale repetitie was voor een ongetwijfeld betere show later op de dag.

    Tot bassist-zanger Jacques Nomdefamille (als het een artiestennaam is, vind ik hem fantastisch, mocht het zijn echte naam zijn: you lucky bastard!) tussen twee stroomstoten door het woord nam: "Ik ben net gestoken door een wesp. Tijdens het nummer!" Niks van gemerkt, vervolgens wel.

    Heisa steeg op, maakte af en toe een looping en een kleine tussenlanding, om vervolgens weer verschroeiend door de Lift te scheuren. Geholpen door effecten op een tafeltje en geruggensteund door zijn zingende kompanen Koen Castermans (bijzonder efficiënt en inventief op de gitaar) en Jonathan Frederix (John Bonham heeft een zoon die niet Jason heet!) bediende Nomdefamille zich van verschillende zang- en brulstemmen. Ik heb aan The Cramps moeten denken, en aan Minor Threat, als ik mij niet vergis in hetzelfde nummer. Geen idee of dat zonder wesp ook zo zou zijn geweest. Dank aan alle betrokken partijen! (JUB)

  27. Mooi, mooier, Meau ★★★☆☆

    Meau op Pukkelpop.Beeld Koen Keppens

    Lieve, volle, troostende gitaarliedjes: wie gisteren zijn/haar hart verloor in het feestgedruis vond ‘t hier terug.

    Geruggensteund door een kundige, nooit de aandacht opeisende, vijfkoppige band glijdt het Nederlandse fenomeen Meau door haar eerste festivalzomer alsof ze ‘t al jaren doet. In de Marquee klonk ze kristalhelder in bijvoorbeeld de hoge stukjes van ‘Als jij maar bij me bent’: "Maar nu zit ik te bekijken / Te beseffen hoe het went / Hoe het juist zo fijn kan zijn met weinig / Als jij maar bij me bent." Bente kwam meezingen, tijdens ‘Blijven rijden’ waren er schattige synchroonpasjes met de gitaristen, in ‘Onbereikbaar’ zat een gitaarsolo waar je je lompweg - de dag is amper begonnen - een zonsondergang bij voorstelde.

    Maar daar draaide het natuurlijk allemaal niet om, het draaide wel om dat Ene Liedje. Tijdens het songwriten plots uitkomen bij ‘Dat heb jij gedaan’ is zoals kolen scheppen en een diamant opduikelen. Meau hoefde maar haar akoestische gitaar aan te raken, of de wonden van drie dagen festival begonnen spontaan te helen. Door haar verzorgd, gezalfd, weggezoend. Met ‘Dat heb jij gedaan’ is - vergis u niet - een anthem geboren dat nog heel veel jaren voor heel veel mensen heel veel zal betekenen. Ik heb nog niemand op Pukkelpop móóier horen zingen dan het publiek - opeens klaar voor nog één dag - tijdens het laatste refrein.

    Om maar eens een stellende trap te gebruiken: mooi, mooier, Meau. (VVP)

  28. Hoe Arctic Monkeys de tand des tijds doorstond

    Alex Turner van Arctic Monkeys op Lowlands.Beeld ANP

    Toen Alex Turner in 2006 schijnbaar ongeïnteresseerd “don’t believe the hype” mopperde aan het begin van de videoclip van 'I Bet You Look Good on the Dance Floor', wist hij wel beter dan dat. Turner en zijn Arctic Monkeys hadden het momentum immers zélf gecreëerd. Zestien jaar later mogen ze Pukkelpop afsluiten.

  29. De beste en slechtste concerten van zaterdag

    Little Simz op Pukkelpop.Beeld Alex Vanhee

    De sterrenregen die STAKE, Little Simz, Marc Rebiller en Mdou Moctar over de wei lieten neerdalen, werd zaterdag gecompenseerd door, euh, "mindere" concerten van George Ezra en 24kgoldn. Dit was het beste en slechtste van zaterdag.

    Het beste

    Little Simz (★★★★★) was in Kiewet toekomst en verleden, hoofd en heupen, fragiel en ongenaakbaar, van de aarde en van de kosmos, gesel én zalf op de wonde. 

