Obelix’ hondje Idefix danst met wolven op de ijzige steppen ten noorden van de Zwarte Zee in het nieuwe stripalbum van Asterix, de kleine Galliër, dat donderdag verschijnt. Asterix en de griffioen heet het, en scenarist Jean-Yves Ferri en tekenaar Didier Conrad hebben van dit nieuwe reisverhaal van Asterix en Obelix een geslaagde variant van de ‘western’ gemaakt: een ‘eastern’.
De twee Galliërs reizen met hun druïde Panoramix naar het oosten, naar ‘Barbaricum’ zoals de Romeinen de steppen boven de Krim noemden. Daar leefde het ruitervolk de Sarmaten. Zij zijn zeg maar de indianen in deze ‘eastern’. Hun totempalen hebben de vorm van de grijpvogel of griffioen, een vervaarlijk mythisch wezen dat half adelaar en half leeuw is.
Vrouwelijke krijgers te paard
Ferri verweeft historische verwijzingen (de Iraanstalige Sarmaten bestonden echt) om een geestig en modern, antikoloniaal en feministisch getint verhaal. Feministisch omdat bij de Sarmaten ook de vrouwen te paard krijgers waren – de Amazonen, zoals de Griekse historicus Herodotus ze al in 430 voor Christus beschreef. Ze spelen een belangrijke rol in dit verhaal. En antikoloniaal omdat de Gallische striphelden de kant kiezen van de steppe-‘wilden’ de Sarmaten, in hun strijd tegen de Romeinse veroveraars.
Die willen een griffioen vangen. Want Caesar gelooft dat zo’n beest echt bestaat en wil het hebben voor zijn circus. Ook al zegt zijn Sarmataanse gevangene, een Amazone die op Lady Gaga lijkt, dat het beest niet te vangen is. Maar Caesar verstaat die barbaarse niet, en de Romeinse geograaf Ontdecjeplecjus (Ontdek je plekjes) die dolgraag met de expeditie mee wil, liegt dat zij de Romeinen naar het beest zal leiden. Die Ondecjeplecjus is duidelijk een karikatuur van de Franse schrijver Michel Houellebecq – een typisch Asterix-grapje.
Monsterlijke griffioen
Doordat druïde Panoramix in een droom doorkrijgt dat zijn collega, de Sarmataanse sjamaan Kankalopdine (Kan ik al opdienen) door deze Romeinse roofexpeditie in gevaar is, gaat hij met Asterix en Obelix op weg naar de oosterse steppen, met een vat vol toverdrank die onoverwinnelijk maakt. Het verhaal wordt met veel vaart en humor verteld, en levert prachtige tekeningen in winterse steppenlandschappen op. Idefix, Obelix’ hondje (die de eigenlijke held van het verhaal blijkt) kan het goed vinden met de steppe-wolven, en lijkt met hen te dansen – een duidelijke verwijzing naar de Westernfilm Dances with Wolves.
Schrijver Ferri lijkt af te willen rekenen met het verwijt dat Asterix-albums louter vol ouderwetse stereotypen zitten.
En ondanks alle historische verwijzingen, wil hij niet de ‘historicus’ uithangen. De Sarmaten in deze Asterix leven in een fictief land, zoals Kuifje-schepper Hergé het (Oost-Europese) land Syldavië verzon, zei Ferri in een interview. Dat geeft hem meer vrijheid. Zo eindigt de Romeinse zoektocht naar de griffioen op gletsjers en een eeuwig bevroren meer, waar een leuk verzonnen en mooi getekende verklaring gegeven wordt voor hoe het idee van zo’n monsterlijk wezen als de griffioen zou kunnen zijn ontstaan (geen spoilers). Dat de griffioen al eerder in Mesopotamië afgebeeld werd, doet er niet toe.
Asterix is big business
Dit nieuwe Asterix-album (hun vijfde) is het beste tot nu toe van Ferri en Conrad, de opvolgers van de oorspronkelijke scheppers René Goscinny (overleden in 1977) en Albert Uderzo (overleden in 2020).
En het kan zich meten met de beste albums van Goscinny en Uderzo.
Asterix is, sinds de eerste albums in 1960 verschenen, big business geworden: dit 39ste album verschijnt in zeventien talen in een eerste oplage van 5 miljoen. Er verschijnen nu meteen ook dure luxe albums, met extra strippagina’s die helaas in de gewone albums ontbreken. Zoals de scène waarin Panoramix wegdut bij een potje schaak met Asterix, en dan in een angstdroom over de sjamaan wakker schrikt en diens naam roept. Een knipoog naar een scene in het koudste Kuifje-boek, Kuifje in Tibet, waarin Kuifje bij een potje schaak wegdut en wakker schrikt van een angstdroom over zijn Chinese vriend Tchang.