Direct naar artikelinhoud
Beeldspraak

Filmmuziek: de juiste plaat voor het juiste moment vinden is een kunst

Films kunnen meestal niet zonder muziek. Filmcomponisten ­leveren maatwerk, maar een goede dj weet soms wonderen te verrichten. 

Suzy (Kara Hayward) en haar broertjes luisteren muziek in Moonrise Kingdom.Beeld Alamy

Na een tergend lang uitstel verschijnt The French Dispatch deze week in de bioscoop. De komst van een nieuwe film van Wes Anderson zal sommigen onverschillig laten, maar het is voor liefhebbers niets minder dan een gebeurtenis, iets om naar uit te kijken. Dat deed ik op deze plek in de pandemisch ontregelde filmbijlage van 1 april 2020, en dat was geen grap. De stad was nog maar net gesloten. De bewoners keken met een mengeling van angst en ver­wondering naar buiten, waar de dieren het rijk alleen ­hadden. Hemeltjelief, was dat echt nog maar anderhalf jaar geleden?

Mensen waren destijds in de ban van de serie Tiger King, maar die freakshow wekte bij mij slechts weerzin en ­walging op. Nee, dan liever een bitterzoete komedie van die malle Amerikaanse filmmaker die naar Parijs was ­verhuisd. Dan liever The Grand Budapest Hotel of The Darjeeling Limited. De Europese hotelfilm is Andersons meesterwerk. Maar het in India opgenomen trein­epos bood herkenning en troost toen ik het hard nodig had. De rouwfilm verscheen in 2007, met een krankzinnig bonte soundtrack op cd, die vervolgens een eigen leven ging leiden. Dat laatste is te danken aan een Amerikaan met de wonderlijke naam Randall Poster.

Mooie dingen

Poster staat bij films van Wes Anderson, David Fincher, Martin Scorsese, Sam Mendes, Todd Haynes en Todd ­Phillips op de titelrol vermeld als ‘music supervisor’. Bij Tiger King ook, maar dat zal ik hem niet nadragen. We moeten allemaal een hapje eten. Het werk dat Poster in Hollywood en omstreken uitvoert heeft veel weg van dat van een goede dj, die op basis van gevoel en ervaring weet welke plaat er op een specifiek moment gedraaid moet worden om de avond naar een hoger plan te tillen. Dat luistert nauw. Ik heb in de jaren tachtig achter de draaitafels dansvloeren gevuld maar ook ontruimd. Mea culpa.

Wie muziek bij films uitzoekt hoeft geen vloer te vullen of meute in beweging te houden. Randall Poster heeft het goed voor elkaar. Buitengewoon getalenteerde regisseurs laten hem hun nieuwe werk zien, en gaan daarna met hem plaatjes draaien tot de zon opkomt en er in de wissel­werking tussen film en muziek mooie dingen gebeuren.

Daarna moet er een heikel punt aangekaart worden: wat kost het eigenlijk om Donovans Hurdy Gurdy Man twee keer in je film te gebruiken, zoals David Fincher bij Zodiac deed? Dat waanzinnig mooie en raadselachtige lied kleurt de wrange seriemoordfilm op een dermate indringende manier, dat veel luisteraars het voorgoed met Finchers ­narigheid associëren.

Van duo naar trio

Dat weet ik omdat ik pas na de voorstelling van Zodiac naar de platenzaak fietste om Donovans Greatest Hits aan te schaffen. Twaalf jaar later trok ik die plaat uit de kast toen ik Scary Stories to Tell in the Dark had gezien en bij het openingsnummer Season of the Witch kippenvel en natte ogen kreeg. Dat fabelachtige lied was nog mooier dan het nummer dat Randall Poster met Fincher had uitgezocht. Maar het kwam de griezelfilm niet ten goede: alles wat er op volgde viel in het niet bij Donovans heksenproloog. Poster was er niet bij betrokken. Zou hij de makers op het risico gewezen hebben? Allicht: dat is zijn vak.

Wes Anderson en Randall Poster hadden een gemeenschappelijke vriend die hen samenbracht toen de regisseur aan zijn debuutfilm Bottlerocket werkte. Dat was in 1996. Inmiddels hebben ze samen tien films en nog wat ­reclamespotjes gemaakt. Er is een symbiotische verhouding ontstaan, waarbij liedjes al tijdens de ontwikkeling van het filmscenario uitgezocht worden en Poster een aparte Anderson-reserve aanlegde.

Toen de Franse filmcomponist Alexandre Desplat tot Andersons kernploeg toetrad, werd het duo een trio. ­Poster en de regisseur ­bedachten dat The Grand Budapest Hotel een opzwepende balalaikabegeleiding nodig had. Desplat schreef daar de kostelijk zwierende muziek voor. Poster ging op zoek naar de Russische muzikanten. ­Desplat kreeg de Oscar.

Eerste kus

In de tiende film van Anderson gooien de drie het vanzelfsprekend over een Franse boeg, maar The French Dispatch is niet de eerste met een Frans accent. Bij hun romantische vlucht naar een idyllische baai in Moonrise Kingdom ­nemen verliefde pubers Sam en Suzy een draagbaar ­pick-upje mee, zodat ze op het strand op Le temps de l’amour van Francoise Hardy kunnen dansen.

De dj kon tevreden zijn: alle aanwezigen (twee) kwamen in beweging. Het ijs was gebroken, de eerste kus liet niet lang op zich wachten. Het was de juiste plaat op het juiste ­moment.