    - 'More is more' is het devies van Marc Rebillet (★★★★★): meer chaos, meer hype, meer onzin, meer sterren.

    - Jimi Hendrix leeft! Zijn gitaarspel is nog altijd even explosief, alleen slaat hij geen vrouwen, komt hij uit de Sahara en heet hij - een naam om met zuchtende hartjes in je dagboek te kalken - Mdou Moctar (★★★★★).

    STAKE (★★★★★) trapte, zoals schier altijd, bijzonder sterk van leer: ‘The Sea Is Dying’ - of: hoeveel dreigende energie en balzakspatadervernauwende suspens je in een paar drumslagen kan stoppen. De deur lag niet in huis, ze lag ergens helemaal achterin de tuin.

    - 'Born Slippy’ was een weergaloos hoogtepunt, netjes geposteerd aan het einde van het uurtje techno waarmee Karl Hyde en Rick Smith ons de nacht instuurden. Merol zal het graag horen: Underworld (★★★★) doet niet aan premature ejaculatie.

    - Ook de koningin van de Belgische techno heeft al eens een minder nachtje. In het geval van Charlotte de Witte (★★★★☆) liet de techniek het afweten. Gaf ze er gedesillusioneerd de brui aan? No fucking way.

    George Ezra op Pukkelpop.Beeld Stefaan Temmerman

    Het slechtste

    George Ezra (★☆☆☆☆) is een fraai zingende Chiroleider die altijd gedag zegt, maar die zijn MNM-pop - folk uit de Urban Outfitters-rekken - pas afstelt na grondig marktonderzoek. Geen gevaar, nul ontucht, zero bandeloosheid.

    - We hebben nog liever dat Metejoor ons 24 uur lang iets semi-erotisch in de oren fezelt dan dat we ooit nog naar 24kgoldn (★☆☆☆☆) moeten luisteren.

    - We hadden iets liever PinkPantheress (★☆☆☆) de artieste dan PinkPantheress de influencer voor onze neus gehad. But whatcha gonna do? TikTok hacken?

    - Kamal (★★☆☆☆) schreef in 2020 één van de ultieme lockdownhitjes van Gen Z. Maar live overeind blijven zit er nog niet in.

  30. Ondanks technische problemen doofde het feestje van Charlotte de Witte niet uit ★★★★☆

    Charlotte De Witte.Beeld Stefaan Temmerman

    Ook de koningin van de Belgische techno heeft al eens een minder nachtje. In het geval van Charlotte De Witte liet de techniek het afweten. Gaf ze er gedesillusioneerd de brui aan? No fucking way.

    Lees hier de volledige recensie.

  31. Caribou op Pukkelpop: zondagrijders op een zaterdag ★★★☆☆


    Caribou.Beeld Alex Vanhee

    In vogelkringen kijkt de concurrentie met argwaan naar de hoge vlucht die Caribou (echte naam: Dan Snaith) heeft genomen sinds Our Love uit 2014. Jaloezie is een vies beestje, maar blijkt hier niet helemaal terecht.

    Caribou in de amper halfvolle Dance Hall was een verhaal van aantrekken en afstoten. ‘Sun’ was halverwege de set een op luid enthousiasme onthaald herkenningspunt, maar de vijf minuten die aan Caribou’s succesnummer voorafgingen en daarop volgden waren lang, luid en vervelend — schoonmoeders kunnen zeuren, maar wat Dan Snaith met synths kan, moet er niet voor onderdoen.

    ‘Home’, de op cd o zo verrukkelijke bleekschetenfunk, was live een schim van zichzelf. Snaiths stem reikte met moeite tot het midden van de tent, zijn bandleden waren zondagrijders op een zaterdag. Waar was de Caribou gebleven die in het verleden vernietigend was, trakterend op een parfum van ravezweet en verzuurde kuiten?

    ‘Never Come Back’, de pophit die verkleed was als Drake-house, wierp ons een reddingsboei toe. Plots klonk Caribou meer Tame Impala dan Tame Impala, waardoor Dan Snaith in het laatste kwartier een vitesse hoger schakelde en eindelijk iederéén warm kreeg voor een moderne sirtaki. ‘Can’t Do Without You’ was als walsen op een witte wolk, en toen zat het erop.

