Direct naar artikelinhoud
nieuws

Oproep aan olympiërs: vraag aandacht voor Oeigoeren middels een speciaal handgebaar

Een open, half gebogen hand, uitgestoken alsof die de volle maan wil grijpen. Met dat gebaar kunnen topsporters op de Olympische Winterspelen in Beijing hun solidariteit betuigen met slachtoffers van de mensenrechtenschendingen in China. Chinese Oeigoeren in de diaspora en andere activisten roepen daartoe op met de campagne Score4Rights2022.

De activisten hopen dat het gebaar net zo iconisch wordt als de gebalde vuist uit 1968.Beeld Tijmen Snelderwaard

Inspiratie vonden ze in de actie van twee zwarte Amerikaanse atleten op de Spelen van 1968 in Mexico, zo zeiden ze vorige week bij de presentatie van de campagne op Youtube. Tommie Smith en John Carlos staken op het erepodium van de 200 meter sprint een vuist met zwarte handschoen in de lucht. Dat werd opgevat als een Black Power-groet. Smith zei later dat het om de mensenrechten in het algemeen ging.

Het Black Power-gebaar van de zwarte Amerikaanse atleten Tommie Smith (eerste plaats) en John Carlos (derde plaats) tijdens de Olympische Spelen van Mexico in 1968.Beeld NCAA Photos via Getty Images

Ook Score4Rights benadrukt dat het handgebaar geen politiek protest is en strookt met de humanitaire grondslagen van de Olympische Spelen. ‘Wij onderschrijven de olympische beginselen’, zegt Idris Ayas, een Oeigoerse jurist in Istanbul. ‘Het gaat ons louter om de mensenrechten.’

Toch raakt de actie aan de politieke werkelijkheid. Aan de orde is de onderdrukking van minderheden als Oeigoeren, Tibetanen, Zuid-Mongoliërs en democratische activisten in Hongkong en de Volksrepubliek. ‘De Spelen bieden een unieke kans om de aandacht van de wereld te vestigen op het schenden van de mensenrechten door China’, zegt Ayas.

Het is volgens hem niet per se de bedoeling dat deelnemers het handgebaar maken op het erepodium. ‘Het kan ook gebeuren tijdens de openingsceremonie, of waar en wanneer dan ook.’

Nog geen toezegging

Score4Rights benadert individuele topsporters en nationale olympische comités, maar heeft tot nu geen toezegging van sporters dat zij aan de oproep gevolg geven. Mogelijk zal dat pas blijken in Beijing, op het moment dat het gebeurt. De groep vraagt de sporters niet de Spelen te boycotten. ‘We hebben niets tegen een boycot’, zegt Ayas, ‘maar we beseffen hoe belangrijk de Spelen zijn voor sporters. Zo’n kans krijgen ze vaak maar één keer in hun leven.’

Eerdere oproepen tot een boycot van de Winterspelen in China hadden in zoverre resultaat, dat diverse westerse landen besloten geen diplomatieke vertegenwoordiging te sturen. Onder meer de VS, Canada, Groot-Brittannië en Australië blijven weg; Nederland gaat wel.

Campagnebeeld van #Score4Rights2022.

Human Rights Watch (HRW) steunt de actie van Score4Rights. De oproep tot het maken van een handgebaar werd door HRW geretweet. ‘Een geweldig idee’, zegt Sophie Richardson, directeur China van de mensenrechtenorganisatie. ‘Het past bij de vrijheid van meningsuiting waar ook sporters volledig recht op hebben.’

HRW belegde vorige week een online persconferentie, waarop enkele deelnemers aan vorige Olympische Spelen een interessante draai gaven aan het boycot-debat. Zij legden de bal bij het Internationaal Olympisch Comité (IOC) en de nationale olympische comités. Volgens hen bieden die de sporters onvoldoende bescherming als zij gebruik willen maken van hun recht op meningsuiting. Integendeel, de officials proberen de deelnemers in feite de mond te snoeren.

‘Valse keuze’

De vraag ‘wel of geen boycot’ is een ‘valse keuze’, zei Noah Hoffman, een Amerikaanse cross-countryskiër die deelnam aan de Winterspelen van Sotsji (2014) en Pyeongchang (2018). ‘Je kunt niet van ons verlangen dat wij de Spelen boycotten. Sotsji en Pyeongchang waren bepalend voor mijn carrière, niet het wereldkampioenschap. Je kunt geen internationale skicarrière hebben zonder mee te doen aan de Olympische Spelen.’

Vervolgens stelde hij de sfeer van onveiligheid aan de kaak, waarin deelnemers aan de Spelen in het totalitaire China zich zullen bevinden. ‘Sporters die zich uitspreken over mensenrechten kunnen worden vervolgd en zelfs verdwijnen’, zei hij. ‘In die omstandigheden adviseer ik mijn teamgenoten te kiezen voor hun veiligheid en hun mond te houden, en pas na de Spelen te praten.’

Hoffman was ‘boos dat sporters in deze positie worden gebracht’. Volgens hem moeten het IOC en de nationale comités ervoor zorgen dat de vrijheid van spreken wordt gegarandeerd. In plaats daarvan proberen de officials te voorkomen dat sporters over iets anders praten dan sport, en worden ze afgeschermd van kritische vragen van journalisten. ‘Dat gebeurde met mij in Sotsji, maar dat kwam ik pas later te weten’, aldus Hoffman.

Volgens regel 50.2 van de IOC-richtlijnen zijn ‘alle uitingen van politieke, religieuze of raciale propaganda’ op de olympische terreinen verboden. Volgens een twee jaar geleden door het IOC vastgestelde toelichting geldt het verbod niet buiten het olympisch dorp, bijvoorbeeld op persconferenties, maar volgens de topsporters die bij HRW spraken, trekken sportofficials zich daar niets van aan.

‘Wat gaat IOC-voorzitter Thomas Bach doen als een deelnemer zich uitspreekt over de mensenrechten in China?’, zei Craig Foster, een Australische ex-voetballer en mensenrechtenactivist. ‘In China loopt zo’n sporter groot gevaar. Wat gaat Bach doen om hem of haar te beschermen?’

Volgens schattingen van de Verenigde Naties is ruim een miljoen Oeigoeren door China opgesloten in zogenaamde ‘trainingscentra’. Toenmalig VS-president Trump riep die behandeling uit tot genocide, maar volgens China is er slechts sprake van de-radicaliseringsbeleid. Voormalig China-correspondent Marije Vlaskamp legt uit wie de Oeigoeren zijn en waarom China hen onderdrukt