Direct naar artikelinhoud
Reportage

Hoe de smokkel van peppillen de Syrische president Assad in het zadel houdt

De export van amfetaminepillen uit Syrië is vele malen lucratiever dan de totale legale uitvoer van het land. Naast de smokkelaars worden ook krijgsheren en zakenlieden er rijk van. ‘Voor 275 duizend euro aan smeergeld gaan de grenscamera’s uit.’

Weg van de Jordaanse hoofdstad Amman naar Ar-Ramtha aan de grens met Syrië, waar veel smokkelaars actief zijn.Beeld Joris van Gennip

Langs de doorgaande weg naar Syrië liggen de kamelen loom in de zon. Stalletjes van straatverkopers liggen vol uien en watermeloenen. Deze grensstreek tussen Syrië en Jordanië is sinds mensenheugenis het domein van handelaars en smokkelaars, lokaal aangeduid als baharra, Arabisch voor ‘zeilers’.

De kleine zeilers maken winst op de verkoop van sigaretten, fruit of zonnepanelen. De grote hebben zich gestort op een veel lucratievere handel met als codewoord ‘linzen’.

Linzen?

Ze bedoelen captagon, een amfetaminepil (meestal wit van kleur) die goedkoop te produceren is en waarvan de opbrengsten ten goede komen van het regime van de Syrische president Bashar al-Assad. In het gebied dat Assad controleert, ruwweg tweederde van het land, zijn zeker vijftien grote en tal van kleine pillenfabrieken gesignaleerd. De pillen worden de grens overgesmokkeld naar Irak, Libanon en Jordanië, of per schip naar Azië en Europa, om met een omweg te belanden in de Verenigde Arabische Emiraten en Saoedi-Arabië. Het pilletje is er razend populair in het uitgaanscircuit.

Het monopolie op de drugshandel ligt bij krijgsheren en zakenlieden die nauw samenwerken met het Syrische regime, onder wie Maher al-Assad, de broer van de president, en enkele neven uit de familie. Volgens een conservatieve raming van de Amerikaanse denktank Newlines Institute was de captagonexport in 2021 goed voor een slordige 5,5 miljard euro. Andere schattingen gaan uit van het dubbele.

Daarmee is het pilletje vele malen lucratiever dan alle legale export van Syrië bij elkaar opgeteld (jaarlijks zo’n 700- à 800 miljoen). De oorlogseconomie kan niet langer zonder de drugs. ‘Zonder de inkomsten uit captagon overleeft het Assad-regime het niet’, verklaarde de voormalige Amerikaanse Syriëgezant Joel Rayburn recentelijk tegen het Duitse tijdschrift Der Spiegel.

Captagon is een pepmiddel: het bezorgt gebruikers een onoverwinnelijk en euforisch gevoel. Zestig jaar geleden werd het in Duitsland ontwikkeld voor mensen met ADHD. Toen de neveneffecten (angstaanvallen, hallucinaties) duidelijk werden, kwam het op de VN-lijst van verboden middelen. Via Bulgarije bereikte het pilletje het Midden-Oosten, waar jihadisten het namen om nachtenlang te kunnen doorvechten. ‘Vader van de twee manen’, heet de pil ook wel, verwijzend naar de twee sikkelvormige manen die er als waarmerk op staan.

Dat Syrië een narcostaat kon worden, is een gevolg van de burgeroorlog die zijn twaalfde jaar is ingegaan en de economie volledig heeft verwoest. De internationale sancties laten zich voelen, het land is failliet. Damascus ontbeert de middelen om salarissen uit te betalen aan zijn milities, met als gevolg dat ze zich allemaal op de drugshandel hebben gestort.

Douaniers omkopen

Op een kwartier van de Syrische grens steekt de 31-jarige Omar een Marlboro-sigaret op. Omar is een Jordaniër in houthakkershemd en sneakers, een ‘zeiler’ van het kleine type. Hij komt uit grensstadje Ar-Ramtha. Vanwege zijn smokkelwerk wil hij niet met zijn echte naam in de krant. Drugs smokkelt hij niet, naar eigen zeggen omdat die verboden zijn in de islam. ‘Mijn familie heeft een reputatie hoog te houden. Voor je het weet, vallen de pillen in handen van een klein kind. Wapens zijn wel oké. Ik smokkel goud, sigaretten en wapens.’

Uit zijn verhaal, ondersteund met foto’s die hij deelt met de Volkskrant, valt op te maken dat de grens tussen Jordanië en Syrië bijzonder poreus is. Een van de foto’s op zijn telefoon toont een man in camouflage-uniform met snor. ‘Dat is mijn contact bij de Jordaanse grenswacht’, zegt Omar. ‘Hij helpt me als ik in de problemen kom.’ Op een andere foto is te zien hoe zijn GMC-auto door douaniers wordt gestript. Met een schalkse blik: ‘Ze vergeten dat je ook spullen kwijt kunt in het holle frame.’

