Direct naar artikelinhoud
Exclusief

Halsema bezoekt voormalige plantage bij Paramaribo: ‘Ik schaam me als ik zo’n keten om moet doen’

Burgemeester Femke Halsema in Frederiksdorp.Beeld Coco Duivenvoorde

Het bezoek van burgemeester Femke Halsema aan Frederiksdorp, een voormalige koffie- en cacaoplantage nabij Paramaribo, illustreerde hoe herdenken van het slavernijverleden een individuele beleving is. ‘Wij laten onze visie op de slavernij niet koloniseren.’

Een bezoek aan plantage Frederiksdorp kan niet anders dan binnenkomen. Een groot spandoek met het fort van Ghana. Een boot in. Vier meter verder zogenaamd aankomen in Suriname. Geketend worden. Vijf meter wandelen met een arm die vastzit. Dan een brandmerk in de vorm van een stempel krijgen bij het denkbeeldige waaggebouw in Paramaribo, het pand waar slaven werden vastgehouden tot ze verkocht werden.

Slaven, ja, niet tot slaaf gemaakten. Zo zegt de reisgids het tijdens de Boni Trail in Frederiksdorp, een voormalige koffie- en cacaoplantage aan de oever van de Commewijnerivier in Suriname. Dat men tegenwoordig in Nederland tot slaaf gemaakten zegt, wil niet zeggen dat dit ook in Suriname het geval moet zijn, zo wordt later uitgelegd.

De reis levert bij de Nederlandse delegatie van circa tien man, onder aanvoering van burgemeester Femke Halsema, een gevoel van ongemak op. Het ketenen, een brandmerk, het met een bootje varen en vervolgens door de jungle moeten wandelen om de geschiedenis van de 18de-eeuwse vrijheidsstrijder Boni te leren: het is allemaal wel erg expliciet.

De wandeling is bedacht door Sirano Zalman (60), eigenaar van Frederiksdorp. De voormalige plantage dient tegenwoordig als luxueus resort, waar ook ruimte moet zijn voor de pijnlijke geschiedenis. Twee jaar heeft Zalman gewerkt aan de Boni Trail, begin mei is deze middels een uitgekapt wandelpad in de jungle geopend.

De dood van Boni

De tocht voert verder de jungle in, richting plantage Barbakoeba, die van Boni’s moeder. Ook zij is een held en dat mag verteld worden, vindt Zalman. Vrouwen worden in de geschiedenis vaak genoeg overgeslagen. Als verstoten vrouw van een Nederlandse plantage-eigenaar had Awitya, zoals Boni’s moeder volgens de orale overlevering heet, de kracht om hoogzwanger het bos in te vluchten.

Sirano Zalman: ‘We zijn uiteindelijk met hetzelfde bezig en proberen een beladen geschiedenis een plek te geven.’Beeld Coco Duivenvoorde

De gids verhaalt verder over Boni’s geboorte in ongeveer 1730, dat hij leider werd van het verzet tegen de kolonisten, over de overvallen op de plantages en over de militairen die hem zochten. Het Nederlandse gouvernement besteedde grote bedragen aan de jacht op Boni, die op tragische wijze stierf in 1793: hij werd in zijn slaap vermoord door Ndjuka-leider Bambi, iemand die sympathie had voor Boni’s strijd, maar de vrede met het Nederlandse gouvernement niet op het spel wilde zetten.

De Nederlandse delegatie krijgt maar flarden van het verhaal mee. Het is drassig, kreken moeten via kleine houten planken worden overgestoken en de wierook houdt maar beperkt de muggen weg. De gids is voor de mensen achteraan onverstaanbaar, want de groep is simpelweg te groot: ook het Surinaamse jeugdjournaal, een fotograaf en Helmut Gezius, lid van het Surinaamse Nationaal Comité Slavernijverleden, zijn aanwezig. 

‘Als een Disneytour’

Aan het einde van de wandeling staat een tafel met stoelen – om na te praten. Halsema, op  Zalmans vraag wat de deelnemers ervan vonden: “Laat ik maar gewoon eerlijk zijn. Ik heb er moeite mee dat het tot een belevenis wordt gemaakt. Daarvoor vind ik de geschiedenis te gruwelijk. Ik schaam me als ik zo’n keten om moet doen: juist omdat er geen vergelijking mogelijk is. Het geeft geen recht aan het leed.”

