Van Quickenborne: ‘Hadden we toen systeem van terbeschikkingstelling gehad, was Dave De Kock wel opgevolgd’

Minister van Justitie Vincent Van Quickenborne. ©  BART DEWAELE

Dat Dave De Kock niet werd opgevolgd na zijn gevangenisstraf, roept veel vragen op. Minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) wijst erop dat het systeem van terbeschikkingstelling pas in 2012 werd ingevoerd, twee jaar nadat De Kock werd veroordeeld voor onmenselijke behandeling met dood tot gevolg van een tweejarig kind.

edm

De 34-jarige Dave De Kock, de man die de vierjarige jongen Dean ontvoerde en vermoedelijk verantwoordelijk is voor zijn overlijden, heeft een gerechtelijk verleden. Hij werd in februari 2010 tot tien jaar cel veroordeeld voor de dood van een tweejarige peuter, twee jaar eerder. Die straf zat hij tot de laatste dag uit, waardoor hem geen voorwaarden werden opgelegd.

Minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) verduidelijkte in De ochtend op Radio 1 dat het systeem van terbeschikkingstelling (tbs), een instrument waarbij veroordeelden na hun straf nog onder streng toezicht staan, pas in 2012 werd ingevoerd, twee jaar na de veroordeling van De Kock. ‘Hadden we toen het systeem van terbeschikkingstelling gehad, dan was hij wel opgevolgd’, aldus de minister.

Geen plaats

Van Quickenborne wijst ook op het gebrek aan plaatsen voor psychiatrische patiënten tijdens hun gevangenisstraf. Psychiaters oordeelden dat De Kock met ernstige problemen kampte.

‘Toen hij in de gevangenis van Tilburg zat (op dat moment gebruikte ons land daar cellen, red.), werd er gevraagd om hem te plaatsen in een psychiatrische instelling, maar daar was geen plaats voor. Hij is toen overgebracht naar de gevangenis van Ruislede waar hij geholpen is met zijn drugsverslaving. Dat is goed verlopen, daarom is hij na zijn straf gewoon kunnen vertrekken’, aldus Van Quickenborne.

‘Hoogrisicoprofielen, mensen met zwaar criminele achtergrond, worden vaak geweigerd. Er zijn te weinig plaatsen voor hen. We moeten meer investeren in zinvolle detentie, gericht op zorg en behandeling’, klinkt het nog. De minister wijst er wel op dat er sinds kort een nieuwe functie bestaat, de detentiebegeleider, die mensen opvolgt voor een betere re-integratie. ‘Daar investeren we al miljoenen in.’