Direct naar artikelinhoud
Exclusief

Bewoners Heintje Hoekssteeg willen hek om rust terug te brengen: ‘Het is elke nacht bal’

Heintje Hoekssteeg. ‘Nu het toerisme weer op gang is gekomen, zijn ook de dealers terug.’Beeld Jakob van Vliet

De bewoners van de Heintje Hoekssteeg zijn de nachtelijke overlast van dealers en gebruikers zat. Een hek moet de rust terugbrengen. 

Het is kenmerkend voor de belabberde omgangsvormen in het drugsmilieu dat er nooit een bosje bloemen, een boekenbon of een zelfgebakken appeltaart wordt achtergelaten als dank voor het gebruik van de steeg. In plaats daarvan vinden de bewoners van de Heintje Hoekssteeg elke ochtend bij het verlaten van de woning allerlei resten van de nachtelijke handel en gebruiken: verpakkingen, ampullen en spuiten, met als onverkwikkelijke bonus soms zelfs een menselijke bolus.

“Het is twee jaar rustig geweest,” zegt bewoner Lennard Roubos. “Maar nu het toerisme weer op gang is gekomen, zijn ook de dealers terug. Het is elke nacht bal.” De Heintje Hoekssteeg, eeuwenoude verbinding tussen de Oudezijds Voorburgwal en de Warmoesstraat, is voor handelaren en gebruikers een favoriete afwerkplek. Roubos maakt elke ochtend een ronde om de ergste troep op te ruimen, een bezigheid die hem de officieuze titel van ‘steegmeester’ heeft opgeleverd.

Stanleymes

Steegmeester is een mooie titel, die de nodige verantwoordelijkheden met zich meebrengt. Het behoort tot het takenpakket van de steegmeester om de geveltuinen af te lopen op zoek naar de bewijzen van een onrustige nacht. Vandaag bestaat de vangst uit onder meer een stanleymes, een half verorberde plak gorgonzola en een leeg damestasje. “Ik vind geregeld pasjes uit portemonnees die worden weggegooid. En vorige week had ik een 3D-bril in de struiken.”

Vanwege het toenemen van de overlast, luidt de steegmeester nu de noodklok. “Het bijzondere van deze steeg is dat er mensen wonen. Er zijn een kleine vijftig appartementen, waar gezinnen met kinderen wonen, en alleenstaande vrouwen. Het is niet prettig als je ’s avonds de deur open doet, en er een junk op de stoep zit. We proberen de veroorzakers van de overlast aan te spreken, maar ook de agressie neemt toe. Het gevoel van onveiligheid is groot.”

Er is contact geweest met de politie, die heeft toegezegd wat vaker in de steeg te komen kijken. Roubos: “Dat gebeurt ook. We kregen verder het advies de trappen met groene zeep in te smeren of geregeld te besproeien met ijskoud water. Daar schijnen de junks een hekel aan te hebben. Maar om nou elke dag de trappen nat te spuiten, dat gaat me ook weer wat ver. Ik heb ook nog de geveltuinen om voor te zorgen.”

Meerderheid bewoners voor hek

Een oplossing voor de problemen kan een hek zijn, waarmee de steeg ’s avonds en ’s nachts kan worden afgesloten. En dat is precies waar de bewoners om hebben gevraagd bij de gemeente. “We hebben als bewoners in januari een bijeenkomst gehouden,” vertelt George Hulshof, die een stukje verderop in de steeg woont. “Er zijn ook bewoners die liever geen hek zien komen, maar de overgrote meerderheid was voor.”

Het stadsdeel is geen voorstander. Dat heeft ook te maken met het museum Ons’ Lieve Heer op Solder dat om cultuurhistorische redenen bezwaar maakt tegen de afsluiting. Een beetje flauw, vindt Roubos. “Het museum doet om 6 uur de deur dicht. Dan moet de overlast nog beginnen. Tijdens de restauratie van het museum is de steeg anderhalf jaar volledig afgesloten geweest. Daar heeft niemand over geklaagd. Het zou de directie sieren om nu met ons mee te denken.”

Om de bewoners tegemoet te komen, is afgesproken dat de Heintje Hoekssteeg wordt opgenomen in het plan van aanpak van de gemeente voor een kleine twintig stegen in de binnenstad. Per steeg wordt, in overleg met bewoners en ondernemers, bekeken welke maatregelen nodig zijn om de overlast te verkleinen. Hulshof: “Dat kan van alles zijn, van camerabewaking tot extra handhaving.” Steegmeester Roubos: “Of een hek, die optie blijft ook nadrukkelijk open.”

Open of dicht? 

De stegen in de Amsterdamse binnenstad waren honderden jaren lang een favoriete plek om ’s nachts de blaas te legen, ontucht te bedrijven of de roes uit te slapen, maar in de jaren tachtig van de vorige eeuw was de maat plotseling vol. Dat had alles te maken met de nieuwe functie van de Zeedijk en omgeving als verzamelplaats voor handelaren in heroïne en hun klanten. De stegen waren ideale vluchtwegen voor wie uit de handen van de druk jagende politie moest zien te blijven.

Met de opknapbeurt van de Zeedijk verdween een groot deel van de narigheid, en na de eeuwwisseling gingen stemmen op om de stegen als waardevol onderdeel van de historische binnenstad weer open te stellen. Die stemmen behoorden met name toe aan cultuurhistorici en bestuurders. De bewoners van de stegen vreesden vooral voor een terugkeer naar de verloedering. Bij een enquête van het stadsdeel in 2007 verklaarden 98 procent van de ondervraagde bewoners faliekant tegen de openstelling te zijn.

Weer vijftien jaar later levert dat nog steeds een gemengd beeld op. De inspanningen van het stadsdeel om stegen en straatjes in elk geval overdag toegankelijk te maken, leidde in enkele gevallen tot resultaat. In mei 2018 bijvoorbeeld, ging het Wijngaardsstraatje overdag open voor publiek. Eerst op proef, daarna definitief. Het blijft een punt van aandacht, verzekert een woordvoerder, om samen met bewoners te zoeken naar de balans tussen veiligheid en leefbaarheid enerzijds, en toegankelijkheid van de binnenstad anderzijds.