    Caribou was als copulatie zonder echte climax, eerder matig dan moedig, maar wel fijn. Nu, ook niet veel meer dan dat. (ELV)

    Caribou.Beeld Alex Vanhee
  32. Viagra Boys op Pukkelpop ging hárd ★★★★☆

    Viagra Boys.Beeld Koen Keppens

    Balen is dat: stonden we klaar voor Viagra Boys, beseften we plots dat we ons briefje met zorgvuldig uitgekozen woordspelingen ergens verloren waren op de wei. Kortom: dat het moeilijk zou worden, dat stond als een paal boven water.

    Viagra Boys, zeldzame Zweden die niets aan ABBA te danken hebben, waren naar Pukkelpop gehobbeld op de rug van Cave World, hun nog prille derde langspeler, tevens de eerste na de doorbraak die volgde op ‘Welfare Jazz’ van vorig jaar. Allemaal achtergrond, en dus bijzaak, want wat zich in de Club aandiende, trok zich geen zak aan van hoge verwachtingen. Er was een toetsenist met leren broek én cowboyhoed, alleen het paard ontbrak, een saxofonist met een short zo kort dat je net niet z’n riet kon zien en een voorliefde voor alle noten die je niét op de muziekschool leert, er was the hardest working bass in showbizz, en er was frontman Sebastian Murphy, de fierste toogzweer aan deze zijde van Herwig van Hove en met meer tekeningen op z’n gewelf dan de Sixtijnse Kapel. En dan was er nog de rest, die gewoon slechtgezind waren.

    Samengeteld brachten die consistent iets voort dat als pompen en verzuipen tegelijk klonk, evenveel dans- als laakbaar was, en dat zich behoorlijk treffend laat vatten in oude en nieuwe titels als ‘Research Chemicals’, ‘Troglodyte’ ("about being a fucking idiot"), ‘Ain’t No Thief’, ‘Sports’ (‘Sports!’), ‘Punk Rock Loser’, en, als enige comfortabel in het eerste rijvak, ‘Big Boy’. Over die laatste, uit de Humo-bespreking van Cave World: "Hart en kloten op de juiste plaats, en live vermoedelijk een belevenis." Twéé keer waar. Als ze boos waren, waren ze een beetje Idles. Als ze wilden dansen, dan slaagden ze erin om tegen de ‘Nite Versions’ van Soulwax aan te schuren - dat laatste nog het meeste in ‘Shrimp Shack’, het kwartierlange, dreinende slotakkoord dat allicht nooit een songfestival zal winnen, maar wel onbetamelijke dingen beloofde te doen met je moeder. Het is kiezen in deze wereld.

    Maar, kijk wat we hier hebben. (Ontvouwt papiertje en leest af) "Viagra Boys op Pukkelpop ging hàrd." Zo is het maar net. (TR)

  33. Tame Impala had wat ons betreft plankgas mogen blijven geven ★★★★☆

    20220820 Hasselt Belgium: Pukkelpop, Tame ImpalaBeeld Stefaan Temmerman

    Een dame in witte labojas heette ons vanop het grote scherm achteraan op het podium welkom en meldde dat dit wellicht het juiste moment was om onze pretpilletjes te pakken, aangezien het twintig tot dertig minuten duurt vooraleer die effect beginnen te sorteren. Blij dat wij die van ons niet bijhadden, want de lichtshow van Tame Impala was er eentje waarvan je vanzelf begon te hallucineren.

    Lees hier de volledige recensie.

  34. Het minste dat je kan zeggen, is dat Marc Rebillet zijn beste leven leeft ★★★★★

    Marc Rebillet op Pukkelpop.Beeld Stefaan Temmerman

    "Als cocaïne een mens was, heette hij Marc Rebillet": mijn favoriete YouTube-commentaar over Loop Daddy, de Texaanse New Yorker die zijn sets elke keer van begin tot einde volledig bij elkaar improviseert. In kamerjas en boxershort. Met een microfoon, een loop station en een sequencer. Met extreem veel energie, Marquee-vullend veel charisma en vooral een aanhoudend aanstekelijke groove.

