Direct naar artikelinhoud
Nieuws

Loonkloof tussen seksen in kunstwereld veel groter dan elders: ‘Werk wordt bij vrouw als hobby gezien’

Zeventig procent van de studenten op de kunstacademie is vrouw, maar toch wordt de kunstwereld gedomineerd door mannen. Ze verdienen vijftig procent meer, hangen vaker met hun werk in musea en bezetten veruit de meeste topfuncties. Women Inc. kaart dit met een nieuw onderzoek aan.

I Burn For You Project van Sarah van Sonsbeeck, winnaar van de Theodora Niemeijer Prijs.Beeld Sarah van Sonsbeeck

Je zou het niet direct van deze sector verwachten, maar de loonkloof in de beeldende kunsten is nog veel groter dan elders, stelt Women Inc. Met ABN Amro heeft de organisatie die zich inzet voor de emancipatie van vrouwen een verkennend onderzoek gedaan naar gender(on)gelijkheid in de kunstwereld.

Vrouwen hebben wel de ambitie om kunstenaar te worden: 70 procent van de studenten op de kunstacademie is vrouw. Maar uiteindelijk verdienen mannen veel meer. Al is het voor veruit de meeste kunstenaars überhaupt geen vetpot. Mannen verdienen er een gemiddeld jaarinkomen van een kleine 15.000 euro mee, vrouwen minder dan 10.000 euro. Mannen verdienen dus 50 procent meer.

Historisch perspectief

De onderzoekers hebben literatuuronderzoek gedaan en mensen uit de kunstwereld geïnterviewd. Wat blijkt: vrouwen worden minder vaak door een galerie vertegenwoordigd en daardoor wordt hun werk minder vaak op veilingen aangeboden. Minder dan een op de tien kunstwerken op een veiling is gemaakt door een vrouw. En er wordt ook nog eens de helft minder voor betaald. Volgens de Cultuurmonitor van de Boekmanstichting moeten vrouwelijke kunstenaars vaker dan hun mannelijke collega’s een baan erbij nemen om rond te komen: 26 procent tegenover 16 procent.

Het is een treurig stemmende opsomming, stelt Sander Heithuis van Women Inc. vast. Waarom verdienen vrouwelijke kunstenaars zoveel minder? Kunst is toch bij uitstek subjectief?

Er is niet één oorzaak aan te wijzen, zegt Heithuis. “Het is een complexe optelsom van factoren die elkaar versterken en in stand houden.” Een daarvan is het historische perspectief: de beroemde meesters waren immers allemaal mannen. Dat zie je terug in de musea, in de eregalerijen, maar ook in de lesstof op de kunstacademies.

Kunstbijbels

Kijk alleen al naar de ‘kunstbijbels’, zegt Heithuis. In de oorspronkelijke versies van The Story of Art (1961) en History of Art (1962) werden nul vrouwelijke kunstenaars genoemd. “Dat is in latere edities bijgesteld naar 5 procent, maar toch.”

Hanna Klarenbeek, curator van het Paleis Het Loo, berekende dat er in de 19de eeuw naast de ongeveer 6200 mannelijke kunstenaars ook zo’n 1100 vrouwelijke kunstenaars actief waren. “Ze waren er wel, maar ze werden niet tentoongesteld en hun werk werd dus ook niet verkocht,” zegt Heithuis.

Het lijkt wel alsof vrouwen daar eeuwen later nog steeds last van hebben, zegt beeldend kunstenaar Sarah van Sonsbeeck, winnaar van de Theodora Niemeijer Prijs en niet betrokken bij het onderzoek. “Voor een mannelijke kunstenaar is het creëren van kunst een baan, maar bij vrouwen wordt het vooral als hobby gezien. Dat is een wonderlijk cliché. Met zo’n vooroordeel is het echt lastiger om over bedragen te onderhandelen.”

Van Sonsbeeck denkt dat een groot deel van het probleem ook schuilt in het gegeven dat veruit de meeste galeriehouders en museumdirecteuren man zijn. Mannen gaan dus over het geld. “Kunst gaat over herkenning. Omdat mannen bepalen welke kunst wordt aangekocht of wordt tentoongesteld, zal dat vooral werk zijn waar zij zich in herkennen.” Van Sonsbeeck verwacht dat er vanzelf meer werk van vrouwen wordt aangekocht als er meer vrouwen op dit soort topposities zitten.

Meer vrouwen in directies

Het is ook een van de aanbevelingen van Women Inc.: meer vrouwen in de directies. Lichtpuntjes zijn er ook: in tien jaar tijd is de prijs voor werken van vrouwen verdubbeld en vrouwen lijken even vaak in aanmerking te komen voor kunstfondsen.

Maar er is nog veel te doen, zegt Heithuis. Zo moet de sector zich bevrijden van de overtuiging dat ‘het kunstenaarschap volledige toewijding vereist en niet te combineren is met de zorg voor een kind’. Vrouwelijke kunstenaars hebben daar het meeste last van, merkt ook Van Sonsbeeck, kersverse moeder van een zoontje van twee maanden. “Ik heb mijn zwangerschap ook best lang uitgesteld. Want hoe kan ik rondkomen mét een kind? En hoe ga ik mijn tijd verdelen? Al mijn kunstenaars-vriendinnen hebben er een baan bij.”