Direct naar artikelinhoud
Bezoek aan Suriname

Excuses en herstelbetalingen voor slavernijverleden staan voor Suriname centraal bij bezoek Kamerleden

Assembleevoorzitter Marinus Bee in zijn kantoorkamer.Beeld Ranu Abhelakh

Voor de Surinaamse parlementsvoorzitter Marinus Bee is het duidelijk: de Tweede Kamerleden die een bezoek aan Suriname brengen, moeten het gesprek aangaan over excuses en herstelbetalingen. ‘Op de inheemsen is als oorspronkelijke bewoners genocide gepleegd.’ 

Belangrijke momenten worden anders beleefd door Surinamers en Nederlanders. Als in Nederland de nodige opgewondenheid heerst over een gebeurtenis in de voormalige kolonie Suriname - bijvoorbeeld bij de zoveelste zitting van het langslepende strafproces tegen oud-president Desi Bouterse rond de Decembermoorden - dan kunnen Surinamers zelf iets hebben van: als het zover is, dan merken we het wel. 

Zo kijkt Suriname nu ook naar de komst, afgelopen zaterdag, van een delegatie van Nederlandse Tweede Kamerleden. Het bezoek is onderdeel van een negendaagse reis van de Kamerleden die hen ook langs Curaçao en Bonaire zal voeren. Wie Marinus Bee, voorzitter van De Nationale Assemblee (het Surinaamse parlement) hierover ondervraagt, moet bij hem alle zeilen bijzetten om naar boven te krijgen hoe het bezoek leeft.

“In elk geval stellen we het zeer op prijs”, klinkt het afgemeten in zijn aircogekoelde werkkamer. De uitnodiging verliep via het ministerie van buitenlandse zaken en niet rechtstreeks tussen beide parlementen. “We zijn in hún programma opgenomen. Wijzelf hebben geen programma voor hen.”

De doorwerking van de slavernij

Het bezoek van de Kamerleden is een oriëntatiebezoek, bedoeld als voorbereiding op volgend jaar, wanneer het 150 jaar geleden is dat de slavernij tot een einde kwam. Die werd in Suriname officieel in 1863 afgeschaft, maar tot slaaf gemaakten moesten, als ‘overgangsregeling’, nog tien jaar verplicht blijven werken terwijl de plantage-eigenaren gecompenseerd werden. De delegatie wil onderzoeken hoe het slavernijverleden doorwerkt in het heden. 

Bee benadrukt dat het bezoek aan Suriname volledig in het teken moet staan van excuses en herstelbetalingen door Nederland voor het slavernijverleden. Ook hierin verraadt hij geen mate van opwinding. Maar de parlementsvoorzitter is niet onverschillig. 

“We hadden het liever gisteren dan morgen. We zijn vastberaden en staan er als natie als één man achter dat die excuses en herstelbetalingen moeten komen”, vertelt hij. “Op de inheemsen is als oorspronkelijke bewoners genocide gepleegd. En dan heb je ook de uitgebuite Aziatische contractarbeiders, die na de slaven kwamen. Dus als collega’s van de andere kant erover komen praten, zijn we blij.”

Dat de grootste Nederlandse regeringspartij VVD daarbij schittert door afwezigheid ziet hij als ‘onderdeel van het proces’. “We begrijpen het politieke spel, maar ik heb de heilige overtuiging dat ook die partij intern bezig is dit op de agenda te krijgen. Want wereldwijd is de trend: excuses en herstelbetalingen.”

De blik is op Rutte

In dat licht wordt er veel meer uitgekeken naar het bezoek van premier Rutte in september. “We verwachten samen met hem te werken aan het traject van excuses en reparaties.” Voor Suriname staat één ding vast: excuses op het hoogste niveau. 

Deze boodschap zal de Tweede Kamerdelegatie helder worden overgebracht. Het zou een ‘mooie gelegenheid’ zijn als Rutte tijdens zijn bezoek excuses aanbiedt. “Als het dan nog niet gebeurt, dan wel ooit. Dat is belangrijk”, zegt Bee. En anders volgend jaar bij de herdenking van 150 jaar afschaffing van de slavernij.

Protesten tegen Santokhi

Al bijna een maand zijn er vrijwel dagelijks protesten tegen het beleid van president Chan Santokhi. De samenleving moet zware sociale offers brengen vanwege het staatsbankroet, als erfenis van tien jaar regering-Bouterse. Santokhi wordt met zijn saneringsmaatregelen verweten te ‘opereren zonder verdoving’. Ook is er veel boosheid over nepotisme en corruptie. Dit lijkt koren op de molen van Bouterse, die inmiddels al de ‘strijd tegen armoede’ heeft aangekondigd.

Bee maakt zich vooralsnog geen zorgen over een terugkeer van Bouterse. “De tijd dat kiezers zich slechts elke vijf jaar kunnen uitspreken is voorbij”, antwoordt hij. “Nu zijn er sociale media en zijn burgers assertiever geworden. Er zijn zaken fout gegaan de afgelopen twee jaar en dankzij die protestbeweging is een aantal dingen opgepakt.”

In hoeverre Nederland kan helpen bij de armoedebestrijding, zal Bee niet voorleggen aan de Tweede Kamerdelegatie. “Dat zou de regering moeten doen. Er is een land in financiële crisis overgenomen en wij als parlement moeten ons werk daarbij kritisch blijven doen.”

Aan de relatie werken 

Het vorige bezoek van een Tweede Kamerdelegatie aan Suriname was in 2009, een jaar voordat Desi Bouterse president werd en de onderlinge betrekkingen onderkoeld raakten, zonder ambassadeurs over en weer. Het nieuwe bezoek wordt dan ook gezien als onderdeel van het herstel van de relatie, sinds het aantreden van president Chan Santokhi in 2020.

Er gingen wel enkele ontmoetingen op hoog niveau aan vooraf: eind 2020 bracht toenmalig minister van buitenlandse zaken Stef Blok al een bliksembezoek aan Suriname. In september vorig jaar werd Santokhi feestelijk verwelkomd in Nederland, en afgelopen maart bracht Bee een bezoek aan de Tweede Kamer. Het was voor het eerst in bijna twintig jaar dat de voorzitters van beide parlementen een ontmoeting met elkaar hadden. 

Het bezoek van Rutte zou een laatste belangrijke stap zijn, vindt Bee. “Dat premier Rutte naar hier komt is een belangrijk signaal dat er vertrouwen is in de huidige regering en dat de relatie is hersteld”, zegt hij. “Dat is ook belangrijk voor ons imago internationaal.”

Lees ook: 

Tweede Kamer legt oor te luister in vroegere koloniën. ‘Willen dit met eigen ogen zien’

Kamerleden van negen partijen gaan naar Suriname en de Antillen om ter plekke te ‘luisteren’ hoe het slavernijverleden doorwerkt in het heden.

Zijn Santokhi’s beloftes genoeg om de protesten in Suriname te smoren?

President Santokhi belooft opnieuw de corruptie in Suriname aan te pakken. Demonstranten reageren sceptisch, maar de protesten nemen af.