    Een topless vrouw op de eerste rij. Een "You fucking can motherfucker"-meezingmoment. Een ter plekke gecomponeerde 'Pukke-Pukke-Pukkelpop'-dansschijf. Iemand die een worstje op het podium gooit, en Marc die dat vervolgens in zijn boxershort steekt: "I'll be keeping that for later." Het gebeurt zelden dat de woorden 'hilarisch' en 'funky' in dezelfde zin figureren, maar hier past het. Hij laste tussendoor drie kostuumwissels in, wat veel is voor iemand met maar twee kledingstukken aan. Hij brengt het begrip 'freestyle' naar nieuwe hoogtes. 'More is more' is het devies van Rebillet: meer chaos, meer hype, meer onzin. Op het einde van zijn set zong hij crowdsurfend, in zijn onderbroek, terwijl hij champagne over het publiek lag te spuiten. Het minste dat je kan zeggen, is dat Marc zijn beste leven leeft. (FVD)

  35. Ibeyi hield het op een gezapig middagsetje ★★★☆☆

    Ibeyi.Beeld Alex Vanhee

    Terwijl Marc Rebillet honderd meter verderop in zijn onderbroek op een roze eenhoorn stond te dansen — weet ík veel wat zich in die goddeloze Marquee allemaal voltrokken heeft — speelde Ibeyi een smaakvol setje, vol engelachtige samenzang en kundig gebricoleerde R&B.

    De zusjes - Ibeyi betekent in het Yoruba zoveel als ‘tweelingen’ - hadden een duidelijke taakverdeling: Lisa-Kaindé Diaz had een afro en zong de solo’s, Naomi Diaz had geen afro en trommelde. Maar eerlijk is eerlijk: buiten een wervelend ‘Deathless’, dat opeens de toch wel honderdvijftig man die zich in de Club had verzameld liet duizelen en tollen, gebeurde er niets waarvan je zomaar even op je kop ging staan. Op een moment dat elders op de wei resoluut de nacht werd ingezet, dansvoetje voor onhandig shakend dansvoetje, hield Ibeyi het op een gezapig middagsetje.

    Nee, echt, wat was dat nu met die roze eenhoorn? (VVP)

  36. Met sprekend gemak veroverde Underworld de Dance Hall ★★★★☆

    Underworld.Beeld Koen Keppens

    Hoe lekker vol stond de Dance Hall voor Underworld! Op een Pukkelpop-editie waar TikTok-hypes het mooie weer maken kunnen ook pensioengerechtigden een knaller van een feest bouwen. Karl Hyde is 65 moet u weten, maar het hield hem niet tegen om helemaal loos te gaan: de bomvolle Dance Hall ging er gaarne in mee.

    Lees hier onze volledige recensie.

  37. Yard Act: wat een héérlijke band ★★★★☆

    Yard Act.Beeld Koen Keppens

    Op een bepaald moment werd zelfs de baslijn van ‘Rich’ – bezwaarlijk de ‘10.000 Luchtballonnen’ van Yard Act te noemen – luidkeels meegezongen door een behoorlijk enthousiaste minimassa. Een nerdy rockgroep die voor een Tomorrowland-toestanden zorgde: de primeur was voor Yard Act.

    Ik zou durven zweren dat James Smith, de praatgrage van Yard Act, de stagiair is die in het vijfde middelbaar meneer Van Aken heeft vervangen toen die nierstenen had. Tegenwoordig staat hij de boze man uit te hangen op rockpodia – hij doet aan spoken word, terwijl z’n maten moddervechten in de blubber waar ook Pulp en The Fall hun tijd doden.

    In ‘The Overload’ zong James Smith, zonder verpinken: "Play the standards and don't get political / I know what that dickhead singer is like / He'll end up in the back of an ambulance with the mic stand rammed up his arse twice over / All because he couldn't ignore the flag and be polite / Show some respect and listen to my advice, because if you don't challenge me on anything you'll find I'm actually very nice / Are you listening? I'm actually very fucking nice."

