Direct naar artikelinhoud
Bellen metOnze economieredacteur

‘Het zou lekker zijn als er voor inflatie een soort lifehack was, maar de waarheid is dat je als consument niet veel kunt doen’

De Nederlandse economie kampt met de hoogste inflatie sinds 1982. Prijzen voor goederen en diensten stegen in november met 5,2 procent ten opzichte van dezelfde maand vorig jaar. Wat valt daartegen te beginnen? We bellen met economieredacteur Koen Haegens.

Vooral aan de pomp is de inflatie goed te merken.Beeld Joris van Gennip

Dag Koen, hoe beleef jij als economieredacteur de laatste maanden je bezoekjes aan de supermarkt of benzinepomp?

‘Ik voel de inflatie vooral aan de pomp, omdat je daar de prijzen gemakkelijk kunt vergelijken. Dat zullen de meeste mensen wel hebben. Het is bizar. Als ik naar mijn familie in het oosten van het land rijd, hakt het er wel in.

‘In de supermarkt word je nog voor de gek gehouden met aanbiedingen. Het valt me ook op dat veel verpakkingen krimpen. Shrinkflation noemen ze dat. De prijs blijft dan ogenschijnlijk gelijk, maar je krijgt er minder voor. Ik zag bijvoorbeeld dat wasmachinetabletten met minder in een pak zitten.’

Was je vanochtend dan zelf nog verrast door het inflatiecijfer van 5,2 procent?

‘Het was sinds vorige week wel duidelijk dat zoiets eraan zat te komen. Toen werd het Europese inflatiecijfer voor onder meer Nederland bekend. Dat Europese cijfer houdt minder rekening met woonkosten. Omdat die relatief gematigd zijn gestegen, was al bekend dat het Nederlandse cijfer iets lager zou uitvallen.

‘CBS-hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen vroeg zich vorige week op Twitter af of het Nederlandse inflatiecijfer wel of niet boven de 5 procent zou uitkomen. Wat dat betreft is het met 5,2 procent toch behoorlijk hoog. De inflatie is nu het hoogst sinds het begin van de jaren tachtig.’

Die inflatie van 5,2 procent is ten opzichte van een jaar eerder. Kun je dan wel zeggen dat de prijzen ook ten opzichte van vorige maand zijn gestegen?

‘Zeker. In oktober was de inflatie nog 3,4 procent. Nu al 5,2 procent. Dat is een enorm grote sprong.’

In november 2020 vertoonden de inflatiecijfers juist een dipje. Is dat niet gewoon wat we nu terugzien?

‘Dat is een van de redenen dat het cijfer van vandaag zo hoog is, ja. Gaandeweg zal dat effect ook weer verdwijnen. Dan lijkt het misschien alsof die inflatie weer een beetje afneemt.’

Wat kun je als consument zelf doen tegen inflatie?

‘Het zou lekker zijn als daar een soort lifehack voor was, maar de waarheid is dat je als consument niet veel kunt doen. Je bent maar in je eentje, terwijl de prijzen een effect zijn van de totale economie. Je zou kunnen denken: ik koop vandaag nog snel alle spullen, want de prijzen stijgen toch alleen maar. Dat heb je in gevallen van hyperinflatie. Tussen de twee wereldoorlogen was er in bijvoorbeeld Duitsland zo’n enorme inflatie dat je voor de prijs van een brood de volgende dag bij wijze van spreken nog maar een half brood kon krijgen. Zo’n effect heb je nu niet. Als burger kun je trouwens wel iets doen. Niet als consument, maar als werknemer of pensioenontvanger kun je op je strepen gaan staan en toch proberen compensatie te krijgen.’

Wie kan deze inflatie dan wel stoppen?

‘Binnen Nederland is het middel hogere lonen. Dat is een kwestie voor vakbonden en werknemers en de zzp’ers. Het grote geluk is dat zij op dit moment gemakkelijker hun tarieven kunnen aanpassen, omdat er krapte is op de arbeidsmarkt. En de politiek kan het minimumloon verhogen.

‘Bij onderhandelingen moet je overigens wel goed opletten. Als je hoort dat je er 2 procent bij krijgt dit jaar, moet je niet direct een gat in de lucht springen. Je moet de inflatie in je achterhoofd houden. Als die over dit gehele jaar straks op 3 of 3,5 procent uitkomt, betekent het dat je toch minder geld krijgt.

‘Buiten Nederland kunnen de centrale banken ingrijpen. Die hebben het rentewapen in handen. Als zij de rente verhogen en minder geld in de economie pompen, dan wordt geld duurder en kan de inflatie zakken.’

Staan de centrale banken al op het punt om dat te gaan doen?

‘Daarin verschillen de Verenigde Staten en Europa nogal. De VS zijn duidelijk geschrokken van wat de inflatie voor kiezers betekent. Onder die politieke druk heeft president Biden een ommezwaai gemaakt: eerst ging het over het stimuleren van de economie, nu maakt hij zich zorgen over de inflatie.

‘Toch gooien de VS niet ineens de rentes omhoog, zoals vroeger gebeurde. Eerst moeten ze hun eigen stimuleringsprogramma afbouwen. De centrale banken pompen extra geld in de economie, door schulden van landen en bedrijven op te kopen. Nu heeft de Federal Reserve aangekondigd daarmee te stoppen. Pas daarna zal zij de rente verhogen, mogelijk al volgend jaar.

‘De Europese Centrale Bank aarzelt nog. Zij loopt bewust op de Verenigde Staten achter. Volgende week donderdag moet de ECB beslissen over het speciale schuldenopkoopprogramma van tijdens de pandemie: gaat ze dat afbouwen of toch, eventueel op een andere manier, doorzetten?’

Onder economen bestaat discussie over de vraag in hoeverre deze inflatie tijdelijk is. Hoe kijk jij daarnaar?

‘Ik denk zeker dat deze inflatie tijdelijk is. De inflatie komt door problemen in de eindeloze, mondiale productieketens. Een auto wordt opgebouwd uit allerlei stukjes die over de hele wereld worden gemaakt. Bij al die onderdelen zijn problemen. Op de ene plek zijn er te weinig chips, op de andere zijn er te weinig scheepscontainers om ze te vervoeren, weer elders zijn fabrieken tijdelijk gesloten. Zo ontstaan tekorten. Dat drijft de prijzen op.

‘Maar die problemen zijn tijdelijk. Het is niet zo dat er bommen op fabrieken zijn gevallen, zoals in vroegere tijden van inflatie. Er zijn ook geen massale stakingen. We kunnen nog steeds dezelfde welvaart maken. Daar is niks aan veranderd. Het is alleen een kwestie van afstemming. Je kunt ervan uitgaan dat zodra dat is opgelost, de prijzen weer gaan dalen.

‘Een interessantere vraag is: hoe lang laat dat nog op zich wachten? Hoe langer het duurt, hoe groter de kans dat je andere prijsstijgingen krijgt. Werknemers zullen meer geld gaan vragen. Een werkgever moet dat weer doorrekenen in zijn prijzen, waardoor die weer verder stijgen. Ook de hoge gasprijs is nog niet echt doorgedrongen in andere spullen, zoals voedsel. Met zo’n nieuwe dynamiek kan de inflatie veel langer duren.’