Direct naar artikelinhoud
Vier vragen

Komen er binnenkort meer vaccins tegen apenpokken?

De vaccinatiecampagne tegen apenpokken is in volle gang, maar ook de verspreiding van het virus gaat in gestaag tempo door. Vier vragen over hoe de virusbestrijding er nu voorstaat en wat we in de nabije toekomst kunnen verwachten.

Vaccinatie tegen het apenpokkenvirus bij een Amsterdamse GGD.Beeld Raymond Rutting / de Volkskrant

Hoe groot is het aantal besmettingen en vaccinaties in Nederland?

In totaal zijn er in Nederland tot en met woensdag 1.087 besmettingen met apenpokken geconstateerd. Dat zijn er 62 meer dan vorige week, de kleinste stijging sinds half juni. Het overgrote deel van de besmettingen vindt nog steeds plaats onder mannen die seks hebben met mannen, maar het virus verspreidt zich inmiddels ook buiten die groep.

In de afgelopen week zijn er 2.840 prikken gezet. Daarmee komt het totaal aantal mensen dat een eerste vaccinatiedosis heeft ontvangen op 8.281. Het vaccinatietempo ligt iets lager dan vorige week, toen er 3.565 eerste prikken werden gezet.

Tot nu toe komt alleen de hoogrisicogroep van 32 duizend mensen in aanmerking voor vaccinatie. Zou die groep niet groter moeten zijn?

Voorlopig is het ‘niet nodig om meer dan alleen deze doelgroep te vaccineren’, zo laat een woordvoerder van het ministerie van Volksgezondheid weten. De enige anderen die in aanmerking komen voor een prik zijn nauwe contacten van besmette personen en laboratoriumpersoneel dat met levend virus werkt. Dat er met de 70 duizend beschikbare vaccins niet veel meer mensen geprikt kunnen worden, speelt volgens het ministerie geen rol.

Volgens internist-infectioloog Chantal Bleeker-Rovers, lid van het apenpokken-responsteam van het RIVM, zouden alle mannen die seks hebben met mannen en veel verschillende sekspartners hebben gebaat kunnen zijn bij vaccinatie. ‘Het zou goed zijn als we gaan kijken hoe we de mannen die nu buiten de selectie vallen, maar wel een hoog risico lopen, toch een prik kunnen geven’, denkt Bleeker-Rovers.

Er zijn veel mannen die zelf inschatten dat ze in de risicogroep vallen en graag een vaccin willen, zegt ze. Maar of het een goed idee is dat ze zich zelf kunnen aanmelden voor vaccinatie, is volgens Bleeker-Rovers de vraag. ‘Een deel van de hoogrisicogroep is moeilijk te bereiken, dat kost gewoon wat meer tijd en energie. Je wilt niet dat zij uiteindelijk achter het net vissen omdat de prik al is gegaan naar iemand die hem minder nodig heeft.’

Kunnen we op korte termijn meer vaccins verwachten?

Waarschijnlijk niet. De enige producent van het vaccin, het Deense bedrijf Bavarian Nordic, heeft de productie al verdubbeld en hoopt die tegen het einde van het jaar te verdrievoudigen. Maar dat is niet genoeg om aan de huidige vraag te voldoen. Bavarian Nordic overweegt daarom om de technologie van het vaccin met andere fabrikanten te delen, om zo de productiecapaciteit uit te breiden.

Nederland zal, net als bij coronavaccins, nieuwe doses in Europees verband aankopen. Binnen de EU worden de vaccins dan verdeeld op basis van behoefte. Daarbij komt Nederland waarschijnlijk niet als eerste aan de beurt: in vergelijking met andere landen is de voorraad vaccins hier relatief hoog.

Welke andere maatregelen worden er genomen?

De GGD’s voeren, net als bij corona, bron- en contactonderzoek uit. Daarbij lukt het in zo’n 80 procent van de gevallen om de bron van de besmetting vast te stellen. In de overgrote meerderheid van de gevallen is dat een huisfeestje of uitgaansgelegenheid, maar het achterhalen van nauwe contacten is minder makkelijk. ‘Niet iedereen heeft contactgegevens van mensen met wie ze in aanraking zijn geweest’, legt Bleeker-Rovers uit.

Mensen die besmet zijn, moeten in isolatie totdat hun huidafwijkingen verdwenen zijn, wat volgens het RIVM twee tot drie weken kan duren. ‘In de praktijk zien we gelukkig dat dat ook vaak korter is’, zegt Bleeker-Rovers. ‘Maar het blijft ingewikkeld voor sommige mensen. Bijvoorbeeld omdat ze een eigen bedrijf hebben en inkomsten mislopen als ze thuiszitten. Of omdat ze op het werk niet willen vertellen waarom ze thuis moeten zitten.’

Volgens Bleeker-Rovers moeten mensen alert blijven, zodat een eventuele besmetting met apenpokken vroeg wordt gesignaleerd. ‘Het bewustzijn in Amsterdam lijkt groot te zijn, maar ik vraag me af of dat daarbuiten net zo is. Dat geldt niet alleen voor de risicogroep zelf, maar ook voor huisartsen. Hoe vaker je ermee te maken hebt, hoe eerder je eraan denkt en hoe makkelijker je het kunt herkennen.’