    Nogmaals: James is een kwaaie man, maar wel één die zijn boodschappen zo goed wist over te brengen dat hij op Pukkelpop werd onthaald als Dries Mertens in Istanbul. ‘Dead Horse’ en ‘Dark Days’ verklapten dat Yard Act een band is voor fatalisten: in een wereld waarin Mark E. Smith een bondskandelier zou zijn, zou Yard Act de ene radiohit na de andere scoren, maar neen: we leven nog steeds in de wereld waarin Margriet Hermans de Zomerhit 2022 wint.

    James Smith had trouwens een broek aan die hij had gekocht tijdens de vorige show van Yard Act in België. Hij had er 8 euro voor betaald in een tweedehandswinkel in Antwerpen. Hij heeft de volle drie minuten over die broek gepraat, wat lang is voor een show die verder bestond uit het in de strot rammen van fist pumps van songs.

    "Pukkelpop! Dankjewel! We love you!" James Smith heeft het zodanig veel herhaald dat je na een tijd begon te geloven dat de grootste sarcast die ooit een voet aan grond heeft gezet in Kiewit oprecht had genoten van Pukkelpop. En wij ook. Yard Act: wat een héérlijke band.

    Yard Act.Beeld Koen Keppens
  38. De wereld is van Mdou Moctar ★★★★★

    Mdou Moctar op Pukkelpop.Beeld Alex Vanhee

    Jimi Hendrix leeft! Zijn gitaarspel is nog altijd even explosief, alleen slaat hij geen vrouwen, komt hij uit de Sahara en heet hij - een naam om met zuchtende hartjes in je dagboek te kalken - Mdou Moctar.

    Lees hier onze volledige recensie.

  39. Voor Sean Paul hoefden we niet te jongleren met overtuiging of enthousiasme ★★☆☆☆

    Sean Paul.Beeld Joel Hoylaerts / Photonews

    Welke minkukel had zoveel dancehall in de mouwen zitten, dat die spontaan de jackpot kon trekken? Dat moést Sean Paul wel zijn, die nogal ongemakkelijk de lakens uitdeelde op Pukkelpop, maar er zo warmpjes bij leek te zitten dat we een avond lang niet hoefden te jongleren met zaken als overtuiging of enthousiasme. Sean Paul is jarenlang van de schijnwerpers verdwenen, maar toonde zich een frivool voorafje bij het avondmaal tegen de zonsondergang. (GVA)

  40. Wet Leg was een heel klein beetje fenomenaal ★★★★☆

    Wet Leg.Beeld Stefaan Temmerman

    Heeft gevoel voor humor: de grapjurk die Wet Leg in de Club geparkeerd had, en dacht: past wel. Nu, Wet Leg onderschatten is niet geheel onlogisch. Nog altijd hebben ze maar één plaat uit, en eerlijk is eerlijk: het warm water wordt daarop niet heruitgevonden.

    Liever trekken ze er baantjes in, Rhian Teasdale en Hester Chambers, onderwijl vrede nemend met het jammere feit dat ze in Groot-Brittannië geboren zijn, en niet aan de westkust van één of andere nucleaire grootmacht, waar de zon altijd schijnt en je je naast de vraag "Is mijn huis al afgebrand?" nooit iets anders hoeft af te vragen dan "Wanneer gaan we nog eens surfen?"

    Maar: wat die van Wet Leg doen, doen ze goed. Zoals de underdogpositie herkennen als een prima startpunt, en vervolgens lol hebben. En wie mee wil, mág mee. Met ‘Being in Love’, bijvoorbeeld, het begin van die titelloze plaat die ook het begin van hun Pukkelpop-beurt mocht zijn. Het zette de toon, want Wet Leg begrijpt als geen ander de kunst van kort blijven: geen enkel nummer in de Club bleef langer rondhangen dan nodig - met uitzondering dan van ‘Ur Mum’, dat even aan de kunstmatige beademing moest nadat Teasdale halfweg d’r rok scheurde en een roadie plots onder tijdsdruk wonderen moest verrichten met een rol plakband en een oog voor detail. Een happy accident, zowaar. Knulligheid die wonderwel paste in het universum van Wet Leg, waar ernst een ongewenst neveneffect is zolang je huis nog niet is afgebrand.

