Direct naar artikelinhoud
InterviewDirecteur Alexandra Bishop

AstraZeneca wil het vertrouwen in zijn coronavaccin terugwinnen: ‘Onze taak is nog niet volbracht’

Alexandra Bishop: ‘We hebben daadwerkelijk een veilig en effectief vaccin tegen kostprijs ontwikkeld en op de markt gebracht.’Beeld Maartje Geels

Het Brits-Zweedse AstraZeneca bracht als eerste een covid-vaccin op de markt, tegen kostprijs. Toch, in het jaar dat volgde, kelderde het vertrouwen. Alexandra Bishop, directeur van AstraZeneca Nederland, wil dat vertrouwen terugwinnen.

Het Nederlandse kantoor van Astra­Zeneca is in Den Haag, op een bescheiden verdieping van het World Trade Center. Van daaruit bestiert Alexandra Bishop de Nederlandse activiteiten van het bedrijf waar ze, toen ze nog in Zuid-Afrika woonde, haar carrière is begonnen. Het is tijd om het verhaal vanuit de farmaceut te vertellen, vindt Bishop.

Zo, hoe gaat het met AstraZeneca?

Bishop lacht. “Dat is een stoutmoedige vraag. Het gaat eigenlijk heel goed. Onze halfjaarlijkse resultaten zijn heel goed. Groei in dubbele cijfers.”

Is dat dankzij, of ondanks Covid-19?

“Dat is dankzij onze andere port­folio’s op het gebied van oncologie, hart- en vaatziekten en luchtwegaandoeningen. Op ons covidvaccin maken we geen winst, dat is bekend.”

Alexandra Bishop staat sinds 2018 aan het hoofd van de Nederlandse tak van AstraZeneca. Ze is geboren in Zuid-Afrika, waar ze biochemie en genetica studeerde. Later werkte ze onder meer in Frankrijk, Polen en Egypte voor verschillende farmaceutische bedrijven.

Ik wil eigenlijk terugkijken op vorig jaar, dat voor jullie moeilijk moet zijn geweest. AstraZeneca was eerst de held en toen de gebeten hond. Hoe kijken jullie daarop terug?

“Ik kan zeggen: het was niet makkelijk. Maar ik wil graag benadrukken dat we een van de weinige bedrijven zijn die daadwerkelijk een werkend vaccin hebben ontwikkeld en op de markt hebben gebracht zonder winstoogmerk zodat het breed toegankelijk is. Terug­kijkend is dat toch de prestatie die wij zien van het afgelopen jaar. Het was enorm inspirerend om te doen.”

Maar het moet ook enorm spannend zijn geweest, bijvoorbeeld toen de Europese Unie een proces begon ­tegen uw bedrijf omdat het niet de aantallen vaccins kon leveren die ­beloofd waren. Die kwestie is inmiddels geschikt?

“Ja, vorige maand. Ik ben daar erg blij om. De meerderheid van de wereld is immers nog altijd niet gevaccineerd. Dat is het doel dat we hebben met de EU en de Nederlandse regering. We moeten samenwerken. Zij doen ­donaties, wij leveren vaccins. Er zijn nog altijd niet genoeg vaccins om de hele wereld te beschermen, dus we moeten doorgaan.

“In Afrika is nog maar 3 procent van de bevolking ­ingeënt. Dat betekent dat nog niet eens al het medisch personeel toegang tot een vaccin heeft. Vooral daar kunnen nieuwe varianten snel toeslaan. Zoals de Wereldgezondheidsorganisatie zegt: niemand is veilig totdat we allemaal veilig zijn.”

Maar zelfs in Afrika weigerden ­mensen op enig moment het AstraZeneca-vaccin omdat het zo’n ­slechte naam had.

“We moeten blijven bouwen aan het vertrouwen in het vaccin. Dat vertrouwen moet gebaseerd zijn op wetenschap, op echte feiten. We blijven wereldwijd werken met alle goedkeuringsinstanties, we verstrekken alle gegevens.

“Op de tweede plaats blijven we communiceren, samen met lokale overheden. Met hen blijven we zeggen dat als je met ons vaccin gevaccineerd bent, je nagenoeg voor 100 procent beschermd bent tegen zware covid en ziekenhuisopnames en voor een deel tegen de symptomen van Covid-19. We kunnen dat niet ­alleen, we moeten dat samen met overheden uitdragen.”

Wat zijn de laatste gegevens over het vaccin van AstraZeneca?

“We hebben nu de gegevens van meer dan zes maanden aan vaccinaties. Er zijn miljoenen persoonsgegevens. Daaruit blijkt consistent dat het vaccin na zes maanden nog steeds effectief is. Dat is heel goed. Wat effectiviteit betreft loopt het vaccin van AstraZeneca gelijk op met de andere vaccins gebaseerd op de mRna-technologie. We moeten doorgaan met meten en testen en we hopen dat we daarmee meer vertrouwen opbouwen.”

Doen die overheden dat nu? Zeker in het begin was dat weleens anders. Zo zei de Franse president Emmanuel Macron toen dat het AstraZeneca-vaccin quasi-effectief was.

“Ik denk dat iedereen inmiddels heeft begrepen dat de taak van het bestrijden van de pandemie nog niet is volbracht.”

En aan uw kant?

“Dat betekent ook dat wij zorgen voor de hoogste kwaliteit van het vaccin, consistente leveringen en het delen van data met autoriteiten. Op die manier blijven we bouwen aan vertrouwen. We blijven ook vooruitkijken; met het huidige ­vaccin kijken we naar de langdurige werking en we zijn ook in een onderzoeksfase van nieuwe vaccins tegen nieuwe varianten van het virus die zorgen baren.”

