Direct naar artikelinhoud
Vijf vragen

Erdogan presenteert Navo-deal over Zweden en Finland als Turkse triomf – is het dat ook?

De Turkse president kan de overeenkomst met Zweden en Finland in eigen land verkopen als een overwinning. Hebben Zweden en Finland belangrijke concessies gedaan? 

Van links af: de Turkse president Erdogan, president Biden van de VS en de Britse premier Johnson, woensdag tijdens een ontmoeting op de Navo-top in Madrid.Beeld Manu Fernandez / AP

Is de overeenkomst met Zweden en Finland een succes voor Turkije?

Zeker volgens de Turkse regering. De meeste Turkse media gaan daarin mee. ‘Turkije heeft gekregen wat het vroeg’, schrijft de krant Milliyet. De krant Sabah heeft het over de ‘Overwinning van president Erdogan in Madrid’. Dat geeft al aan dat het vermeende succes vooral afstraalt op de president zelf.

Die kan dat goed gebruiken. Volgend jaar juni hoopt hij herkozen te worden, maar in de peilingen staat zijn AK-partij er slecht voor. De kwakkelende economie stemt de Turkse kiezers bepaald niet gunstig. Met zijn hoofdrol in Madrid kan hij zich presenteren als de staatsman die pal staat voor de belangen van Turkije en met wie op het internationale toneel rekening wordt gehouden.

Maar heeft Turkije echt al zijn eisen ingewilligd gekregen?

Nee, geenszins. De tekst van de overeenkomst is knap en zorgvuldig geformuleerd, zodanig dat de betrokken partijen er nog alle kanten mee op kunnen. De Turken kunnen er daarom hun glorieuze draai aan geven, maar in concrete zin is het resultaat vooral handig voor de Zweden en Finnen. Van hen werden immers door Ankara concessies geëist, maatregelen die voor een deel zelfs in strijd zouden kunnen zijn met de eigen wetgeving en met het Europees mensenrechtenverdrag. Daarvan zal nu geen sprake meer zijn.

Zo beloven de twee landen Turkse verzoeken tot uitlevering van terreurverdachten ‘snel en grondig’ te behandelen, maar op zich is dat een open deur: uiteraard gaat justitie serieus te werk. Toezeggingen over het daadwerkelijk uitzetten van specifieke individuen zijn niet gedaan.

Hetzelfde geldt voor het ‘serieus nemen van de zorgen’ van Turkije over het terrorisme. Ook een open deur. De Koerdische PKK stónd in de Europese Unie al op de lijst van terroristische organisaties. De Koerdisch-Syrische militie YPG wordt in de tekst niet expliciet als terroristisch bestempeld. Wel beloven Zweden en Finland de YPG niet te steunen, maar dat deden ze toch al niet, althans niet militair. De meest concrete concessie is dat het wapenembargo tegen Turkije wordt opgeheven, maar dat was grotendeels symbolisch.

Ook voor de Zweden en Finnen is er uiteraard concrete winst: het Navo-lidmaatschap. Vandaar dat de Zweedse media woensdag overwegend positief waren over het akkoord.

Waarom zijn de Turken dan zo triomfantelijk?

Het gaat ze vooral om de perceptie. Ze hebben zwart op wit internationaal erkenning gekregen van hun zorgen over wat zij oprecht zien als hun belangrijkste veiligheidskwestie, de PKK. Dat mag niet worden onderschat. Daarnaast draait het, zoals zoveel in Turkije, ook om de persoon Erdogan. Hij voelde zich miskend door Joe Biden, die geen contact met hem had gezocht over de Navo-uitbreiding. Nu belde hij wel, en in Madrid hebben beide mannen elkaar gesproken. ‘Erdogan wil een persoonlijke relatie met leiders’, zegt Jenny White van het Instituut voor Turkijestudies van de Universiteit Stockholm. ‘De ontmoeting met Biden is een grote slag die hij binnenhaalt. En tv-beelden van Erdogan, omstuwd door journalisten: dat is precies wat hij wil. Een rockster.’

Hadden de Turken niet hun poot stijf kunnen houden, om meer concessies te krijgen?

Daar zouden ze niets mee zijn opgeschoten. Ze wilden waarschijnlijk niet te boek komen te staan als degenen die uitbreiding van de Navo hadden versjteerd. Ook hoopten ze volgens White het groene licht van Rusland te krijgen voor een militaire operatie tegen de Koerden in Noord-Syrië. Maar dat gaf Moskou niet, dus ook daar viel geen winst meer te behalen.

Pakt het akkoord slecht uit voor de Koerden?

Dat hangt ervan af wat wordt bedoeld met ‘de Koerden’. Van de Koerden in Turkije heeft een groot deel, soms bijna de helft, altijd op Erdogans AK-partij gestemd. Deze Koerden hebben een bloedhekel aan de PKK, dus zij zullen geen enkel probleem hebben met het akkoord. De PKK als gewapende beweging is in Turkije op sterven na dood, ook daarin komt geen verandering.

Wat de overeenkomst betekent voor de Koerden in Noord-Syrië is de vraag. Tot nu kregen zij wel politieke en humanitaire steun van met name Stockholm. Zweedse ministers spraken diverse malen met leiders van de YPG en haar politieke tak, de PYD. Zoiets zal vanaf nu lastig zijn. Ook andere Europese landen zullen wellicht extra op hun tellen passen in hun contacten met de PYD.

Ook de gevolgen voor de Koerden in Zweden en Finland zijn ongewis. In het akkoord wordt gewezen op ‘aan de PKK gelieerde organisaties’. Die zijn vooral in Zweden actief, veelal onder een ‘culturele’ noemer. Op hun bijeenkomsten hangen vaak PKK-vlaggen en portretten van PKK-leider Abdullah Öcalan. Mogelijk gaan de Zweedse en Finse autoriteiten daar strenger op toezien, maar expliciet wordt daar in de overeenkomst met Turkije niets over gezegd.