Direct naar artikelinhoud
Achtergrond

De kapper, de kok en de fietsenmaker: in Slotermeer worden bewoners uitgedaagd zich met de toekomst van de buurt te bemoeien

Geen groot bestemmingsplan, maar een aanpak waarbij bewoners betrokken worden. Creatief netwerk Cascoland experimenteert er al jaren mee; nu in de Van Deysselbuurt in aanloop naar een grote renovatie. ‘Wij dagen uit, de buurt vult het zelf in.’

De Schone Zaak in de Lodewijk van Deysselstraat, een initiatief van Cascoland, een netwerk van creatieven dat zich inzet voor duurzame en inclusieve buurten.Beeld Sander van Wettum

Het is levendig in de Lodewijk van Deysselstraat. Mensen lopen af en aan. Sommigen zijn aan het werk, anderen eten wat. Kinderen spelen op straat. Bij een aantal panden vormen zich groepjes. Gelach stijgt op, samen met de geur van vers Syrisch platbrood.

Het is hier niet altijd zo geweest. De Lodewijk van Deysselstraat in Nieuw-West was vooral een stille straat. Alleen de scooterjongens stonden buiten, op de hoek van de Burgemeester van Leeuwenlaan. Lebaid Baghdadi kan het weten, hij woont hier al meer dan twintig jaar: “Het is hier aan het veranderen. Het wordt beter.” 

Een aantal pandjes in de straat heeft opvallende namen in grote gouden letters op de gevels: de Eendagszaak, de Zaak van Smaak, de Schone Zaak en de ZelfMaakZaak. In die laatste werkt Baghdadi, hij repareert fietsen. Het zijn concepten bedacht door Cascoland, een netwerk van creatieven dat zich inzet voor duurzame en inclusieve buurten. 

In 2018 kwamen ze naar de Van Deysselstraat, in opdracht van woningcorporatie Rochdale. Volgens kunstenaar Sam Scheuermann was de vraag: ‘Wat speelt er in de buurt? Er zit een grote renovatie aan te komen. Help ons de buurt van binnenuit te leren kennen. Wat zijn waardevolle ingrediënten die we kunnen meenemen in het vormgeven van de buurt na de renovaties?’ Cascoland kreeg een van de leegstaande panden, midden in de straat, om vanuit te opereren. Rochdale vraagt alleen een bijdrage voor de servicekosten.

Het begon allemaal met de Eendagszaak. De naam verklapt een hoop: beginnende ondernemers uit de buurt kunnen het pandje gebruiken om hun zaak uit te testen. Voor niets, gewoon kijken of het loopt. En als het loopt, voor een vaste dag per week. Want aan ondernemersruimte was hier behoefte, ontdekten ze bij Cascoland.

Hoe ontdek je zoiets? Simpel. Je gaat naar de wasserette, je zet een paar strijkplanken op de stoep en je strijkt daar de was van de mensen. En dan kijken wie er op je afkomt. Ook wel: een ‘interventie’. “Strijken is een handeling die iedereen kent,” zegt Fiona de Bell, oprichter van Cascoland. “Niks geks eigenlijk, maar op een andere plek geplaatst en daardoor valt het op.” Kunstenaar Agnes Matthews, ook actief bij Cascoland, voegt toe: “Dan komen eigenlijk altijd de mensen op je af die je wilt kennen, mensen die iets willen, die nieuwsgierig zijn.”

Wensen uit de wijk

Zo leerden ze bij Cascoland over ondernemers in de buurt. Kledingverkopers, kappers, visagisten, masseurs, koks; maar zonder eigen ruimte. De Bell herinnert zich: “Een kapper, dat is interessant. Die spreekt met iedereen en kan ons helpen de buurt te leren kennen.” De kapper kreeg de ruimte in het pandje van Cascoland aan de Van Deysselstraat. 

Daarna ging het snel. Steeds meer ondernemers meldden zich. “We zeiden: we moeten terug, niet meer die rare interventies, maar we moeten ruimte geven aan deze entrepreneurs. In no time zat het vol. De vraag naar de ruimte was zo groot dat we de Eendagszaak hebben bedacht.”

Geen groots plan dus, maar meer een van-het-een-komt-het-anderbenadering, gebaseerd op de wensen uit de wijk. Geheel volgens het idee van een casco, zegt Matthews. “Een casco is een geraamte, een lege structuur waarbinnen van alles kan. We dagen een beetje uit, maar de buurt vult de ruimte, het casco, zelf in.” 

Er kwam een tweede ruimte. Het ging zo hard, volgens Scheuermann, “dat haren en textiel niet meer samengingen. Dat werd de Tweedagszaak, met daar kappers en verzorgingsspecialisten en in de Eendagszaak textielwerkers en koks.”

Tekst gaat verder onder de foto.

Fietsenmaker Lebaid Baghdadi: ‘Het is hier aan het veranderen. Het wordt beter.’Beeld Sander van Wettum

Renovaties van buurten gaan vaak gepaard met grote plannen. Op voorhand wordt het meeste al ingekleurd. Hoe gaan we de straat invullen? Welke ondernemers moeten een plek krijgen? Moet er een Hema komen? Matthews herinnert zich de ontmoeting met het brancheringsbedrijf, dat die vragen voor Rochdale moest beantwoorden. “Wij proberen eerst uit: wat is er al? Wie komt naar ons toe? Wie uit de buurt kan hier succesvol worden? We hebben gezien dat het altijd mensen zijn die heel erg verbonden blijven met de buurt. En dat het ondernemers zijn die niet alleen zaken doen, maar ook iets leveren in het sociale domein.”