    ‘Chaise Longue’, waarvan de melodie zelfs na afloop nog gescandeerd werd, vatte aan het eind alles nog eens samen: beetje branie, veel spelvreugde, geen zorgen. Wet Leg was een heel klein beetje fenomenaal. En dat was veel. (TR)

  41. Little Simz: De perfecte hiphopshow voor een groot festival als Pukkelpop ★★★★★

    Little Simz op Pukkelpop.Beeld Alex Vanhee

    Waar we Little Simz tijdens haar laatste doortocht in de Brusselse AB nog te lieflijk en te vrolijk vonden, beschikte ze op Pukkelpop over de ijscoole attitude en de granieten tronie waar haar rotinnoverende hiphop al jaren om smeekt. Hecklers die haar van haar stuk willen brengen, mogen het bij deze in hun pamper doen. “Shut the fuck up, read the room”, siste ze er eentje toe. Simbi was een uur lang onze koningin.

    Lees hier de volledige recensie.

  42. De eerste doortocht van Dave op Belgische bodem kon meteen tellen ★★★★☆

    Dave.Beeld Koen Keppens

    Dave - u kent 'm van 'Thiago Silva' - deed het aanvankelijk met een backing track, maar liet wel het publiek uit zijn hand eten en voor je het wist stond er een full band op het podium: gitaar, bas, drum en toetsen. “This is my first time ever in Belgium”, zei Dave, “but it feels like home.”

    Lees hier onze recensie.

  43. The Opposites heeft ronduit lak aan grenzen ★★★☆☆

    The Opposites op Pukkelpop.Beeld Stefaan Temmerman

    Beetje spectaculair, hoeveel volk er opgedaagd was voor The Opposites. Beetje ontstellend ook. The Opposites op kruissnelheid is immers stampij. Kermisgebonk. Gabbermuziek ook. Maar: laat dat nu net zijn waar het bijzonder lijvige publiek voor de Main Stage op zat te wachten. 

    Lees hier onze volledige recensie.

  44. Shame: Live stijgen ze compleet boven zichzelf uit ★★★★☆

    Shame.Beeld Alex Vanhee

    Shame: vijf neusvreters uit Souf Lundun met nul echte hits, maar twee geweldige postpunknoisepopwhateverplaten, waar ze vandaag uit bloemleesden voor een (opvallend) rijkelijk gevulde Club. Daarin zeker 100 crowdsurfers en een paar duizend enthousiastelingen. Passeerden: zeer veel energie (je kon de aders op het voorhoofd van frontman Charlie Steen tellen), belachelijk goeie versies van pakweg 'Alphabet', een traditioneel compleet ontketend 'One Rizla' en 'Snow Day'. En wat een podiumprésence, die band! Op foto's zien ze er een beetje uit als een saaie versie van Fontaines D.C., live stijgen ze compleet boven zichzelf uit. 

    De bassist deed vandaag achtereenvolgens aan een acrobaat, een halvegare en Angus Young denken. En wat een frontman! Charlie Steen: één pure brok zwetend en wild om zich heen briesend charisma. Ze komen binnenkort nog eens in België optreden. Ik zou gaan kijken. (FVD)

  45. 24kgoldn: Populariteit zegt niets over talent, kunde of visie ★☆☆☆☆

    24kgoldn.Beeld Koen Keppens

    Ik heb nog liever dat Metejoor mij 24 uur lang iets semi-erotisch in de oren fezelt dan dat ik ooit nog naar 24kgoldn moet luisteren.

    Waar op de weide is het meldpunt om de fans van 24kgoldn aan te geven? Want een hersenscan zou zomaar ernstige schade aan het licht kunnen brengen. Blootgesteld worden aan de in autotune badende emorap van Golden Landis Von Jones kan immers niet gezond zijn. Hij is een soortgenoot van The Kid Laroi — razend populair om zijn kutmuziek, maar populariteit zegt uiteraard niets over talent, kunde of visie. Andy Peelman is ook populair.

