Direct naar artikelinhoud
Reportage

Nederlanders krijgen Oekraïners te eten: ‘We hebben het Chicken Kyiv-recept een beetje aangepast: Chicken Bilthoven’

Stichting Eet Mee koppelt inwoners van Nederland aan Oekraïners om samen een avond te eten. Zo maakte een echtpaar uit Bilthoven onlangs Chicken Kyiv voor Hlafira en haar dochter Varvara. ‘Een microscopische bijdrage, maar misschien is het fijn voor ze.’

De familie Terheggen uit Bilthoven heeft twee Oekraïense vluchtelingen te eten.Beeld Raymond Rutting / de Volkskrant

Ze hebben hun gasten nooit eerder ontmoet. En toch zitten ze nu onder het gestreepte zonnescherm van hun bakstenen villa in een lommerrijke wijk van Bilthoven. Philippe Terheggen (64) en Cécile van Els (60) nippen van een alcoholvrij biertje, de Oekraïense moeder en dochter tegenover hen drinken water en ijsthee.

‘We gaan straks Chicken Kyiv maken’, zegt Terheggen als de eerste aftastende vragen en antwoorden achter de rug zijn. ‘We hopen dat jullie ons erbij kunnen helpen.’

Hlafira Sydortsjenko (42), tot twee maanden geleden inwoner van de Oekraïense hoofdstad waarnaar het gerecht vernoemd is, moet erom lachen. ‘That is very, very difficult’, zegt ze over het recept van gepaneerde kippenborst gevuld met boter, peterselie en knoflook. ‘Ik heb het zelf nog nooit gemaakt.’

De vogels kwetteren, de grasmaairobot staat na gedane zaken geparkeerd in een hoekje van het gazon, het grote  groene barbecue-ei blaast wolkjes rook de avondlucht in.

‘We hebben het recept wel een beetje aangepast’, zegt Van Els. ‘We noemen het: Chicken Bilthoven.’

Samen koken

Het etentje in Bilthoven kwam tot stand na bemiddeling van Stichting Eet Mee, die al sinds 2009 onbekenden samenbrengt rond de keukentafel. De doelgroep is breed, vertelt directeur Annelies Kastein: iedereen die nieuwe mensen wil leren kennen. Via de website worden etentjes aangeboden, waarop mensen kunnen reageren. ‘Ik denk dat we al twaalfduizend matches gemaakt hebben.’

Toen een jaar of zes geleden veel Syriërs het land in kwamen, ging de stichting buiten de website om etentjes organiseren voor Utrechters die wilden kennismaken met een vluchteling. Onlangs ontstond het plan iets soortgelijks voor Oekraïners op te zetten. ‘We kregen vragen van mensen die geen vluchteling in huis kunnen of willen nemen’, zegt Kastein, ‘maar wel graag een etentje willen aanbieden.’ Zo ontstond het initiatief Oekraïners Aan Tafel.

Het concept is simpel, vertelt Kastein. Van de Nederlandse deelnemers weten ze hoeveel volwassenen en kinderen er aan tafel zullen zitten en hoe oud de kinderen zijn, voor de Oekraïense gezinnen geldt hetzelfde. ‘Verder is onder andere bekend of de Oekraïners het leuk zouden vinden samen te koken, of ze bezwaar hebben tegen eventuele huisdieren en of ze thuis opgehaald moeten worden.’

Er zijn inmiddels circa vijftig matches geweest door heel het land. De meeste deelnemers zijn enthousiast, blijkt uit de reacties in evaluatieformulieren. ‘In cijfers krijgen we gemiddeld ruim een 9’, zegt Kastein.

Machteloosheid

Philippe Terheggen – nu zelfstandig adviseur, voorheen onder meer directeur bij uitgeverij Elsevier – vertelt dat hij en zijn vrouw zich hebben aangemeld vanuit een gevoel van machteloosheid. Ze wilden iets betekenen voor de vluchtelingen uit Oekraïne, maar wisten niet goed wat.

‘Met vrienden hebben we de afgelopen maanden onderzocht of we in Bilthoven of Utrecht een woning konden huren waarin een Oekraïens gezin zou kunnen wonen’, vertelt hij. ‘Ik heb ik weet niet hoeveel mensen gebeld, maar het is niet gelukt. Zelfs niet op een huisjespark.’

Toen ze via de gemeente De Bilt hoorden over het initiatief van Stichting Eet Mee, besloten ze zich aan te melden. ‘Het is slechts een microscopische bijdrage’, zegt hij. ‘Maar misschien is het fijn voor ze.’

Een paar weken na hun inschrijving kregen ze de gegevens van Hlafira Sydortsjenko en haar 18-jarige dochter Varvara, die sinds half maart samen met hun hond in een hotel in De Bilt wonen. Een afspraak bleek gauw gemaakt. 

Placemats

Terheggen pikt moeder en dochter op deze zondagmiddag op bij het hotel. Na een rit van 10 minuten, waarbij al gauw blijkt dat beide vrouwen goed Engels spreken, komen ze bij zijn huis aan. Cécile van Els, die bij het RIVM werkt en als hoogleraar vaccinologie verbonden is aan Universiteit Utrecht, staat hen al op te wachten. In de keuken wijst ze naar het krijtbord, waarop ze in het Oekraïens ‘Welkom’ hebben geschreven. Daarna wisselen ze kleine cadeautjes uit.

Ze nuttigen een eerste drankje onder het zonnescherm en duiken daarna met z’n allen de keuken in om de maaltijd voor te bereiden. Naast Chicken Kyiv staan er ook sjasliek, groene couscoussalade en Nederlandse asperges op het menu. Varvara schilt de peren voor een tarte tatin aux poires.

Tegen half zeven zet Van Els de kippenborst op tafel, waarna ze besluit nog een paar katoenen placemats uit te delen. Sydortsjenko kijkt er even naar en legt het ding dan op haar schoot. Haar dochter doet hetzelfde. Totdat ze even later zien dat Philippe en Cecile de placemats onder hun bord hebben gelegd. Ze grinniken erom.

Ontspannen

Als ten slotte de perentaart uit het barbecue-ei komt, is het tijd de balans op te maken. Wat vonden ze van deze ontmoeting, waarbij ze spraken over de situatie in Oekraïne, de vlucht naar Nederland, de mensen die ze achter moesten laten en allerhande andere onderwerpen – en waarbij Varvara onder het zonnescherm drie liedjes zong?

‘De tijd vloog’, zegt Hlafira Sydortsjenko. ‘De sfeer was ontspannen en ik vind het fijn mensen te leren kennen in dit land waar we misschien nog lang moeten blijven. Ik ben heel dankbaar.’

‘Ik ben blij dat jullie een fijne avond hebben gehad’, zegt Terheggen. ‘Jullie zijn sterke en aardige mensen.’

‘Daar ben ik het mee eens’, zegt Van Els. ‘Jullie waren fantastische gasten.’

Rond 21 uur brengen ze moeder en dochter terug naar het hotel. Maar niet dan nadat ze hebben afgesproken contact te houden. Onderweg eten ze nog een ijsje.