Direct naar artikelinhoud
Koopkracht

Een nieuwe ongelijkheid dient zich aan, stelt het Centraal Planbureau

Mensen doen boodschappen op de markt op het Afrikaanderplein in Rotterdam. Boodschappen doen is in een jaar tijd veel duurder geworden.Beeld ANP / Ramon van Flymen

De koopkracht maakt dit jaar een ongekende val. De rekenmeesters van het CPB waarschuwen het kabinet voor een nieuw soort ongelijkheid in het land.

Als er geen extra maatregelen komen om de koopkracht te repareren, dreigt er een nieuwe tegenstelling in Nederland te ontstaan. Tussen de huishoudens waar de gestegen prijzen relatief veel impact maken, en die waar dat veel minder is. ‘Inflatie-ongelijkheid’, noemen de rekenmeesters van het Centraal Planbureau (CPB) deze nieuwe maatschappelijke tegenstelling, met een nieuw woord.

Het kabinet krijgt van het CPB het dringende advies om met een reparatie te komen voor de inkomens aan de onderkant, ook voor de groep die net boven het minimum zit. De torenhoge energierekeningen komen voor hen relatief veel harder aan. Met een groeiende groep armen als gevolg, onder wie naar verwachting bijna één op de tien kinderen.

Heel Nederland krijgt te maken met ‘collectieve verarming’

Dat het kabinet aan de slag moet om de begroting opnieuw aan te passen, lijkt onvermijdelijk nu duidelijk is geworden hoe diep de val is van de koopkracht. Dit jaar gaat die met 6,8 procent omlaag, gemiddeld voor alle huishoudens. Bij de laagste inkomens is de val minder groot in procenten, door 1300 euro energiecompensatie. Maar in euro’s is hun val des te harder.

Heel Nederland krijgt te maken met ‘collectieve verarming’, aldus het CPB. Zelfs de vorige bankencrisis of de economische crisis in de jaren tachtig leidde niet tot zulk koopkrachtverlies als 2022 dreigt te kennen.

Minister Kaag van financiën kondigt aan dat het kabinet mogelijk volgende week vrijdag met een extra pakket komt om “de meest kwetsbare huishoudens, maar ook een groeiende groep lage en middeninkomens op een verstandige manier te helpen”. Maar het kabinet blijft op de lijn dat de reparatie voor 2023 is, en dat een extraatje voor dit jaar te moeilijk uitvoerbaar is. De oppositie vindt dat het kabinet veel te traag reageert.

De pijn van de inflatie wordt bijna geheel gedragen door de huishoudens

Met de collectieve verarming is ondertussen iets surrealistisch aan de hand, waar ook het Centraal Planbureau op wijst. De pijn van de inflatie wordt bijna geheel gedragen door de huishoudens. Die zit niet in de economie - integendeel. Veel bedrijven draaien zo goed dat 2022 wat betreft economische groei een topjaar belooft te worden met 4,6 procent verwachte groei. Nederland is internationaal koploper in economisch herstel na corona, met meer groei dan de VS en Duitsland. Er is ruimte genoeg voor het bedrijfsleven om de lonen te verhogen, aldus het CPB, die het ‘opvallend’ vindt dat dit nog niet is gebeurd.

Als huishoudens hard gaan bezuinigen op uitgaven, kan dat de economie alsnog gaan raken. Die dreigt in 2023 in de slakkengroeistand te komen.

Het kabinet is gewaarschuwd: er moet linksom of rechtsom meer geld overblijven in de dagelijks portemonnee van de Nederlanders. Hetzij doordat de werkgevers de lonen verhogen. Hetzij doordat het kabinet de lasten verlaagt. Idealiter door een combinatie van beide.

De schatkist ligt er goed bij

Financieel is er wel armslag. De schatkist ligt er goed bij, zij het dat dit deels komt door tijdelijke effecten, zoals de inflatie die de schuldenberg kleiner maakt - dat kan ook weer voorbijgaan. Het overheidstekort schommelt rond een degelijke 0,9 procent.

Maar wil het kabinet structureel de laagste inkomens helpen, dan hebben die vooral een hoger maandinkomen nodig. Een huishouden op de armoedegrens heeft sinds dit jaar maandelijks 203 euro extra nodig om rond te komen. Het kabinet hielp met eenmalig 1300 euro, maar moet nu beslissen wat de echte oplossing wordt.

Lees ook:

Geeft Rutte-IV heilige huisjes op voor de koopkracht?

Simpele ingrepen zijn niet genoeg voor het kabinet om de koopkracht te stutten. VVD, D66, CDA en ChristenUnie staan voor diep politieke keuzes. Bijna nergens in Europa zijn de laagste inkomens relatief zo hard getroffen door de hoge energieprijzen als in Nederland. De pijn zit zo diep dat de discussie vanzelf gaat over de hele inkomenspolitiek en over geloofsartikelen van de kabinetten van de afgelopen jaren.