wielrennen

Alpecin-Fenix wordt vanaf Tour de France Alpecin-Deceuninck

Mathieu van der Poel (tweede van rechts) met Dries De Bondt (rechts) en twee ploegmaats aan de start van de Giro-etappe in Napels. ©  isopix

Er is verandering op til bij Alpecin-Fenix. Het team van onder meer Mathieu van der Poel, Tim Merlier en Jasper Philipsen gaat vanaf 1 juli door het leven als Alpecin-Deceuninck. Fenix blijft sponsor, maar zal niet langer in de ploegnaam staan.

sfj, jswk

De vorige drie seizoenen was Deceuninck cosponsor van Quick-Step, maar Patrick Lefevere besloot vorige zomer om de samenwerking met het West-Vlaamse bedrijf niet te verlengen. Sinds dit jaar is Deceuninck sponsor van Alpecin-Fenix en is de naam van het bedrijf onder meer op de rennersbroeken te zien.

Op de rustdag van de Ronde van Italië maakte het team van de gelegenheid gebruik om de verandering van de naamsponsor aan te kondigen. Christoph en Philip Roodhooft deden dat samen met Bart Peters, hoofd Marketing en Communicatie bij Deceuninck. Tijdens de Ronde van Frankrijk (1 - 24 juli) zullen de renners voor het eerst met de nieuwe naam op de truitjes rijden.

Eindelijk WorldTour

Naast de naamsverandering kondigde het team van de broers Roodhooft ook aan dat het in 2023 de overstap naar de WorldTour zal zetten. Momenteel is Alpecin-Fenix nog een ProContinentale ploeg. Gezien de prestaties van de afgelopen jaren kon de stap naar de WorldTour niet langer uitblijven.

‘Ik denk dat dit een logische stap was’, reageerde Mathieu van der Poel, die op de rustdag zijn traditionele persconferentie gaf. ‘Het geeft ons niet meer die druk om telkens de ProTour te moeten winnen. Maar ik had er vertrouwen in dat we er in grote wedstrijden altijd bij zouden zijn. We groeien al enkele jaren naar dat niveau toe, we horen thuis op dat niveau.’

‘Het is een mooie stap, vooral ook voor de broers Roodhooft die daar veel mee bezig zijn. Voor mij verandert er niet veel, maar het is misschien interessanter om renners binnen te halen die geen stap terug willen zetten naar een ProContinentale ploeg.’