Direct naar artikelinhoud
Analyse

Na het begrotingsdebat krijgt de impasse in de formatie surrealistische trekken

Bij de Algemene Politieke Beschouwingen bleken de fracties in de Tweede Kamer nog altijd in staat compromissen te sluiten. Dat heeft ook gevolgen voor de formatie: het uitblijven van onderhandelingen is nog moeilijker uit te leggen.

Mark Rutte, Wopke Hoekstra, Carola Schouten en Wouter Koolmees voor aanvang van de Algemene Politieke Beschouwingen.Beeld Freek van den Bergh / de Volkskrant

‘De politieke impasse in Nederland is niet doorbroken.’

Het was al bijna middernacht toen waarnemend D66-fractievoorzitter Rob Jetten zich donderdag achter het spreekgestoelte van de Tweede Kamer plotseling ontpopte tot een politieke equivalent van de surrealistische schilder René Magritte, bekend van zijn pijp met als onderschrift: dit is geen pijp. 

Zonder de waarschuwing van Jetten zou een achteloze buitenstaander zweren dat er wél een doorbraak was tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen (APB). In twee dagen tijd werd een aanvullend begrotingspakket van 2 miljard euro uitonderhandeld. De architecten van de deal: VVD, CDA, D66 en ChristenUnie, die daarbij goed luisterden naar de wensen van de rest van de Kamer.

Toch mag het nog geen doorbraak heten. Dat is de realiteit waarmee informateur Johan Remkes maandag te maken krijgt als hij verder praat met VVD, D66 en CDA over het vormen van een minderheidskabinet. De APB hebben aangetoond dat samenwerken ‘langs de lijnen van de inhoud’ mogelijk is, maar ‘de inhoud’ is nooit het grootste probleem geweest, zo merkte ex-informateur Mariëtte Hamer eerder al op. De hamvraag blijft nog altijd: wie gaat met wie in zee uit de poel van zes potentiële regeringspartijen (VVD, D66, CDA, PvdA, GroenLinks, ChristenUnie)?

Gevangenendilemma

De politieke en strategische overwegingen die schuilgaan achter de vastgelopen formatie zijn ook na het debat van woensdag en donderdag niet verdwenen. Het gevangenendilemma duurt onverminderd voort: alle partijen kiezen voor hun eigen belang, maar de uitkomst is voor alle partijen slecht.

Dat bleek eveneens uit het chagrijn dat telkens weer opflakkerde tijdens de APB. D66, PvdA en GroenLinks kunnen nog altijd moeilijk verkroppen dat een meerderheidscoalitie ‘over links’ is afgeschoten door VVD en CDA. De wrok keert zich daarbij vooral tegen CDA-leider Wopke Hoekstra, die als grote boosdoener wordt gezien.

Hoekstra zelf lijkt daar niet om te malen. De demissionaire minister van Financiën vreesde dat zijn toch al geslonken partij volledig ondergesneeuwd zou raken in een verbond met alleen liberale en progressieve partijen. De VVD viel hem bij. De grootste partij wil niet zonder een rechtse bondgenoot in een kabinet, ook omdat de verkiezingsuitslag geen ruk naar links rechtvaardigt.

D66 meent juist op basis van de verkiezingsuitslag recht te hebben op meer. De partij maakte al voor de verkiezingen duidelijk niet verder te willen met de oude coalitie met de ChristenUnie, en tot groeiende frustratie van CDA en VVD houdt nieuwkomer Sigrid Kaag vast aan haar campagnebelofte om ‘een zo progressief mogelijk kabinet’ te vormen.

Minderheid of meerderheid

Remkes moet uitkomst bieden door op zoek te gaan naar een minderheidskabinet, maar niemand is daar inmiddels nog optimistisch over. VVD en CDA zijn nog wel te porren voor een minderheidskabinet met D66, maar de partij van Kaag dreigt in zo’n constructie verweesd achter te blijven. 

De rechtse partijen hebben met de ChristenUnie, SGP en mogelijke JA21 natuurlijke bondgenoten in de Eerste en Tweede Kamer om telkens weer een meerderheid bijeen te sprokkelen. Kaags progressieve partners, PvdA en GroenLinks, weigeren juist in ‘de achterkamertjes’ grote akkoorden te sluiten. Bij de APB was te zien waar dat op uitloopt. VVD, CDA en D66 moesten aankloppen bij de ChristenUnie. Alleen daarom al was het voor Jetten ‘geen doorbraak’.

Op de achtergrond speelt het gedwongen aftreden van Kaag als minister van Buitenlandse Zalen een rol. De optie om alleen met de VVD, zonder het CDA, in een minderheidscoalitie te stappen, wordt sindsdien amper nog serieus genomen. Met de rugdekking van slechts 58 coalitie-Kamerleden dreigt voortdurend een motie van wantrouwen. ‘Een minister stapt dan iedere dag in een regen van kogels’, aldus een D66’er.

Exotische varianten

Inmiddels duiken er nog exotischere varianten op. Zo zijn er VVD’ers die dromen van een rechtse coup: een minderheidskabinet met het CDA, zonder D66. De twee partijen hebben slechts 48 van de 150 zetels, maar om meer steun te vergaren, zouden eventueel bestuurlijke zwaargewichten van andere partijen, zoals Jeroen Dijsselbloem of Martin van Rijn van de PvdA, kabinetsposten kunnen krijgen. Binnen de partijtop van de VVD wordt het idee vooralsnog weggewuifd als luchtfietserij.

Op links zijn er weer andere visioenen. D66’er Jetten en ook GroenLinks-leider Jesse Klaver toonden zich deze week enthousiast over de mogelijkheid om een coalitie te vormen met zes constructieve partijen: VVD, D66, CDA, PvdA, GroenLinks én ChristenUnie. 

Daar voelen VVD en CDA weer niks voor, zo lieten ze al eerder weten. Vooral demissionair premier Rutte vreest dat een kabinet met zoveel partijen een chaos wordt.

Remkes zal er niet heel zonnig van worden. Toch is er wel iets veranderd door het twee dagen durende begrotingsdebat in de Tweede Kamer, beamen betrokkenen. Iedereen heeft weer keer kunnen zien dat de inhoud niet het grootste struikelblok is. Dat maakt het nog moeilijker om uit te leggen waarom de impasse nu al zo lang duurt.

Dat vindt Johan Remkes blijkbaar ook. De informateur liet vrijdag via een persbericht weten dat hij volgende week conclusies wil trekken.