U koos ervoor om niet te verdienen aan het vaccin, andere fabrikanten vroegen ongeveer tien keer zoveel. Toch wonnen zij het vertrouwen. Hoe was dat?

“Wij kozen ervoor om geen winst te maken op het vaccin tijdens de pandemie. We dachten dat het het juiste was om te doen. We zijn er trots op dat we het zo gedaan hebben. We maakten geen winst op alle contracten die we hebben afgesloten.”

En op nieuwe contracten?

“Daarover zijn we nog in gesprek, ik kan er helaas niets over zeggen. Nou, dit dan: als de pandemie meer onder controle is, zal de prijs acceptabel zijn en rekening houden met het ­inkomen van het land.”

Sommige mensen hebben niets aan een vaccin. Zij hebben een niet goed werkend immuunsysteem. Hoe moet het met hen?

“U weet misschien nog niet dat we ook een ander medicijn hebben ontwikkeld. We hebben wat wij noemen LAAB: dat staat voor ‘langwerkend antilichaam’. Dat is bedoeld voor mensen die geen immuniteit kunnen opbouwen. We hebben daar vorige week noodtoegang voor gevraagd op de Amerikaanse markt. Voor Europa ligt het ter goedkeuring bij het Europees Medicijnagentschap. Het is een uniek medicijn: het werkt preventief tegen Covid-19. Het kan mensen helpen die geen afweer opbouwen na vaccinatie. Mensen die een transplantatie krijgen, of mensen met kanker bijvoorbeeld. Uit de nieuwste onderzoeken blijkt ook dat het werkt als behandeling voor mensen die al covid hebben.”

Op dat medicijn zal wel een winstoogmerk zitten. Waarom wilde u het vaccin zonder op de markt brengen?

“Onze filosofie was om niet aan de pandemie te verdienen, maar om met ons vaccin een bijdrage te leveren aan een oplossing. We waren er bovendien van overtuigd dat we konden helpen: we hadden de mogelijkheid om het vaccin te produceren en het breed beschikbaar te maken.”

Maar de grote schaal waarop het vaccin nodig was, was minder makkelijk te bereiken dan u dacht.

“Inmiddels wel. We werken nu met 25 partners met wie we contracten hebben afgesloten voor fabricatie van het vaccin, in 15 verschillende landen. Al onze partners zijn bijzonder capabel. Maar de snelheid en de hoeveelheid vaccin die we plots gingen maken was zo groot, dat was nog nergens ter wereld ooit geprobeerd. Het was zeker een leerproces.”

Nu heeft u uw levering op orde, maar is er nog behoefte aan uw ­vaccin?

“Nederland heeft het goed voor elkaar, maar in Europa zijn er landen waar de vaccinatiegraad nog laag is. Daar werken we voor. We zijn nog ­altijd de grootste leverancier aan het wereldwijde vaccinatieprogramma Covax: meer dan de helft van de ­leveringen komt van AstraZeneca.”

Nu een groot deel van de wereld­bevolking wacht op zijn eerste prik, beginnen sommige eerstewereldoverheden al over boosters. Wat denkt u daarvan?

“De klinische data tonen aan dat daar voor de meeste mensen nu nog geen noodzaak voor is. Tot minimaal zes maanden ben je nog altijd beschermd ook tegen zorgelijke varianten. Het is daarom heel belangrijk dat we beter gaan begrijpen wanneer de boosterdosis toegediend moet worden voor optimale bescherming. Tenzij het natuurlijk gaat om mensen met een slechte immuunrespons, zoals ouderen. Bij hen kan het goed werken om het immuunsysteem te boosten met een derde dosis. Bovendien zijn er ­altijd beperkte voorraden vaccins, niemand heeft genoeg voorraad om de wereld te vaccineren. Dat vraagt tijd.”

Is het voor u persoonlijk belangrijk om eerst de wereld te vaccineren?

“Het gaat mij aan wat buiten Europa gebeurt. Ik ben geboren in Zuid-Afrika, mijn vader woont daar nog. Ik heb onder meer gewerkt in Egypte, met zijn miljoenenbevolking. Het continent ligt mij na aan het hart. Gelijkwaardige toegankelijkheid tot vaccins vind ik belangrijk.”

Hebt u weleens een functie in de publieke gezondheidszorg overwogen?

“Ja, ik ben altijd bezig met de vraag: waar kan ik het meest bijdragen? Maar op dit moment ben ik gelukkig bij dit bedrijf, dat moedige besluiten heeft genomen. Er zijn ­weinig producenten die een veilig en effectief vaccin hebben weten te ontwikkelen. In Europa zijn we de tweede ­leverancier. In het begin ­waren we de enige. Zo kijk ik terug.”

Maar nog altijd hoor je over vrees voor het vaccin van AstraZeneca. Men zegt: het veroorzaakt soms bloedproppen, men blijft het maar hebben over die eerste vertraagde ­leveringen. Wanneer komt het ­vertrouwen in uw bedrijf terug?

“We moeten vooruitkijken. Dat blijft onze focus en onze bedoeling. Toen niemand meer naar ons keek, zijn we gestaag doorgegaan met ­vaccins leveren en medicijnen ontwikkelen. Op dit moment hebben we 1,5 miljard doses wereldwijd ­geleverd. Dat zijn best substantiële aantallen. Ik wil geloven dat het ­goede doen helpt.”

Lees ook:

Tienduizenden AstraZeneca-prikken moeten waarschijnlijk worden vernietigd: ‘Dit voelt zó raar’

De tienduizenden AstraZeneca-vaccins die bij huisartsen in de koelkasten liggen, verdwijnen hoogstwaarschijnlijk in de prullenbak. In Nederland is geen vraag meer naar het vaccin, maar de prikken naar het buitenland vervoeren is verboden.