Direct naar artikelinhoud
reportage

Elke sector moet vandaag zijn coronaplan bij het kabinet inleveren. Maar hoe streng zal dat zijn?

Vandaag moet elke sector, van horeca tot taxi- en kappersbranche, zijn eigen plan voor het indammen van een corona-uitbraak bij het kabinet inleveren. Toch zal lang niet elke sector met een plan komen. ‘Zonder coronasteun ga je niet na twee rampzalige jaren in je eigen omzet  snijden.’

en
14 december 2020, nog even naar de kapper, in Nijmegen, voordat nieuwe strenge coronamaatregelen ingaan.Beeld Marcel van den Bergh / de Volkskrant

Het is geen onwil dat de zorg- en taxivervoerbranche vandaag geen eigen sectorplan heeft ingeleverd voor de aanpak van corona. Er liggen immers al sinds 2020 vier coronaprotocollen klaar. Maar één overkoepelend plan? Daarvoor is de sector te complex en komt de deadline van minister Ernst Kuipers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport te snel.

‘Wij vervoeren particulieren, maar ook kinderen met autisme en patiënten’, zegt Hilbert Michel, woordvoerder van Koninklijk Nederlands Vervoer. ‘Sommigen van hen mogen wel een mondkapje op, anderen weer niet. We moeten eerst met onze achterban en andere betrokkenen een goede belangenafweging maken, voordat we met een plan komen.’

De taxivervoerders zijn er daarom niet in geslaagd hun corona-aanpak vóór 1 juli af te hebben. Het is een van de hordes waar Kuipers op stuit met zijn plan iedere sector zijn eigen coronaplan te laten opstellen. Dat moet voorkomen dat de overheid straks toch weer de botte bijl moet hanteren als de besmettingscijfers te hoog oplopen. Door de sectoren erbij te betrekken moet er bovendien meer draagvlak ontstaan voor de te nemen maatregelen.

Aan de ruim 25 branches die het meest door corona zijn getroffen, is het dus om zelf duidelijk te maken welke maatregelen ze willen nemen bij toekomstige oplevingen van het coronavirus. Het is de eerste stap in het nieuwe coronabeleid, waar Kuipers sinds zijn aantreden aan werkt. Sectoren krijgen zelf meer verantwoordelijkheid om het virus te beteugelen – en worden geacht die ook te nemen.

Bioscoop

Na twee jaar van lockdowns en vooral generiek coronabeleid hebben de branches bij het Rijk om maatwerk gesmeekt. ‘In een bioscoop of museum kun je bijvoorbeeld best anderhalve meter afstand houden, maar in de nachthoreca betekent zoiets dat je je tent moet sluiten. Daar werk je weer liever met het coronatoegangsbewijs’, legt directeur Jeroen Bartelse van TivoliVredenburg uit. In het Utrechtse muziekgebouw is corona, net als in de rest van de samenleving, terug van nooit weggeweest: vorige week ging het optreden van het Duitse Einstürzende Neubauten niet door, omdat een bandlid corona bleek te hebben.

Bij de sectoren klinkt kritiek dat het kabinet te weinig onderzoek heeft laten doen naar de effectiviteit van coronamaatregelen. Daardoor moeten ze zelf bedenken welke maatregelen voldoende werken en welke niet. ‘We hebben natuurlijk al veel gedaan de afgelopen jaren, maar we hadden verwacht dat er onderzoek zou liggen naar de effectiviteit van spatschermen of mondkapjes’, zegt Gonny Eussen van kappersorganisatie ANKO. ‘Alleen: er ligt niks.’ Het RIVM bevestigt dat zij geen onderzoek doen naar de effectiviteit van individuele coronamaatregelen.

Ook is er nog geen duidelijk systeem op basis waarvan de maatregelen moeten worden opgeschaald. Het ministerie van VWS werkt aan vier scenario’s, maar vooralsnog is het onduidelijk bij hoeveel besmettingen er een stap op de dreigingsladder moet worden gezet. Dat bemoeilijkt het opstellen van de sectorplannen. ‘Er moet wel een autoriteit zijn die zegt wanneer je in welke fase zit, zodat je weet welke maatregelen je moet nemen’, vindt Bartelse.

Coronanoodsteun vervalt

Het uitgangspunt bij het nieuwe coronabeleid is dat alle sectoren zo veel (en zo lang) mogelijk open blijven. Het onderwijs en de kinderopvang gaan in principe helemaal niet meer dicht, tenzij er een virusvariant opduikt waardoor volgens het kabinet leerlingen en personeel ‘direct gevaar lopen’.

Logischerwijs juichen de sectoren toe dat ze zo lang mogelijk open mogen blijven. Tegelijkertijd betekent een open samenleving volgens het kabinet dat de coronanoodsteun voor ondernemers vervalt. En dat wringt. Zo heeft Koninklijke Horeca Nederland al laten weten geen maatregelen te nemen die de omzet van ondernemers schaden, zolang daar geen vergoeding tegenover staat.

Desondanks hebben de meeste sectoren hun plannen waarschijnlijk op tijd ingediend. Vaak hoefden ze de protocollen van eerdere coronagolven alleen wat te updaten. Bovendien bestaat het risico dat het kabinet maatregelen moet opleggen als de sectoren niet met een (voldoende dichtgetimmerd) plan komen. ‘En dat wil niemand’, zegt de woordvoerder van Economische Zaken, het ministerie dat de plannen verzamelt. De branches hebben tot 16 juli om veranderingen in te sturen, zodat ze meer tijd hebben om hun leden te raadplegen.

Tijdens de zomermaanden worden de sectorplannen omgezet naar maatregelenladders die ingrepen van licht naar zwaar indelen. Het RIVM beoordeelt vervolgens of de maatregelen in een logische volgorde over de sectoren zijn verdeeld en of deze ‘epidemiologisch voldoende effectief zijn’ om de verspreiding van het virus genoeg af te remmen. Zo niet, dan gaan Economische Zaken en de sectoren weer met elkaar om tafel. Kuipers heeft de Tweede Kamer laten weten dat hij begin september met een definitief plan komt voor de corona-aanpak.

Geen mondkapjes

Bij Koninklijk Nederlands Vervoer moeten ze voor de taxibranche nog aan de slag de komende weken. Bij het besloten busvervoer, waar bijvoorbeeld de schoolreisjes onder vallen, was het opstellen van het sectorplan minder ingewikkeld. ‘We legden ons bestaande protocol gewoon over het format van het ministerie en verdeelden de verschillende maatregelen over de dreigingsniveaus’, zegt woordvoerder Michel.

Dat resulteerde in een soort grote tabel waarin vooral preventieve maatregelen stonden, zoals vaker schoonmaken en goed ventileren. Maar de optie om bussen met minder mensen te laten rijden, heeft de branche niet in het eigen plan opgenomen. Net als het dragen van mondkapjes. ‘Toen de mondkapjes vorig jaar zomer nog verplicht waren, zeiden onze klanten: we wachten wel met het plannen van een reis. Dat is voor ons de reden niet uit onszelf voor te stellen mondkapjes te verplichten’, aldus Michel. 

Ook hierbij speelt mee wat je bij meerdere sectoren terughoort: niemand wil de kalkoen zijn die zelf naar de slager loopt. Michel: ‘Als de overheid niet met coronasteun komt, kun je ook niet verwachten dat je na twee rampzalige jaren in je eigen omzet gaat snijden.’ Volgens Bartelse pakt de cultuursector door als de situatie daarom vraagt, ook al kost dat geld: ‘Met de gezondheid van je publiek speel je niet, klaar.’