    Bezorgdheid was op zijn plaats, maar respect evenzeer: toen 24kgoldn eerst ‘City of Angels’ speelde en daarvoor een nummer dat ‘City of Angels’ had kunnen zijn en daarvoor óók een nummer dat ‘City of Angels’ had kunnen zijn, was de steeds leger wordende Dance Hall toch nog even extatisch als Patrick Lefevre wanneer Remco Evenepoel straks de Vuelta wint. Lefevre leeft alleszins in de waan dat Evenepoel de nieuwe Merckx is, maar wacht tot blijkt dat hij helemaal geen God-op-ne-velo is. Het zal een even ontnuchterend moment zijn wanneer de fans van 24kgoldn 18 jaar worden en beseffen dat hun idool vooral een idioot was.

    Dit was geen concert, dit was een misviering van iemand die telkens hetzelfde prevelde door te recycleren wat een ander ooit al anders en beter heeft gedaan. Eén ster voor de moeite, en ik doe er graag 50 euro bovenop voor zijn vliegtuigticket terug naar de States. (ELV)

  46. The Murder Capital: Slim én geslepen, een prachtige combinatie ★★★☆☆

    The Murder Capital.Beeld Alex Vanhee

    Er is iets aan de hand met de lads uit het buitenland. Zeker wanneer ze uit Ierland blijken te komen. Deze patatten, penarie en pyromanie vretende parasieten lijken tegelijk ook een vrijbrief te tekenenen op chaos en chimaera.

    The Murder Capital zingen over zaken die ertoe doen, zoals geestelijke gezondheid en gentrificatie. Ze staan gedesillusioneerd in het leven, maar beslissen tegelijk om netjes gekleed en gecoiffeerd voor de dag te komen. Elke afgang moet een nieuwe ingang zijn. In nette overhemden en gesteven broeken tonen deze raffelaars zich meestal blank en serieus, zeer serieus, en treden ze aan met een intensiteit die doet vermoeden dat ze het oeuvre van Anton Corbijn een paar keer te vaak hebben gezien. Slim én geslepen, een prachtige combinatie.

    Helaas: de algemene consensus bleek dat The Murder Capital de deur net iets te snel achter zich verbrandt wanneer ze die achter hun rug sluiten. Voor hun razende, postpunkachtige alternatieve muziek was een trouwe spionkop gereserveerd. Maar écht opwindend klonken ze niet.

    Op dit ogenblik leggen Fontaines D.C., Black Midi en andere intense jongeren de lat zo hoog dat die Icarus-gewijs niet te overtreffen is. (GVA)

  47. For Those I Love: Zowel te veel als te weinig ★★★☆☆

    For Those I Love.Beeld Koen Keppens

    For Those I Love is David Balfe uit Dublin, die vorig jaar debuteerde met het in beperkte kring lovend onthaalde For Those I Love. Denk James Blake, een snuif Jamie xx, beetje The Streets, en een flinke smak Kae Tempest. Live liet vooral die laatste invloed zich gelden.

    Balfe had zijn goede vriend de USB-stick mee naar Pukkelpop gebracht en stond moederziel alleen op het podium van de Castello, waar hij zich een pak kwader toonde dan op plaat. Bijten, vloeken, aanklagen – dat Balfe een zekere onvrede koestert wat betreft de gang van zaken (welke zaken dat ook mogen zijn) was geen klein beetje duidelijk. Achter hem werden sfeervolle zwart-wit beelden afgewisseld met statistieken die in een rotvaart over het scherm raasden. Ik heb ze niet allemaal kunnen lezen, maar de cijfertjes logen er niet om: we’re doomed.

    For Those I Love in de Castello was zowel te veel als te weinig. Te veel informatie om te verhapstukken – ademhalen deed Balfe slechts om de vijf à zes minuten – en zo’n man alleen op het podium – toch als het niet Kanye West of GG Allin is - blijft mager om het oog vijftig minuten bij de les te houden.

