Direct naar artikelinhoud
AchtergrondMaatschappij

Een kortere Dodentocht, geen boswandelingen en regels rond waterverbruik: is dit de zomer van de betutteling?

Dodentocht, editie 2018.Beeld ID / Joris Herregods

Het is heet en dus regent het goedbedoelde overheidsadviezen. Van de oproepen om minder water te verbruiken en geen boswandelingen te maken tot de opgelegde inkorting van de Dodentocht: is dit de zomer van de betutteling of zegeviert het voortschrijdend inzicht? ‘Individuele risico’s inschatten is lastig.’

‘Welkom in de sissy-maatschappij!’ De Facebook-pagina van de Dodentocht is dezer dagen een verzamelplaats voor honderden burgers die hun analyses over de samenleving willen delen. Na een overleg met de bevoegde overheidsdiensten besloot de organisatie van de wandeltocht dinsdagavond om de route tot 65 kilometer in te korten. 

Met maximumtemperaturen tot 34 graden is het volgens hun logica onverantwoord om deelnemers het reguliere parcours van 100 kilometer te laten afleggen. De beslissing wordt onthaald op teleurgestelde reacties van wandelaars die hun sportieve uitdaging in het water zien vallen, maar buitenstaanders reageren vaak ronduit woedend. Voor hen is de ingekorte Dodentocht het symbool van een overheid die de levens van haar burgers maar wat graag in duidelijke regels wil vastleggen. De afgelopen weken en dagen waren er zo oproepen om niet naar het bos te trekken, niet te barbecueën en vooral uit de zon te blijven. “Volgend jaar is er kans op regen, misschien best nu al de editie van 2023 schrappen”, trekt een cynische Facebook-gebruiker de lijn door.

Zijn we dan allemaal watjes geworden? Want tijdens de hittegolf van 2003 kon de Dodentocht toch gewoon doorgaan, waar zat de overheid toen? Volgens moraalfilosoof Stijn Bruers is de inschatting dat regeringen in het verleden nooit harde maatregelen oplegden onjuist. In de jaren zeventig waren er bijvoorbeeld de autoloze zondagen. Toch gelooft hij dat overheden de voorbije decennia steeds vaker gingen ingrijpen.

Dat is niet helemaal onlogisch. De burger verwacht nu eenmaal dat de overheid hem beschermt. Naarmate de rijkdom in landen stijgt, willen mensen bovendien meer opofferingen maken om een extra gezond levensjaar te krijgen. De coronacrisis bood de duidelijkste illustratie van die visie. Meer dan twee jaar lang legden overheden mensen vrijheidsbeperkende maatregelen op om schade voor de collectieve gezondheid te beperken, wat zeker in de beginperiodes grotendeels geaccepteerd werd. 

Voortschrijdend inzicht speelt eveneens een rol. Urenlang onbeschermd in de zon rondlopen was vijftig jaar geleden perfect normaal, maar sigaretten roken in klaslokalen en pedagogische tikken uitdelen waren dat ook.

De pandemie bewijst tegelijkertijd dat overheidsingrijpen ook frustratie oplevert. De inhoudelijke kritiek op de coronamaatregelen is sterk verwant aan de argumenten die tegenstanders van het hittebeleid aanhalen. Bepaalde mensen ervaren de overheidsregels als paternalistisch of misplaatst en willen het heft daarom in eigen handen nemen. “Ik denk alleen dat mensen het lastig hebben om individuele risico’s in te schatten”, zegt Bruers. In een luchthaven gelden bijvoorbeeld strenge veiligheidsmaatregelen en is er mogelijk een overschatting van het risico, terwijl te weinig zwemmers voor een thermische shock vrezen wanneer ze in een kanaal springen.

Dodentocht, editie 2018.Beeld ID/ Frank Bahnmuller

Burgers hebben weliswaar het recht om ‘slechte’ keuzes te maken, maar volgens Bruers is het belangrijk om een verschil te maken tussen collectieve en individuele schade. Wandelaars die tijdens hun deelname aan een hete Dodentocht gezondheidsproblemen krijgen, kiezen daar op zich zelf voor. Wie in tijden van langdurige droogte water verkwist, brengt ook anderen schade toe. Het is dus logisch dat overheden strenger tegen de tweede categorie optreden. “Wie tijdens een hittegolf deelneemt aan de Dodentocht, kan dan bijvoorbeeld een hogere verzekeringskost betalen. Als het misgaat, draait de samenleving niet volledig op voor de ziekenhuiskosten.”

Als een regering toch individuele risico’s wil voorkomen, kan ze dat ook doen door in te zetten op wat in de sociale wetenschappen libertair paternalisme genoemd wordt. Daarbij blijft de keuzevrijheid bestaan, maar wordt er bijvoorbeeld via nudging toch op een bepaalde optie aangestuurd. Soms is het efficiënter om het vermanende vingertje achterwege te laten. In 2018 werkte het sproeiverbod bijvoorbeeld averechts, terwijl het waterverbruik deze zomer zonder grote maatregelen wel daalt. 

Het ziet er niet naar uit dat de problematiek van ‘betuttelende’ overheden de komende jaren zal wegebben. De klimaatverandering en de oorlogseconomie vragen straks om doortastende beleidskeuzes die verder gaan dan suggesties. Om het draagvlak bij de bevolking daarvoor te vergroten, is het volgens communicatie-expert Reinout Van Zandycke belangrijk dat politici hun keuzes goed uitleggen. Het is onmogelijk om iedereen te overtuigen, maar transparante beslissingen en extra uitleg verkleinen de kans dat mensen het gevoel krijgen dat ze gepamperd worden. Tijdens de coronacrisis zette de overheid volgens de expert al stappen vooruit op dat vlak, maar er blijft werk aan de winkel. “Soms is er ook gewoon niet genoeg tijd om aan nudging te doen of volstaat dat niet. Dan wil je niet iedereen overtuigen, maar moet wel iedereen beschermd worden. Dat vraagt om een andere aanpak”, aldus Van Zandycke.