Omar beweert ook dat de douaniers tegen betaling de grenscamera’s uitdraaien, hetgeen niet te verifiëren valt. Op die manier zou hij meermaals automatische geweren naar Jordanië hebben gesmokkeld. Hij zegt dat hij en zijn collega’s per keer omgerekend 275 duizend euro aan smeergeld neertelden. ‘Dan heb je drie kwartier de tijd.’

Met de drugs valt volgens hem een fortuin te verdienen. In Syrië heeft een pil een straatwaarde van 30 eurocent. Eenmaal in Jordanië gaat die voor het tienvoudige van de hand. Ga je nog een grens over naar Saoedi-Arabië, dan stijgt de marktwaarde naar 25 à 30 euro.

Foto van de gestripte auto van smokkelaar Omar.Beeld Joris van Gennip

Be­doeïe­nen

Omar is een kleine speler. Heel anders gaat het eraan toe langs de rest van de bijna 380 kilometer lange grens met Syrië. Die loopt grotendeels door onherbergzame woestijngebieden, waar vaak zandstormen opsteken. Er wonen gemeenschappen wier aanwezigheid eeuwen teruggaat, ver voordat de Britten en Fransen honderd jaar geleden, na het uiteenvallen van het Ottomaanse Rijk, een streep in het zand trokken.

Aan weerszijden van de streep wonen bedoeïenenfamilies met dezelfde voorouders. Oftewel: de ene neef smokkelt naar de andere. Ze kennen het gebied op hun duimpje. Vroeger bonden ze hun schapen de spullen onder, tegenwoordig zetten ze zwaarder geschut in. ‘Ze zijn zwaarbewapend’, zegt een westerse diplomaat op voorwaarde van anonimiteit. ‘Ze gebruiken nachtkijkers, drones, jachtgeweren en handgranaten.’

In januari van dit jaar, na een paar nachten met hevige sneeuw, stormden smokkelaars met 180 man tegelijk de grens over. De Jordaniërs waren getipt en openden het vuur. Er vielen 27 doden. Op foto’s die het leger aan de buitenwereld presenteerde, waren grote juten zakken te zien, hoogstwaarschijnlijk gevuld met captagon.

‘De eerste drie dagen konden we ze niet ondervragen’, zegt een hoge bron bij het Jordaanse leger op voorwaarde van anonimiteit. ‘Ze hadden allemaal die pillen genomen. Ze wisten nauwelijks wat ze deden.’

Voorheen kregen smokkelaars per persoon 2.000 euro voor de overtocht. Dat is gestegen tot het vijfvoudige. ‘Soms gebruiken ze auto’s, soms rugzakken, soms ezeltjes’, zegt een tweede militaire bron. ‘Ze zijn steeds beter getraind en georganiseerd.’ Hij voegt eraan toe dat er iedere nacht confrontaties zijn. Steeds vaker maken de smokkelaars gebruik van drones.

Syrische leger en Hezbollah

Waar de pillen precies vandaan komen, is niet altijd vast te stellen, maar volgens onderzoek van onder meer het Newlines Institute concentreert de productie zich rond Aleppo, Homs en Damascus, aangevuld met de kuststrook bij Latakia, waar de Assad-familie haar machtsbasis heeft. Twee groeperingen maken de dienst uit in productie, vervoer en export: de Vierde Gepantserde Divisie van het Syrische leger (onder het bewind van Assads 54-jarige broer Maher) en de Libanese militie Hezbollah, die een deel van de productie voor haar rekening neemt in de Libanese Bekaa-vallei, waar veel boeren cannabis produceren.

Van aansturing door een ‘staat’ in traditionele zin is nauwelijks sprake: het gaat eerder om een kartel van zakenlieden, politici en leger- en inlichtingenofficieren die belang hebben bij het voortbestaan van het regime. Een voorbeeld is zakenmagnaat Rami Makhlouf, een miljonair en neef van Assad. In 2020 vond de Egyptische douane een lading captagon en hasj in 19 duizend melkpakken, afkomstig van een van zijn bedrijven. Later raakte Makhlouf na een ruzie een deel van zijn vermogen kwijt en werd hij onder huisarrest geplaatst.

De meeste pillen zijn bedoeld voor de export, hoofdzakelijk naar Saoedi-Arabië. Maar omdat de Saoedische douane iedere Syrische container ondersteboven keert, loopt het kat-en-muisspel via tussenstations in Europa of Zuidoost-Azië. Over de hele wereld duiken de pillen op in scheepsladingen groenten, kleren, lood, koffie of machineonderdelen. De grootste klapper was in maart vorig jaar, toen de douane in Maleisië 94 miljoen pillen ontdekte, verstopt in trolleywieltjes.