Wraps en fietsen

Baghdadi staat in de ZelfMaakZaak. Hij repareert al lang fietsen voor mensen uit de buurt. Soms voor een vergoeding, soms voor niets. “Als het arme mensen uit de buurt zijn,  doe ik het voor niets. Voor kinderen ook. Die laat ik ook vaak meehelpen, ze vinden het leuk om te leren hoe alles werkt.” Baghdadi repareerde een tijdlang gewoon op straat, vertelt hij. “Buiten kun je mensen eigenlijk niet ontvangen. En als het regent kan je helemaal niks. Nu heb ik een dag per week een locatie.”

Soms is een dag per week te weinig. Voor Zina Abboud bijvoorbeeld, die haar eigen cateringbedrijf runt: Zina’s Kitchen. Vandaag maakt ze wraps met za’atar, een soort hartige pasta. “Mijn eigen recept,” zegt ze trots. “Ik kook vooral uit de Syrische keuken. Mijn eten is mijn manier om te vertellen over mijn cultuur.”

Tekst gaat verder onder de foto.

Zina Abboud (rechts) van Zina’s Kitchen: ‘Mijn eten is mijn manier om te vertellen over mijn cultuur.’ Alle foto’s zijn gemaakt tijdens het evenement Open Straat waarbij de vier Maakzaken voor het eerst werden gepresenteerd aan het publiek. Open Straat is onderdeel van Common In, een publieksprogramma over kunst en samenleving, georganiseerd door stichting Commons Network en kunstnetwerk Taak.Beeld Sander van Wettum

In 2015 kwam Abboud uit Syrië naar Nederland en kreeg ze een woning toegewezen in de Lodewijk van Deysselstraat. Haar eerste klus in Nederland was bij Cascoland: Syrisch brood bakken voor de buurt. Inmiddels kookt ze voor de gemeente, de Melkweg en het Rijksmuseum. Maar de afgelopen twee jaar waren moeilijk, door corona. Nu is Zina’s Kitchen terug in de straat, en organiseert Abboud weer activiteiten in de buurt. Belangrijk, vindt ze: “Want dan zullen zij je meer steunen en kun jij hen meer steunen.”

Meer dan ondernemerschap

Vier Maakzaken in de straat voor vier ambachten: voedsel, textiel, verzorging en reparaties. Dat is in elk geval het idee. De namen in gouden letters staan er al, maar of de zaken er permanent gaan komen, is de vraag. Het is afhankelijk van de gesprekken met Rochdale. 

De Bell, Matthews en Scheuermann zien genoeg aanknopingspunten, vooral op het gebied van zorg. “Zorg is een belangrijk punt in de renovaties van deze wijk,” zegt Scheuermann. “Rochdale wil een plek inrichten met alle zorginstellingen bij elkaar. Wij willen daar informele zorg aan toevoegen, als schakel naar de formele zorg.”

Die informele zorg is er al, in de Eendagszaak en de Maakzaken. Het is veel meer dan ondernemerschap, vertellen ze. Baghadi die af en toe gratis een fiets maakt en kinderen leert sleutelen. Abboud die met buurtactiviteiten en workshops meer verbinding creëert. Maar ook kappers die tussen het knippen door vragen naar de gezondheid van de mensen en hun familie.

In de Eendagszaak werden lang abaja’s verkocht, chique jurken in Arabische stijl, door buurtondernemer Ilham Grinate (tevens oprichter van Stichting Buurtmoeders MoedersKracht, partner van Cascoland). Ze had ook een grote koffietafel staan, om aan te praten. “In de afgelopen jaren hebben we gezien dat alle ondernemers die succesvol zijn een informele zorgfunctie hebben,” zegt Scheuermann. “Klanten komen voor de abaja maar ook met zorgvragen: ik heb dit probleem met mijn zoon en zijn school, of deze belastingbrief begrijp ik niet. Die mensen komen naar de winkel in plaats van naar een formele zorginstelling.”

Wederkerigheid

Even verderop, in de Schone Zaak, zijn Aicha Attaimoum en Imre Kleinlugtenbelt (betrokken bij Stichting Doen Doet) druk bezig. Een gezichtsbehandeling voor mevrouw, een knipbeurt voor meneer. Prijs: een paar stukken fruit. Volgens Kleinlugtenbelt is het een manier om contact te maken met de buurt. En het werkt, zegt ze, ook om vertrouwen en relaties op te bouwen. Attaimoum geeft een voorbeeld. “Ik had net een mevrouw in de stoel en ik zie een vlek in haar nek. Ik vraag: verandert die? Ben je weleens naar de huisarts geweest? Toen ze wegging zei ze: ik neem volgende keer weer wat fruit mee en dan vertel ik hoe het bij de huisarts was.”

Wederigheid is een sleutelwoord in de straat. “Jij doet iets voor mij en ik doe een keer iets terug voor jou. Dat zijn we niet meer gewend in de westerse samenleving,” zegt Kleinlugtenbelt. Ze laat een foto zien van een reclame voor Mindler, een app voor online therapie. “Voor mij is dit echt het toppunt van de individualistische samenleving. Als je uitgaat van het principe van wederkerigheid, heb je dit echt niet nodig. Als jij niet goed in je vel zit, heb je een straat als deze nodig, dat denk ik echt.”