Direct naar artikelinhoud
reportage

Ook een wit dorp kan de zwarte pijn voelen, bewijst Keti Koti in Rheden

Keti Koti heeft ook het Gelderse Rheden bereikt. Niet dat er veel inwoners zijn met Surinaamse of Antilliaanse wortels. ‘Maar juist daarom is de bewustwording zo belangrijk’, zegt de organisator. Al vallen er ook heel andere geluiden te beluisteren. 

Keti Koti in de Dorpskerk van Rheden trekt nog niet zoveel mensen als het lokale Schaapscheerdersfeest, maar het is ook pas de eerste keer.Beeld Pauline Niks

In de Dorpskerk in het Gelderse Rheden hebben zich op donderdagavond zo’n tachtig mensen verzameld voor een stichtelijk woord. Niet van de dominee dit keer, maar van Karwan Fatah-Black, docent koloniale geschiedenis aan de Universiteit Leiden. De Heilige Schrift is voor de gelegenheid vervangen door een boek vol zwarte bladzijden. ‘Wereldwijd vinden we niemand dusdanig verheven boven een ander dat zij mensen kunnen bezitten’, richt Fatah-Black zich tot zijn overwegend witte gehoor. ‘En niemand mag als bezit behandeld worden.’

De aanleiding voor de samenkomst is Keti Koti, de jaarlijkse herdenking en viering van de afschaffing van de slavernij in Suriname en op de Nederlandse Antillen. De opkomst mag dan nog niet zo overweldigend zijn als bij het jaarlijkse Schaapscheerdersfeest in Rheden, maar het is dan ook pas de eerste keer dat hier iets aan Keti Koti wordt gedaan. ‘De landelijke verspreiding van de slavernijgeschiedenis’, predikt Fatah-Black vanachter zijn katheder, ‘is een belangrijke vorm van erkenning.’

Steeds meer vieringen

Dat Keti Koti (‘Ketenen Gebroken’) nu ook dit deel van Nederland heeft bereikt, was een kwestie van tijd. Steeds meer gemeenten markeren het evenement op de kalender. Naast Amsterdam, waar sinds 2002 de landelijke Keti Koti-bijeenkomst wordt gehouden, hebben zich de afgelopen jaren zeker vijftien steden bij de herdenkingen en vieringen aangesloten. Vorig jaar nog volgden Amersfoort, Arnhem, Leeuwarden, Leiden en Zwolle. En nu is dus ook Rheden van de partij.

Waar op veel andere plekken in Nederland bonte optochten, drumbands en ‘dialoogtafels’ met pindasoep en heri heri op het programma staan, houdt Rheden het vooralsnog sober, met alleen een lezing in de kerk, een kranslegging en een tentoonstelling in de plaatselijke bibliotheek. Dat hier al op de avond voor Keti Koti wordt stilgestaan bij de verschrikkingen van de slavernij is een bewuste keuze, zegt organisator Marleen Noorland. ‘Zo zitten we de bijeenkomst in Amsterdam niet in de weg.’

Als leider van de lokale PvdA-fractie diende Noorland vorig jaar met succes een motie in voor een eigen Keti Koti-evenement. ‘De Surinaamse en Antilliaanse gemeenschap heeft nog altijd veel pijn van de slavernij’, zegt ze. ‘Daar moet je aandacht voor hebben.’ Niet dat er onder de ruim 43 duizend Rhedenaren veel inwoners zijn met Surinaamse of Antilliaanse wortels, geeft ze toe. ‘Het gaat om tientallen. Bijna iedereen is hier wit. Maar juist daarom is die bewustwording zo belangrijk.’

Anders dan bijvoorbeeld in Amsterdam en Middelburg, waar aan menig gebouw een duister verleden kleeft, is Rheden ook geen gemeente waar de sporen van de slavernij direct in het oog springen. Er ligt welgeteld één landgoed dat gefinancierd zou zijn met de inkomsten van een Surinaamse suikerplantage. Noorland vindt het evenwel ‘ongelooflijk’ dat ook haar eigen Rheden met de erfenis van de West-Indische Compagnie is belast. ‘Toen ik daar voor het eerst over hoorde, dacht ik: hoe is het mogelijk?’

De wens voor een Keti Koti-bijeenkomst kwam niet van haar kiezers met een Surinaamse of een Antilliaanse achtergrond, zegt de PvdA-leider. ‘Maar voor ons past het in onze diversiteits- en inclusie-agenda. Eerder hebben we een motie ingediend voor een regenboogvlag op het gemeentehuis. Daar sluit dit naadloos op aan.’

‘Slavernij heeft ook welvaart gebracht’

Yola Hopmans, aanvoerder van de lokale VVD, is beduidend minder enthousiast over het initiatief van Noorman en stemde dan ook tegen. ‘In mijn omgeving vraagt iedereen zich af of er geen belangrijkere dingen zijn waar we onze tijd aan moeten besteden,’ zegt ze. Daar heeft Hopmans zelf wel een antwoord op: ‘Je moet de dingen in hun tijd zien. Daarmee wil ik de slavernij niet goedpraten, maar we moeten ook door. Bovendien moeten we niet vergeten dat de slavernij ons ook veel welvaart heeft gebracht.’

Dat Keti Koti niet alleen in Rheden scherpe tegenstellingen teweegbrengt, is afgelopen jaren herhaaldelijk gebleken. Toen voormalig PvdA-leider Lilianne Ploumen op 1 juli 2021 een pleidooi hield om van de herdenking en viering een nationale feestdag te maken, zoals Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme Rabin Baldewsingh dat donderdag ook in deze krant deed, twitterde Geert Wilders: ‘Een dag om snel te vergeten. Kom maar eens op voor al die autochtone gewone Nederlanders die dagelijks worden gediscrimineerd door al die multiculturele gekkigheid mbt woningen, banen en hun eigen cultuur.’

Zoals vaker in de cultuuroorlog die al enige tijd in Nederland woedt, lijkt de weerstand tegen het idee om Keti Koti dezelfde waarde toe te kennen als bijvoorbeeld Bevrijdingsdag te worden gevoed door de gedachte dat een handreiking naar de ene groep ten koste zal gaan van de andere.

Dat mechanisme valt ook te ontwaren in de telkens terugkerende discussie over het islamitische Suikerfeest, waarvoor volgens critici ter rechterzijde van het politieke spectrum eveneens te veel aandacht zou zijn. Diezelfde critici zien met afgrijzen aan hoe ondertussen Zwarte Piet in de ban is gedaan, de traditionele kerststol door sommige supermarkten tot ‘feeststol’ wordt omgedoopt, Oudejaarsavond zonder knalvuurwerk moet worden doorgebracht en Paasvuren dreigen te worden verboden vanwege het klimaat.

Van dergelijke onvrede is niets te bekennen als de burgemeester van Rheden na afloop van de lezing in de kerk een krans legt op een steen ter nagedachtenis aan de slavernij. ‘Ik vind het mooie avond,’ zegt de 85-jarige Marius Monkau. ‘Mijn grootmoeder was een slavin in Suriname, dus het emotioneert me dat een kleine gemeente als Rheden dit organiseert.’ Eén ding moet de voormalig zanger en acteur wel van het hart: ‘Ik vind het een beetje een saaie bijeenkomst. Wat muziek en lekkere hapjes hadden de avond goed gedaan.’