In de Duitse stad Essen begon recentelijk een rechtszaak tegen twee Syriërs en een Algerijn die miljoenen pillen zouden hebben geëxporteerd vanuit havenstad Latakia. Voor iedere vracht captagon die de haven verlaat, aldus justitie, strijkt de Vierde Brigade van Assads broer een kleine 300 duizend euro aan smeergeld op.

Drugsgebruik in Syrië en Jordanië

In zuidelijk Syrië, richting de grens met Jordanië, worden de pillen volgens lokale bronnen geperst in een handvol loodsen en verlaten schooltjes. ‘Het is niet zo dat Bashar al-Assad of Hassan Nasrallah (hoofd van Hezbollah, red.) belt met aanwijzingen’, nuanceert Muhanad al-Rish, een Syriër die voor het op Cyprus gevestigde Center for Operational Analysis and Research (COAR) onderzoek doet naar de drugshandel. ‘Het gaat om een bottom-upnetwerk van groepen die elkaar de ene keer helpen en de volgende keer aftroeven.’

Niet alles gaat de grens over. Syrische jongeren tussen de 15 en 25 jaar grijpen steeds vaker zelf naar de drugs. De oorlog heeft een hele generatie getekend. Kidnappings en moorden zijn aan de orde van de dag, milities persen burgers af bij checkpoints. Hasj, pijnstillers en captagon zijn welkome vormen van afleiding. ‘Ze verwoesten de samenleving in een steeds hoger tempo’, schreef oppositiewebsite Deraa24 eerder dit jaar.

In Jordanië nam de politie in de eerste zes maanden van dit jaar 21,5 miljoen pillen in beslag, een verdrievoudiging ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Vraag je in de Jordaanse hoofdstad Amman naar de schuldige, dan krijg je een opvallend antwoord: niet het regime. ‘De Syriërs zijn onze buren, onze broeders’, zegt de hoge militaire bron. Jordanië loopt in de regio voorop in de rehabilitatie van het Assad-regime, vooral uit economische overwegingen.

Wie er dan schuldig is? Iran, klinkt het in Amman, of eigenlijk de pro-Iraanse milities in zuidelijk Syrië. In 2017 tekenden Jordanië, Rusland en de VS een overeenkomst die een bufferzone zonder zulke milities (‘buitenlandse krachten’) aan de Syrische zuidgrens moest garanderen. Als bondgenoot van Assad zouden de Russen daarop toezien, maar sinds het begin van de oorlog in Oekraïne trekken zij een deel van hun troepen terug. De Jordaniërs zijn bang dat Iran bezig is van dat machtsvacuüm te profiteren. Ook dat is een reden om banden aan te knopen met het Syrische bewind: aan de grens ziet men liever soldaten van het regime.

Afkickkliniek

Intussen groeit het aantal drugsverslaafden ook in Jordanië, ofschoon het taboe zo groot is dat officiële cijfers ontbreken. Over captagon wil niemand praten.

In de nationale afkickkliniek komt de 34-jarige Firas binnen op eenvoudige sandalen. Vanwege het stigma wil hij alleen onder pseudoniem in de krant. Firas komt uit een tribale streek in het noorden. Hij raakte verslaafd aan hasj, morfine en de pijnstiller pregabaline. ‘Mijn baan bij de slager raakte ik kwijt, mijn vrouw ging twee keer bij me weg. Ik voelde me geïsoleerd.’

Op zijn arm staat een pistool getatoeëerd en de tekst: ‘Eén kogel is alles wat je waard bent.’ Hoe hij eraan komt, weet Firas niet meer. Hij slaat de ogen neer. ‘Ik was stoned. Toen ik wakker werd, had ik die tatoeage.’ Hij meldde zich bij de kliniek nadat zijn moeder hem had gesmeekt te stoppen. ‘Zodra ik hier weg mag, zal ik haar voeten kussen.’ Zijn ogen worden vochtig.

Afkickkliniek in de Jordaanse hoofdstad Amman.Beeld Joris van Gennip voor de Volkskrant

Niets wijst erop dat de smokkel in de grensstreek zal afnemen, integendeel. Het verdienmodel is te aantrekkelijk, zowel voor de bedoeïenen als voor de ‘zeilers’ in Ar-Ramtha. Omar doet het omdat het moet, zegt hij, niet uit liefhebberij. ‘Het is gevaarlijk en riskant. Tijdens het werk loop ik voortdurend op mijn tenen. Ik kan me pas ontspannen als de deal is gesloten.’

De neus voor zaken heeft hij van zijn vader (‘Abu Omar’), echtgenoot van drie vrouwen en uitbater van een goedlopend warenhuis met meerdere verdiepingen. Vrouwen in hoofddoek scharrelen er tussen de sneakers, lingerie en plastic bloemen uit China. Een zangerige mannenstem schalt uit de speakers. Het zijn de vroomste soera’s uit de Koran. Vader en zoon gaan voor naar de lift, volledig met goud bekleed. Een pronkstuk. De familie kon er vijf jaarsalarissen voor neertellen. Met dank aan Omar de zeiler.