Direct naar artikelinhoud
Nieuws

Statenleden geven ‘signaal richting formatietafel’: landbouwsubsidies vanaf 2023 groener besteed

De 800 miljoen euro aan landbouwsubsidies die Nederland vanaf 2023 weer jaarlijks mag verdelen onder boeren, moeten groener worden besteed dan nu gepland. Dit vinden 214 statenleden, ruim eenderde van het totaal aantal volksvertegenwoordigers in de twaalf provincies.

Een boer in Garyp maait een weide naast zijn boerderij.Beeld Hollandse Hoogte / Ramon van Flymen

In een uitzonderlijke samenwerking keren de statenleden zich daarmee niet alleen tegen het eigen overkoepelende bestuur, maar mengen ze zich ook in een gevoelige landelijke discussie over de toekomst van de landbouw. Tussen de opstandige statenleden zitten onder meer leden van D66-fracties die meebesturen in provincies.

Vorige week kwam demissionair landbouwminister Carola Schouten tot een compromis met de waterschappen en provinciebesturen, verenigd in het Interprovinciaal Overleg (IPO), over de besteding van de Europese landbouwgelden voor de periode 2023-2027. De statenleden menen dat het IPO daarbij ‘zonder goedkeuring van de provinciale volksvertegenwoordigers’ heeft gehandeld. 

Zij willen dat onmiddellijk twee keer zo veel geld uit de Europese subsidiepot wordt gereserveerd voor duurzame landbouwinitiatieven. Met het verenigen van de statenleden, een initiatief van de Partij voor de Dieren en GroenLinks in Noord-Holland, hopen ze Tweede Kamerleden ervan te overtuigen het voorlopige plan ambitieuzer te maken. Woensdag gaat de Tweede Kamer erover in debat.

Pikant moment

‘Een vrij unieke opstand der provincies’, vindt hoogleraar staats- en bestuursrecht Wim Voermans (Universiteit Leiden). Hij kan zich niet herinneren dat statenleden uit alle provincies zich eerder op deze manier hebben verenigd. ‘Bijzonder ook dat het IPO dit niet heeft aangevoeld.’

Het verzet vanuit ‘de Tweede Kamers van de provincies’ komt op een pikant moment. Mede door onenigheid over het te voeren landbouwbeleid duurt de formatie in Den Haag voort. Tegelijkertijd moet het demissionaire kabinet voor het eind van het jaar aan de Europese Commissie laten weten hoe straks jaarlijks 800 miljoen euro onder boeren wordt verdeeld, een besluit dat voor vijf jaar vaststaat.

Het geld van het Europese Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) kan helpen bij het oplossen van urgente klimaat- en natuurproblemen in Nederland, vindt D66. Bijvoorbeeld door vernatting van veenweidegebieden (minder CO2-uitstoot) en natuurlijke bufferzones rond Natura 2000-gebieden (lagere stikstofdruk). Hiervoor per direct grote sommen Europees landbouwgeld reserveren ligt gevoelig bij de VVD en het CDA, want dit gaat ten koste van de directe inkomenssteun die boeren nu uit Europa krijgen. 

Het huidige GLB loopt op zijn einde en wordt gezien als een mislukking wat betreft het verduurzamen van de landbouw. Om een herhaling van zetten te voorkomen, krijgen individuele lidstaten in het nieuwe GLB meer zeggenschap over hoe ze het geld uitgeven. Nu wordt 90 procent hiervan verdeeld op basis van het aantal hectaren dat een boer heeft, zonder al te veel duurzame voorwaarden.

‘Grote betrokkenheid’

Lidstaten hebben binnen de nieuwe Europese regels de mogelijkheid tot 42 procent van de directe inkomenssteun aan boeren over te hevelen naar een pot voor projecten die de natuur op het platteland moeten verbeteren. LNV, IPO en de waterschappen willen 15 procent overhevelen in 2023, bleek uit hun vrijdag vrijgegeven plan. Dat loopt op naar 30 procent in 2027. In lijn met een recent advies van Wageningen Universiteit willen de verenigde statenleden direct 30 procent overhevelen vanaf 2023.

Hoogleraar Voermans spreekt van een ‘signaal richting de formatietafel’, maar ook naar de provinciebesturen. ‘Uiteindelijk zijn zij verantwoordelijk voor het ruimtelijk landbouwbeleid. Als de provinciale staten nu al rebelleren, zou het maar zo kunnen dat ze straks niet willen uitvoeren wat over hun hoofden heen is besloten.’

IPO-voorzitter Jaap Smit, tevens Commissaris van de Koning in Zuid-Holland, zegt dat de reactie van de provincialestatenleden hun ‘grote betrokkenheid’ laat zien bij de landbouwtransitie. Hij zegt dat het IPO net als zij wil dat die op gang komt, maar dat ze de sector daarvoor ‘goed moeten meekrijgen’. De vrees bij de provinciebesturen is dat boeren zich tegen de duurzame initiatieven keren als ze te veel wordt afgesnoept van hun directe inkomenssteun.