Direct naar artikelinhoud
Personeelstekort

Mantelzorgers en professionals moeten het samen zien te rooien, ‘maar overheid moet dan ook iets bieden’

Mantelzorgers en professionals moeten het samen zien te rooien, ‘maar overheid moet dan ook iets bieden’
Beeld ANP

Mantelzorgers krijgen steeds meer zorgtaken. Zij vullen de gaten in de roosters van de thuiszorg die kampt met structureel personeelstekort en hoog ziekteverzuim.  

Gaat het over het vastlopen van de zorg in Nederland door te veel patiënten en te weinig personeel, dan gaat het zelden over de grootste groep zorgverleners. Dat zijn de ongeveer 5,5 miljoen mantelzorgers in Nederland. Zij nemen steeds meer zorgtaken over. 

Dat is geen vrijwillige keuze, mantelzorgers worden voor het blok gezet, zegt directeur Liesbeth Hoogendijk van MantelzorgNL. Zij stelt dat de formele zorg, de thuiszorg bijvoorbeeld, voor de mantelzorger bepaalt wat er gebeurt. 

Volgens haar een doodlopende weg, want “mantelzorger zijn is geen levensinvulling. Je doet het erbij, of ernaast. Het zijn mensen die werken, een gezin hebben. Als je ’s morgens hoort dat de dagopvang niet doorgaat, dan stelt dat mensen voor allerlei problemen. Geen dagbesteding betekent dat de mantelzorger zijn of haar werk moet afbellen omdat er iemand thuis is die zorg nodig heeft. Of de mantelzorger gaat wel naar het werk, wetende dat iemand een slechte dag heeft. Dat zijn dilemma’s waar mantelzorgers geregeld mee worstelen. Je kunt als zorgprofessional niet op die manier over de levens en de invulling van mantelzorgers beslissen.”

Roosterproblemen

Toch is dat wat er gebeurt, ziet Hoogendijk. Doordat thuiszorg en wijkverpleging sinds de coronapandemie de roosters nauwelijks nog rond krijgen, doen zij steeds vaker een beroep op mantelzorgers. “En mantelzorgers zeggen niet snel nee. Dat maakt hen kwetsbaar. Een dag is niet erg”, vindt Hoogendijk, “maar dit is structureel. En in de nabije toekomst verandert dat niet want het personeelsprobleem in de zorg blijft.”

Het academisch ziekenhuis in Maastricht, het MUMC+, neemt met een ‘mantelzorgacademie’ een voorschot op de grotere rol voor mantelzorgers. Op het lesprogramma staan onder meer oogdruppelen, antibiotica toedienen via een infuus, wondverzorging en katheterzakken wisselen.

Mantelzorger Ria Keen zou met een kort overleg al heel tevreden zijn

Trouw sprak met mantelzorger Ria Keen (69) die haar broer verzorgt, wiens voet deels is geamputeerd. Hij heeft  diabetes en moet veel naar het ziekenhuis. Keen heeft grote behoefte aan overleg met de thuiszorg, die op bezoek komt bij haar broer. Maar daar is geen tijd voor. 

Voelt als verplichting

Op zich een goed initiatief, vindt Hoogendijk. “Als mantelzorgers zelf bepaalde handelingen willen leren, prima. Ik ken voorbeelden van ouders wier kind elke dag een injectie moet hebben die dan zeggen: leer mij het maar, anders moet elke dag iemand in huis komen. Maar hier wordt iets omgedraaid. Weer is het de formele zorg die bepaalt voor de informele. De boodschap is: u bent niet verplicht bepaalde handelingen te leren en uit te voeren, maar doet u het niet dan blijft uw moeder wel in het ziekenhuis liggen en kan ze niet naar huis. Dan voelt de mantelzorger emotionele druk. Daarbij, wij hebben niet voor niets mensen opgeleid als zorgprofessional om bepaalde handelingen te doen. Het is niet alleen druppelen van een oog. Het is ook de verantwoordelijkheid die je krijgt om te kijken of er misschien complicaties optreden. Juridisch is de mantelzorger mogelijk niet aansprakelijk, maar mentaal voelt dat wel zo. Stel dat er iets fout gaat, je bent te laat met het ontdekken van een complicatie. Daar heb je professionals voor. Zij zijn daarvoor opgeleid.”

Eigen sociale netwerk

Volgens Hoogendijk moet er meer gewerkt worden vanuit het netwerk om kwetsbare mensen heen; welke ondersteuning hebben zij nodig? De professionele zorg moet hierin meebewegen; minder doen als het eigen netwerk het goed aankan, meer doen als dat niet het geval is. Dat werkt alleen als de professional en mantelzorgers gelijkwaardige gesprekspartners zijn. “De overheid moet duidelijk maken dat door de vergrijzing en personeelskrapte het antwoord niet alleen van de professionals komt. Ook van de burger wordt iets verwacht. Maar als overheid moet je dan ook iets bieden.”

Hoogendijk denkt aan soort samenwerkingsverband van mantelzorgers, vrijwilligers en zorgprofessionals. Als het mantelzorgers te veel wordt, kunnen zij daarop terugvallen. Een voorbeeld: “We zien nu geregeld dat wijkverpleging belt naar een dochter 30 kilometer verderop om te vragen of zij de medicijnen voor haar moeder wil ophalen bij de apotheek. Maar als een wijkverpleegkundige op wijkniveau weet wie dit nog meer zou kunnen doen, is dat natuurlijk al enorme winst. Om zo te werken is eigenlijk vooral een andere denkwijze nodig.”

Lees ook: 

Mantelzorgers een infuus laten aanleggen? Dat is ontoelaatbaar en een brug te ver

Het lijkt zo’n goed idee om de zorg te ontlasten: de opleiding die het Maastrichtse UMC aan mantelzorgers wil geven. Maar ouderenpsycholoog Noud Engelen, voorzitter Platform Mantelzorg Limburg, waarschuwt voor extra spanningen tussen mantelzorgers en patiënten.