Direct naar artikelinhoud
AchtergrondArmoedebestrijding

Armoede bestrijden lijkt bijzaak bij de steenrijke vzw Poverello: ‘Wij zijn Sinterklaas niet’

Poverello in Gent.Beeld © Eric de Mildt

Armoedeorganisatie Poverello spaarde de voorbije jaren een kas van 14 miljoen euro en een vastgoedportefeuille van 50 miljoen euro bij elkaar. Armen helpen lijkt bijna bijzaak, maar de vzw wast haar handen in onschuld. ‘Wij zijn Sinterklaas niet.’

“Daar is de deur.” Meer woorden wil de vrijwilliger in de Gentse afdeling van Poverollo niet kwijt over het opmerkelijk financieel beheer van de liefdadigheidsorganisatie. In de goedgevulde eetzaal, waar minderbedeelden voor een euro een lunchmaaltijd kunnen krijgen, is het nochtans talk of the town

“Ik werd misselijk toen ik het las”, zegt Henri*, die al jaren in Poverello komt eten. “De laatste jaren kom ik hier steeds vaker met een dubbel gevoel. Het pand is stokoud en barst uit zijn voegen. Sinds jaar en dag vragen we al om een simpele menukaart, zodat we tenminste weten wat de pot schaft. Telkens horen we dat er amper geld is. Als je dan leest hoeveel geld deze organisatie achterhoudt, dat is echt crimineel.” 

Vastgoed

Uit een onderzoek van Knack, Le Vif en RTBF blijkt dat de armoedeorganisatie op een berg geld zit, onder meer door de riante schenkingen en erfenissen die de organisatie ontvangt. Volgens het artikel bereikten de liquide middelen van Poverello in 2019 een hoogtepunt van 14 miljoen euro. De organisatie zou ook voor 50 miljoen euro aan vastgoed bezitten, onder meer in de vorm van kerken, chalets, bossen, weiden, akkerland, maneges en appartementen. 

Heel wat van dat die grote panden die Poverello verwierf, zijn voormalig kerkelijk erfgoed die in bezit waren van kloosterordes en parochiale vzw’s. Het is niet de enige manier waarop de kerk verweven zit in deze zaak. De boekhouding van Poverello zou volgens Knack verzorgd worden door J.D., het financieel diensthoofd van het Interdiocesaan Centrum, het bestuursorgaan van de Belgische kerk. Opvallend aan de boekhouding is dat heel wat beleggingen ingeboekt stonden als vorderingen, wat een boekhoudkundige inbreuk is. 

Volgens kanunnik Herman Cosijns, secretaris-generaal van de Belgische bisschoppenconferentie en tot augustus 2020 directeur van het Interdiocesaan Centrum, was het Centrum niet betrokken in de boekhoudkundige fouten. “Onze boekhouder heeft enkel ondersteuning aangeboden. Als er fouten gemaakt zijn, is dat gebeurd door de raad van bestuur, en daar hebben wij niks in te zeggen.” J.D. zelf wenste niet te reageren. 

Volgens de directie van Poverello was het systeem van vorderingen een manier om ervoor te zorgen dat niet iedereen de beleggingen van de organisatie kon zien. Het roept vragen op over de transparantie van de vzw. Volgens de FOD Financiën moeten vzw’s een ‘controleerbare boekhouding voeren waarin zowel inkomsten als uitgaven op een transparante wijze tot uiting worden gebracht’. Bij vzw’s als Poverello wordt normaal ook gecontroleerd of die inkomsten van fiscaal aftrekbare giften gebruikt worden voor de activiteiten waarvoor de vzw erkend is. 

“Die controles gaan vrij ver”, zegt Evelyne Huughe, coördinator van Hart voor Vluchtelingen. “Voor elke uitgave moet je kunnen bewijzen dat die je doelgroep ten goede is gekomen. Zo werd me de vorige keer zelfs gevraagd om facturen te geven van de garagist van mijn persoonlijke wagen, puur om te controleren of er zich geen belangenvermenging voordeed. Ik begrijp dan ook niet hoe andere organisaties hiermee kunnen wegkomen.”

Discretie

Poverello zegt dat de boekhoudkundige fouten allang hersteld zijn. Het is volgens de organisatie ook een bewuste keuze om niet openlijk te communiceren over de beleggingen en vastgoedportefeuille van de organisatie. “Het is een sterk punt van Poverello dat we nooit de aandacht opzoeken, dat we discreet zijn”, zegt woordvoerder Daniël De Keyser. “Maar de kritiek dat we zaken proberen achter te houden, klopt niet. Toen er vragen kwamen van leden en schenkers, hebben we in onze eigen krant gecommuniceerd over onze beleggingen en vastgoedbezittingen.” 

De beoogde doelgroep van Poverello vraagt zich vooral af waarom niet meer van dat verworven geld naar de kerntaak van de organisatie gegaan is: armoedebestrijding en betere dienstverlening. Momenteel huisvest Poverello over heel het land slechts zo’n tachtig mensen. Bovendien betalen daklozen in Brussel 300 euro per maand voor een bed in een slaapzaal, een eenpersoonskamertje kost 450 euro. 

“Ik snap dat die bedragen enorm hoog lijken voor iemand die dakloos is”, zegt woordvoerder De Keyser. “Maar wij zijn Sinterklaas niet. Het geld dat we verzameld hebben, proberen we te beheren als goede huisvaders en te sparen voor als er iets gebeurt. Bovendien is het nooit onze filosofie geweest om armoede de wereld uit te helpen, want dat lukt niet. We focussen op onze taak om mensen op te vangen en een warme maaltijd te bieden.”

Toch staat de deur niet voor iedereen open. Zo worden op verschillende locaties alleen vijftigplussers toegelaten tot de eetzaal of nachtopvang. “Dat is nu eenmaal wat gebeurt wanneer de overheid steken laat vallen in het armoedebeleid”, zegt socioloog Wim Van Lancker (KU Leuven). “Dan moet dat gat opgevuld worden door liefdadigheidsorganisaties, die vaak ideologisch handelen en voorwaarden stellen over aan wie ze zorg verlenen. Zo creëer je nieuwe vormen van uitsluiting.” 

Dat de Vlaamse regering in 2015 in het kader van Music for Life Poverello een cheque uitschreef van 100.000 euro, getuigt volgens hem dan ook niet van goed beleid. “We moeten toch echt eens nadenken of we op die manier het sociaal vangnet creëren dat we willen.” 

*Henri is een pseudoniem