Het dwangbevel en de verzetprocedure bij bedrijfstakpensioenfondsen uiteengezet

Het dwangbevel en de verzetprocedure bij bedrijfstakpensioenfondsen uiteengezet

De verplichting tot betaling van pensioenpremie rust op iedere werkgever die werknemers in dienst heeft die tot deelneming in een bepaald bedrijfstakpensioenfonds verplicht zijn. Wat zijn de mogelijkheden voor bedrijfstakpensioenfondsen om de premie en aanverwante bedragen in te vorderen via een dwangbevel als betaling uitblijft — en welke wettelijke eisen zijn daarop van toepassing? Wat valt er te doen als een dwangbevel eenmaal is betekend? Is sprake van een verzetprocedure zoals na een veroordeling bij verstek, een gewone dagvaardingsprocedure, of betreft dit een procesrechtelijke exoot?