‘Als een Disneytour’
Beeld Coco Duivenvoorde

De burgemeester krijgt steun van Tim Sabajo, oprichter van kledingbedrijf Patta, die ook namens Amsterdam mee is. “Nu komt het een beetje over als een Disneytour. Dat is dit niet. Het is beledigend zoals Ghana is afgebeeld. We snappen de goede bedoelingen, maar dit verhaal moet verteld worden in een museumachtige of gesloten ruimte.”

De spanning aan tafel is voelbaar. Zalman: “In Nederland gaat het alleen maar over slavernij en over schuld: over terugbetalingen en verontschuldigingen. Niet alleen onder de witten, maar ook bij de zwarte Nederlanders. Wij hebben hier nadrukkelijk gekozen de slavernij te brengen vanuit het Surinaamse perspectief: wij die zijn gebleven. De nawerking van de slavernij is in Suriname anders dan in Nederland.”

Koloniale tijd

Het Amsterdam Museum kwam langs om mee te denken over de Boni Trail, net als vooraanstaande onderzoekers uit Suriname en kenners van de orale geschiedenis uit de Boni- en Aukanerstam. Ook onderzoekers van de Hogeschool van Amsterdam en studenten van de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht en kunstacademie ArtEZ waren betrokken.

Volgens Zalman is het effect van de wandeling op geboren en getogen Surinamers anders: “De geschiedenis die wij hebben is bijna voor honderd procent gevormd door de koloniale tijd. Wij in Suriname moeten denken over slavernij zoals men in Nederland denkt, maar daar distantiëren we ons principieel van. Wij laten onze visie op de slavernij niet nog eens koloniseren.”

De Boni Tour voert door de jungle rond Frederiksdorp.Beeld Coco Duivenvoorde

Halsema en Sabajo vragen zich af hoe de pijn die Surinaamse Amsterdammers voelen in verhouding staat tot Suriname. Zalman, verzoenend: “We zijn uiteindelijk met hetzelfde bezig en proberen een beladen geschiedenis een plek te geven. Jullie proberen die te verwerken aan die kant van de oceaan en wij aan deze kant van de oceaan. Ik denk dat de boodschap op dit moment is dat we het samen moeten doen en niet dat Nederland ons wederom komt vertellen hoe.”

Pretparken

Gezius, van het Surinaamse Nationaal Comité Slavernijverleden, vindt er wel wat van – als iemand het hem op de terugweg vraagt. “Iedereen heeft een beetje gelijk in zijn of haar werkelijkheid. Van mij had er nog wel meer interactie mogen zijn, zodat mensen zich nog beter kunnen inbeelden wat er op plantages is gebeurd. Dat werkt zeker goed voor onze jongeren.”

Gezius is naast Zalman de enige geboren en getogen Surinamer in de groep. De disneyficatie vindt hij maar een cultureel imperialistische gedachte. In Suriname zijn er geen pretparken; hier kent men dat begrip of gevoel helemaal niet. Gezius: “Boni is hier als Superman. Deze wandeling is geen belediging. We weten uit boeken van jongs af aan hoe het is om geketend te zijn. Als ik zie hoe de Nederlandse delegatie dat ervaart, raakt het mij ook. Het laat zien wat voor een gruwel de geschiedenis voor ons allemaal is.”

Amsterdamse delegatie in Suriname
Burgemeester Femke Halsema kwam deze week naar Suriname om de banden aan te halen, nadat zij samen met de Surinaamse president Chan Santokhi vorig jaar een nieuwe samenwerkingsovereenkomst had ondertekend, elf jaar na de beëindiging van de vorige. 

In de periode 2002-2010 begon Amsterdam 74 projecten in Suriname en stak het circa 2 miljoen euro in de samenwerking. De stad stuurde destijds diverse deskundigen naar Paramaribo voor projecten op gebieden als woningbouw, restauratie, waterleiding en riolering, haven, marktwezen, volksgezondheid en onderwijs.

In de woorden van de burgemeester moet de hernieuwde samenwerking er een zijn van wederzijdse interesse en respect, waarbij het gaat om een gelijkwaardige kennisuitwisseling. GGD en Waternet waren ook mee om te spreken over klimaatverandering en de bestrijding van soa’s. Het Stadsarchief ondertekende met het Nationaal Archief Suriname een overeenkomst om nauwer samen te werken.

Het Amsterdamse kledingbedrijf Patta zat ook in de delegatie. Als jonge ondernemer kijkt Tim Sabajo wat hij voor zijn land van herkomst kan betekenen met zijn stichting, bijvoorbeeld door te kijken of het lukt om jongeren en vrouwen te stimuleren die een bedrijf willen opzetten.

Later moet duidelijk worden wat Amsterdam precies met de samenwerking voor ogen heeft.