Direct naar artikelinhoud
Vijf vragen overemissierechten

Stijgende emissieprijs, dalende kosten klimaatbeleid. Hoe zit dat?

De prijs van emissierechten is binnen enkele maanden verdubbeld. De overheid is daardoor veel minder geld kwijt aan klimaatbeleid. Hoe werkt die handel in emissies precies? Vijf vragen over emissierechten.

De hoogovens van Tata Steel gezien vanuit IJmuiden.Beeld Ramon van Flymen / ANP

Wat is het idee achter emissierechten?

Emissierechten zijn een belangrijk economisch instrument om de uitstoot van CO2 terug te dringen. Met de uitgifte van de rechten wordt een prijs gekoppeld aan het verbranden van fossiele energie en de uitstoot van broeikasgas. Wie daarop bespaart of overstapt naar hernieuwbare energie wordt daarvoor dus beloond.

Wereldwijd zijn er inmiddels verschillende systemen ontstaan waarmee emissierechten worden geregistreerd en verhandeld. Het oudste is dat van de EU, het in 2005 opgerichte EU Emissions Trading System (ETS). Dat ETS is inmiddels een van de pijlers van het Europese klimaatbeleid. De hoeveelheid verhandelbare emissierechten binnen het ETS wordt elk jaar een stukje teruggeschroefd. Daardoor worden rechten schaarser en wordt het voor bedrijven steeds duurder om fossiele energie te gebruiken. De bedrijven die bij ETS zijn aangesloten, hebben daardoor hun uitstoot tussen 2005 en 2020 met 30 procent teruggebracht.

Hoe gaat die emissiehandel praktisch in zijn werk?

Ruim tienduizend bedrijven zijn op basis van hun hoge energiegebruik verplicht aangesloten bij het ETS, zo’n vierhonderd daarvan staan in Nederland. Het gaat om de grote energieleveranciers en energieslurpende bedrijven zoals Tata Steel in IJmuiden of bijvoorbeeld baksteenfabrieken. Jaarlijks krijgt Nederland een quotum toegewezen: een toegestane hoeveelheid emissierechten. Grofweg de helft houdt de overheid zelf om te veilen aan (met name) de energiesector. De andere helft wordt verdeeld over de vierhonderd industriële bedrijven. Elk jaar wordt dat quotum dus iets kleiner.

Bedrijven die meer uitstoten dan waarvoor zij rechten hebben, moeten die bijkopen, bedrijven die minder uitstoten kunnen rechten verkopen. Dat verloopt via de emissiebeurs in het Duitse Leipzig. Ook overheden bieden hun emissierechten daar de hoogste bieder aan.

Waarom stijgt de prijs van emissierechten nu zo hard?

De belangrijkste reden is de hoge gasprijs. Nu gas zo schaars en duur is, wordt er weer meer elektriciteit opgewekt uit kolen. En aangezien bij de verbranding van kolen meer CO2 vrijkomt, moeten de energiebedrijven extra rechten bijkopen.

Maar er zijn meer krachten die de prijs opdrijven, zegt jurist Jos Cozijnsen van de Climate Neutral Group. ‘Elke keer als het klimaatbeleid wordt aangescherpt, houden bedrijven er rekening mee dat er meer rechten uit de markt verdwijnen en stijgt de prijs.’ Dat gebeurde vorig jaar toen Europa de New Green Deal presenteerde. 

Het gebeurde opnieuw een maand geleden toen het klimaatakkoord in Glasgow werd gesloten en vorige week weer toen de Duitse stoplichtlichtcoalitie haar plannen presenteerde. De Duitsers willen een minimum emissieprijs van 60 euro per ton CO2 garanderen. Cozijnsen: ‘Energiebedrijven gaan daarom alvast rechten inkopen, ze willen er zeker van zijn tegen welke prijs ze hun klanten de komende jaren energie kunnen verkopen.’

Hoe kan het dat die hogere CO2-prijs effect heeft op duurzaamheidssubsidies die Nederland verstrekt?

Ook los van het ETS voert Nederland klimaatbeleid. Onder meer door het subsidiëren van technische oplossingen die ervoor zorgen dat minder CO2 wordt uitgestoten. Door de hoge emissieprijs zijn dergelijke projecten ineens een stuk rendabeler geworden. Het belangrijkste voorbeeld daarvan is Porthos bij Rotterdam, waar vier bedrijven waaronder Shell en Exxon, de CO2 die ze uitstoten willen afvangen en opslaan in een leeg gasveld in de Noordzee. Transport en opslag van CO2 kost binnen Porthos zo’n 80 euro per ton, die prijs wordt nu volledig gecompenseerd door emissierechten die ermee worden bespaard.

Zijn er nog meer van dat soort effecten?

De overheid verdient ook fors aan de hoge emissieprijs doordat zij een deel van haar rechten veilt in Leipzig: zo’n 50 miljoen ton per jaar. Dat geld is geoormerkt in de Green Deal: de regering moet het gebruiken om de energietransitie te stimuleren. ‘Er komt dus meer geld beschikbaar voor klimaatbeleid en dat is goed nieuws’, zegt Cozijnsen.