Direct naar artikelinhoud
Achtergrond

Onvrede smeult in Nederland, niet alleen onder de boeren

Burgers zien crisis op crisis op zich afkomen en het vertrouwen in de politiek is historisch laag. Sommige partijen vrezen dat de boerenprotesten slechts een voorbode zijn voor de bredere onvrede in de samenleving.

Boeren blokkeren de A1 tussen Hengelo en Deventer. Ze voeren actie tegen de stikstofplannen van het kabinet.Beeld ANP

De boerenprotesten staan niet op zichzelf, stellen oppositiepartijen in de Tweede Kamer. Ze zijn volgens hen een uiting van bredere onvrede in de samenleving. Vanavond debatteert de Tweede Kamer met premier Mark Rutte en minister Dilan Yesilgöz (Justitie) over het geweld bij de boerenprotesten. 

Maar dat debat zal weinig opleveren, denkt SP-leider Lilian Marijnissen: “Een politiek die onmachtig is om de gewone problemen van mensen op te lossen, zaait woede. Het ontbreekt aan perspectief. Voor de boeren. Voor de slachtoffers van het toeslagenschandaal. Voor de Groningers. Voor mensen die de rekeningen niet kunnen betalen.”

Dat mensen boos zijn, vindt Marijnissen daarom niet zo vreemd. Ook Kamerlid Pieter Omtzigt zegt dat de Kamer beter kan debatteren over ‘de onmacht die er is in de samenleving’. Zoals over uithuisplaatsingen van kinderen ‘waarbij de dossiers niet kloppen’. Caroline van der Plas van de BBB: “We moeten het hebben over wat er breder in de samenleving aan de hand is. En hoe we voorkomen dat dit overslaat naar burgerrellen.”

Breder onbehagen

Zijn de boerenprotesten inderdaad uiting van een breder gedeeld onbehagen? Of gooien politici alles op een hoop? Onderzoeker Josje den Ridder van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) meet aanhoudend de temperatuur van de samenleving. 

“Als je het mensen op straat vraagt, hangt alles samen. Er zijn heel veel grote crises: woningnood, de hoge energieprijzen, corona, de toeslagen, de gaswinning in Groningen, klimaat, tekorten in de publieke sector. Mensen nemen het de politiek kwalijk dat die niet worden opgelost.”

Het vertrouwen in de politiek is laag. Normaal is er een opleving na het aantreden van een nieuw kabinet, omdat mensen dan weer even fiducie hebben in die nieuwe gezichten. Maar die opleving is er dit keer amper. De slepende formatie waarin ‘partijen vooral met zichzelf bezig waren’ in tijden van crisis, heeft veel burgers cynisch gemaakt. Uit peilingen blijkt dat er ook veel begrip is voor de boeren. 

Maar of dat allemaal ook leidt tot hevige protesten, dat is weer wat anders. De Ridder: “Dat veel mensen zich grote zorgen maken over de stand van het land, wil niet zeggen dat iedereen ook een giertank wil uitstorten bij het huis van een bewindspersoon.”

De straat op

Die bereidheid om de straat op te gaan is de afgelopen jaren wel gestegen, ziet Jacquelien van Stekelenburg, hoogleraar sociale verandering en conflict aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Sinds 2009 is het aantal demonstraties in ons land volgens haar ‘aanzienlijk’ toegenomen.

“Er is veel maatschappelijke onrust,” vertelt ze. “Crisis stapelt zich op crisis. De economische crisis is nog niet voorbij of de volgende crisis begint. Tegelijkertijd daalt het vertrouwen in de politiek. Die combinatie is een voedingsbodem voor protest. Alleen is een voedingsbodem niet genoeg voor mensen om de straat op te gaan. Daarvoor heb je iemand nodig die de boel opport. En wat is er veranderd sinds 2009? De opkomst van sociale media. Sindsdien is het veel makkelijker om elkaar te mobiliseren en acties te organiseren.’’

Van Stekelenburg ziet vaak dezelfde patronen bij boerenprotesten: “Ze beginnen massaal en vreedzaam zoals vorige week in Stroe, de grootste boerenactie ooit. Maar al snel zegt een radicalere flank: dat gematigde protesteren helpt niet.” Tegelijkertijd ziet ze verschillen met vorige acties: “Dinsdag bij het protest voor het gebouw van de Tweede Kamer stonden er ook heel veel niet-boeren. Het waren anti-overheidsdemonstranten.”

Corona

Die anti-overheidsstemming bestaat al langer bij een deel van de bevolking, maar is manifest geworden tijdens de coronapandemie. En militanter. Van Stekelenburg: “Toen de pandemie was afgelopen, hielden de demonstraties niet op. Je ziet nu dat die groep aanhaakt bij ander protesten. Hun tactieken worden ook door anderen overgenomen. Zoals het belagen van hulpdiensten. Dat is echt nieuw.”

Of Nederland zich ook massaal tegen de regering zal keren door de straat op te gaan? Van Stekelenburg moet het nog zien. Doorgaans neemt de sympathie voor demonstranten rap af als er geweld bij komt kijken. De gele hesjes-beweging sloeg ook niet aan in Nederland. “Maar,” waarschuwt ze, “demonstraties hoeven niet massaal te zijn om veel impact te hebben.”