    Maar er was een hoogtepunt, hetzelfde als op de plaat: ‘I Have a Love’. Een bijtend getoonzet gedicht over rouw, aanvaarding, liefde en verlies, opgedragen aan zijn goede vriend Paul Curran, de spoken word-artiest die in 2018 uit het leven stapte. Het hele For Those I Love is een eerbetoon aan Curran, maar ‘I Have a Love’ in het bijzonder.

    Op het einde ontplooide Balfe de vlag die een heel concert om zijn schouders en aan zijn microfoonstatief had gehangen. Ik heb het even gegoogeld zodat u dat niet meer hoeft te doen: ‘Coolock Reds,’ stond erop, de bijnaam van Shelbourne FC, een voetbalploeg uit Dublin die in de Ierse eerste klasse speelt. Ze doen het naar verluidt niet slecht. (JUB)

  48. George Ezra: Geen gevaar, nul ontucht, zero bandeloosheid ★☆☆☆☆

    George Ezra: Beeld Stefaan Temmerman

    Een fraai zingende Chiroleider die altijd gedag zegt, maar die zijn MNM-pop - folk uit de Urban Outfitters-rekken - pas afstelt na grondig marktonderzoek. Nee, ik gelóóf ’m niet, George Ezra, en ik geloof niet in het soort berekende zonnigheid - zijn antirock-’n-roll - dat hij festival na festival jengelend aan de man brengt.

    Lees hier de volledige recensie.

  49. Arlo Parks: De schoonheid van haar muziek valt niet uit te drukken in awards ★★★★☆

    Arlo Parks, Pukkelpop 2022, Hasselt, HumoBeeld Koen Keppens

    “Hier is ze! Arlo Sparks!” In de verspreking van ceremoniemeester Tomas De Soete zat iets profetisch: de show van Arlo Parks knetterende als een knalerwt, een type haardvuur dat droomkachels.nl niet in stock heeft.

    Arlo Parks greep met haar debuutalbum Collapsed in Sunbeams nét naast Belangrijke Muziekprijzen, maar de schoonheid van haar muziek valt niet uit te drukken in awards. Je moet de penseelstreken waarmee ze fresco’s aanbrengt in de linkerborstholte voelen, en wat een geluk dat Arlo Parks (née Anaïs Marinho) in de vooravond een opendeurdag hield in haar atelier.

    Tijdens de show van Arlo Parks in de Marquee lieten omstaanders de namen van Nick Drake, Erykah Badu, Joni Mitchell, MF Doom en Loyle Carner vallen, en elke vergelijking hield steek. Alleen: door de manier waarop ze ‘Green Eyes’, ‘Cola’ en ‘Caroline’ bracht – enthousiast, ontzettend fier en geruggesteund door een band die met de hoogste onderscheiding is afgestudeerd aan hoog aangeschreven Britse conservatoriums – zal niemand haar betichten van diefstal, maar net háár talent onderstrepen.

    Tegen de mijmerpop van ‘Bluish’ dropen steeds meer mensen af, wat 1) veel zei over het fatsoen van sommige festivalgangers – wanneer Arlo zingt, luistert ge! – en 2) misschien is de Finse sauna die de Marquee is niet de beste plek om naar songs over depressie (‘Black Dog’), verslaving (‘Hurt’) of jaloezie (‘Eugene’) te luisteren.

    Ik, daarentegen, had geen klachten. Maar toch geen vijf sterren? Die bewaar ik een doosje naast mijn diamanten ringen voor wanneer Arlo Parks in een zaal speelt – in de AB of De Roma graag – en daar de show van haar leven speelt. Tot dan! (ELV)

  50. STAKE: Kort, bondig, alles ★★★★★

    Stake.Beeld Stefaan Temmerman

    Het begint op te vallen: de strafste, meest intense, ook raarste concerten die we de voorbije tweeënhalve dagen al op Pukkelpop zagen, waren er eigenlijk bijna allemaal van Belgen. Vijf sterren, STAKE die in uw zak.

    Lees hier de volledige recensie.

    Beeld Stefaan Temmerman