Direct naar artikelinhoud
Exclusief

Goos Jan Doorn (1954-2022): de portier van de Roxy met de grote bek en het kleine hart

Goos Jan DoornBeeld Lin Woldendorp

Onverwacht overleed vorige week portier Goos Jan Doorn. Van 1987 tot 1999 stond hij aan de deur van de Roxy, de Amsterdamse club met het notoir strenge deurbeleid.

In 2009, tien jaar na het afbranden van de Roxy, nam Goos Doorn in een filmpje van kunstenaar Gerald van der Kaap nog eens de rol van portier van de club op zich. Telkens weer die op een kier gezette deur en dan Goos die in plat Amsterdams iets zei als: ‘Tsss, met die schoenen ken je d’r echt niet in, hoor.’

Of met luide stem: ‘Mensen, we zitten helemaal vol, er kennen zelfs geen leden meer bij. Ik blijf rustig, maar ­opsodemieteren allemaal nu, anders kom ik naar buiten!’ Poeslief kon ook: ‘Hee schatjes, zijn jullie met zijn tweeën? Geen mannen om de hoek? Kom maar gauw binnen dan.’

Van 1987 tot 1999 stond Doorn aan de deur van Roxy, meestal samen met zijn vijf jaar jongere broer Remco. De club, waar dance zijn Nederlandse ­zegetocht begon, voerde een berucht streng deurbeleid. Al die mensen die niet binnenkwamen, konden Doorns bloed wel drinken (de deur is zelfs eens beschoten), maar Roxyhabitués kenden hem als een toffe vent.

Doorn was hij er een van het type ‘grote bek, klein hartje’. Zo bot als hij aan de deur van de Roxy kon zijn, zo getapt was hij meestal binnen. Altijd in voor een geintje, altijd vol goede verhalen. Goos, zoals iedereen hem kortweg noemde, hoorde net zozeer bij de Roxy als dj’s Eddy de Clercq en Joost van Bellen.

Donderdag overleed Goos Jan Doorn op 68-jarige leeftijd. Hij voelde zich al een paar weken niet lekker en had de laatste dagen van zijn leven griep met koorts, maar voor zijn nabestaanden kwam zijn dood volkomen onverwacht. Onderzoek moet uitwijzen waar Doorn, die elke dag trainde in de sportschool, aan is overleden.

Klassiek rood nest

Hij werd geboren in Amsterdam, in wat zijn broer Remco een ‘klassiek rood nest’ noemt. Later verhuisde het gezin naar Abcoude, waar Goos in de jaren zeventig al portier was bij het plaatselijke jeugdcentrum. “Toen daar een keer de Hell’s Angels naar binnen wilden, werkte Goos een van die gasten, die een wapen trok, met een judogreep tegen de grond.”

School was volgens Remco niet ­besteed aan Goos. “Hij was een heel druk jongetje en had een probleem met autoriteit. Op de IVKO, toch geen strenge school, hield hij het maar een paar jaar vol. Toen werd hij, op zijn vijftiende al, badmeester in het Sportfondsenbad Oost. Vanaf 1983 combineerde hij het met zijn werk als portier van Paradiso.”

Al bij Paradiso stonden Goos en Remco vaak samen aan de deur. Vooral bij reggae-avonden en concerten die skinheads trokken, kon het er ruig aan toegaan. Bij een door diskjockey Eddy de Clerq in Paradiso ­georganiseerde avond stonden de broers in smoking bij de ingang. De dj was er zo van gecharmeerd dat hij zei: “Als ik nog eens een eigen club begin, dan wil ik jullie als portiers.”

De Clerq hield woord toen in 1987 de Roxy openging, de club waarvan hij een van de oprichters was. Erg veel hadden de broers er aanvankelijk niet te doen; de club ging pas echt lopen toen in de zomer van 1988 house­muziek voet aan de grond kreeg. ­Plotseling werd de zaak aan het ­Singel avond aan avond bestormd door dans­lustigen.

Alles mocht

In de Roxy mocht alles, behalve – in de woorden van huisdiskjockey Joost van Bellen – homo’s lastigvallen en vrouwen in hun kont knijpen. Goos en Remco Doorn voelden meestal wel aan wie wel en niet in de club thuishoorden. Bij twijfel waren er controlevragen.

In deze krant herinnerde Goos Doorn zich in 2019: ‘Dan vroeg je zo’n jongen die naar binnen wilde: ben je op zoek naar een lekker wijf? Zei hij Ja! Ja! Ja!, dan was het: moet je niet hier zijn, maar aan de overkant in Odeon. Dááag!’ Vermoedde hij een lichte vorm van homofobie, dan zei hij: ‘Jammer voor je, het is vanavond toevallig nét homoavond.’

Doorn was er ook bij toen in 1999 de Roxy in vlammen opging. Met tranen in de ogen zag hij de voormalige bioscoop, waar hij als jongen samen met zijn opa nog The Sound of Music had gezien, afbranden. Na de Roxy was hij onder meer personal trainer en begeleidde hij gepeste kinderen.